
Hoe zit het nu met het “incident” Stationsplein Amsterdam 10 juni 2017?
Het valt tegen dat er zich bij GeenStijl nog geen kuchende man in regenjas heeft gemeld die kon vertellen hoe het allemaal zit, maar met Ockhams scheermes komen we ook een heel eind.
Het verstand op nul zetten
En dat begint met de algemeen bekende ervaring dat men voor sommige daden het verstand op nul moet zetten. Dat is op zich wel een prettige ervaring waar ook veel naar gestreefd wordt door mystici en drugsgebruikers. En ook wel door sporters. Niet denken. Niet “weten wat je doet”. Op zijn hoogst juist aan iets anders denken. Want met verstand handelen kost te veel tijd. Je moet je er op trainen reflexmatig te handelen. Dit geldt al voor zoiets als autorijden. Eigenlijk geldt dit voor behoorlijk veel bezigheden. Onder de meeste omstandigheden blijft er wel een restje bewustzijn over dat waarneemt wat je doet. Maar juist als je bijvoorbeeld angsten moet overwinnen is het zaak je verstand zo veel mogelijk op nul te zetten.
Dat betekent natuurlijk niet dat men daarmee gevolgen voor de daden die men verricht met het verstand op nul per definitie kan ontlopen. Als soldaat in een leger dient men, in ieder geval in gevechtssituaties bevelen op te volgen. Daar wordt ook op getraind en dat blijkt te werken. WO 1 is wel het meest aansprekende voorbeeld van grote groepen jongemannen die tot zelfmoordacties konden worden aangezet. Als men onderdeel is geworden van een gevechtsmachine dan kan men als onderdeel daarvan sneuvelen. Het verstand heeft al ver voor de daad de beslissing en de verantwoording genomen om in die situatie te komen. Lees verder →


Ik ken geen haat. Dacht ik lang. De emotie is mij vreemd. Nou ja, een enkel persoon die mij persoonlijk willens en wetens iets heeft aangedaan haat ik. Voor de rest zie ik mensen of groepen die mij benadelen, smadelijk bejegenen, bedreigen, aanvallen of dat zeggen te willen doen als vijand of onwetend. Meestal beide. En vijandschap ervaren is iets anders dan haat. Haat vraagt om wraak, vijandschap om verdediging.
Moderne feministes denken dat de aberraties van mannenhaat die in het feminisme in de zeventiger en tachtiger jaren de boventoon voerden overwonnen zijn. Dat het moderne feminisme niet meer man-onvriendelijk is. Ok, de openlijke mannenhaat is goeddeels verdwenen, maar de afwijzing van “het manlijke” is er niet minder om geworden. De wijze waarop Hetze Berger en consorten GeenStijl menen te moeten aanpakken en vooral de onverwachte steun van prominenten als
De titel van dit blog komt uit “Tejo De lotgevallen van een geëmancipeerde man”, Koos Meinderts & Harrie Jekkers – 1983. De pogingen de man, en daarmee de hele maatschappij, te feminiseren — te onderwerpen aan vrouwelijke waarden — zijn niet van vandaag of gisteren. Vrijwel direct na het feminisme van de tweede golf (Baas in eigen buik) werd die beweging gekaapt door vrouwen die het op de Man gemunt hadden. “Seksisme”, “fallocentrisme”, “misogynie” waren de te bestrijden euvelen, op een lijn te stellen met op zijn minst racisme, maar misschien ook wel fascisme. Tejo doet zijn uiterste best, bijvoorbeeld om in bed zijn spontante erecties te smoren, maar kan het nooit goed doen. Deze vrouwen begonnen aan een vrij korte mars door de instituties en wisten al spoedig, ook door de afgedwongen voorkeursbehandeling en quotering (bij “gelijke geschiktheid” …) veel interessante posten te bezetten waarvandaan zij hun oorlog tegen de Man en voor de feminisering van de maatschappij uit konden breiden.


