De dood hoort bij het leven. Wen er maar aan.
Doordat Pechtold en Seegers met elkaar overhoop liggen over levensbeëindiging is dit onderwerp opeens weer in de publieke belangstelling gekomen. In de discussie die daarop losbrandde bleek vanuit onverwachte hoek het respect voor de wilsbekwaamheid van de mens opeens afwezig. Als iemand zegt “dat wil ik niet meemaken”, of “zo wil ik niet worden” dan moeten opeens de zielkundige nieren metersdiep onderzocht worden om te bepalen of die persoon dat wel echt gewild heeft. Vooral bij psychiatrische patiënten is dat nogal pijnlijk, maar misschien zijn die volgens de zielknijpers wel niet wilsbekwaam. Helemaal bont maken personen het die het huidige fysiek uitzichtloze lijden tot uitgangspunt nemen en “gezonde mensen” niet willen doodmaken. Daarmee bedoelen ze dan gezonde mensenlichamen.
Voor mij is het mogen beslissen over je eigen dood de ultieme vrijheid. Het is je enige werkelijke eigendom en niet het eigendom van God, zoals Seegers meent. Is het leven nog de moeite (of de pijn) waard is een afweging die iedereen in vrijheid moet kunnen maken. Dan moet je in staat gesteld worden om op een zo prettig mogelijke manier dat leven te beëindigen, voor jezelf en anderen. De meeste mensen met een gezond lichaam zijn daar fysiek toe in staat. Zij moeten daarvoor de middelen kunnen verkrijgen maar zouden bij de daad zelf geen assistentie nodig moeten hebben. Anders is dat wilsbesluit op het moment suprême kennelijk niet aanwezig. Een probleem ontstaat pas als geestelijke aftakeling de wilsbekwaamheid aantast. Voor mij is het een vanzelfsprekendheid dat de laatste wil wordt gerespecteerd. En meestal is er nog wel een fase waarin met wat hulp de persoon zelf de belangrijkste handelingen kan verrichten. Verder lijkt het mij onzinnig om van willekeurige artsen te vragen dat zij deze hulp bieden. Het lijkt mij bij uitstek iets wat je alleen kunt doen als je sympathie voor de uitgangspunten hebt.
Er is een gebrek aan respect voor de dood en daarmee ook voor het leven. Het is het overtrokken individualisme en de daarmee gepaard gaande overtrokken waarde die men hecht aan dat eigen zogenaamd unieke bestaan dat het zicht op leven vertroebelt. Want uiteindelijk is leven voortplanting, ook voor de mens. En voortplanting, nieuw leven is alleen mogelijk als bestaand leven voldoende ruimte maakt. Gebeurt dat niet of te weinig dan raakt de balans zoek. Is de mens inmiddels niet een soort plaagdier?
De mens is meer dan een dier: hij is radertje in een complexe cultureel sociale machinerie. Dat is het eigenlijke leven, daarbuiten kan hij niet bestaan. Voor een gezonde geest is het duidelijk dat als hij geen nuttige rol meer in het sociale speelt, zijn leven voorbij is. Die rol moet breed worden opgevat en er is ruimte voor een zelfopvatting op dat punt die niet strookt met het werkelijke sociale nut. Dat is namelijk moeilijk meetbaar en kan altijd ter discussie gesteld worden. En er kan ruimte zijn voor wat rust na een nuttig leven. Maar het “tot last zijn” van anderen, juist ook van je dierbaren, is een eerlijk gevoel dat niet afgedwongen maar best gestimuleerd mag worden. Misschien mag je wel minachting voelen voor de egoïst die zijn nutteloze leven tot alle prijs wil voortzetten. Dat kan zelfminachting worden. Maar ja we zijn niet allemaal helden.
Ik heb er veel over geschreven. Een selectie: