Over de onzelfstandigheid van begrippen
Het individualistische denken heeft de hardnekkige eigenschap begrippen of ideeën als dingen te willen zien. Als objecten die je kunt oppakken en, nog belangrijker, die je je kunt toe-eigenen. Voor eenvoudige woorden die zaken aanduiden is dat goed te begrijpen en ook niet zo schadelijk. Naarmate begrippen complexer en abstracter worden liggen er steeds grotere gevaren op de loer. En moeten we deze neiging onderdrukken.
Begrippen zijn knooppunten in netwerken van betekenissen. Een bepaald netwerk, als samenhangend systeem, heeft een betere of slechtere relatie met de werkelijkheid. Een relatie die wij waarheid noemen. De meeste woorden functioneren in meerdere netwerken en geven die netwerken daarmee onderlinge samenhang. De betekenis van een woord is niet eenduidig, en naarmate het om een abstracter begrip gaat, steeds minder. Het is zelf een samenhangend stelsel van betekenissen.
Het individualistisch willen objectiveren van begrippen kunnen we aanduiden met fetisjisme, de neiging om van een idee een ding te maken en het je dan toe te eigenen of te aanbidden. Kenmerkend hiervoor is het streven naar een “eenduidige definitie”. Daartegenover staat de notie van begrips-ontwikkeling. Door het gebruik van een woord in verschillende, samenhangende verhalen wordt de meervoudige betekenis duidelijk.
Een eenduidige definitie is alleen zinvol binnen een eenduidig verhaal, en heeft ook alleen daarbinnen die betekenis. Zoals in een reglement, wet of contract meestal in het eerste artikel een opsomming wordt gegeven van wat er, binnen de context van dat stuk onder een woord wordt verstaan.
Degene die dat als geen ander heeft geprobeerd uit te leggen is Wittgenstein, als hij het over “taalspelen” heeft. Wellicht is hij daarmee zeer ongewild de vader van het postmodernisme geworden. De postmodernisten hebben het “spel” zodanig opgevat dat de relatie met de werkelijkheid en dus de waarheid geheel of nagenoeg geheel werd opgegeven. Alles even waar: einde van de voortgang in het denken. Het is fetisjisme op een hoger niveau. In plaats van het woord wordt nu de zin aanbeden.
De flexibiliteit van woorden maakt het mogelijk om begrippen met een nieuwe betekenis te laden of een oude, vergeten betekenis naar voren te halen, door ze in een nieuwe context te plaatsen. Hopelijk een die meer overeenstemming met de werkelijke stand van zaken heeft. Met een modieus begrip heet dat tegenwoordig “framen” en het heeft een kwade reuk. Geheel ten onrechte.