Mijn Moment
Over overtollige mensen
Er zijn heel veel overtollige mensen op de wereld. Of is het overtallig. Er zijn in ieder geval te veel mensen. De soort hoeft slechts voort te bestaan en niet alles overwoekeren en verstikken. Sterker, als er gekozen moet worden tussen een kolossaal massaal voortbestaan op een minimumniveau of een wereld met minder mensen waar ruimte is voor ontplooiing dan weet ik het wel.
Of je overtollig bent of niet is tot op zekere hoogte een loterij. Als er geen voedsel voor je is of de plek waar je woont overstroomt, dan ben je toevallig de pineut. Als je niet voor jezelf kunt zorgen en er is geen verzorging ook. Binnen de ontwikkelde democratische samenleving zou ik nog een paar andere vorm van overtolligheid willen introduceren.
Om te beginnen: Mensen die al of niet bewust de problemen van het voortbestaan van de mensheid negeren. Je hoeft van mij niet meteen je auto weg te doen en de verwarming 5 graden lager te draaien. Je hoeft ook niet elke oprisping van milieufundamentalisten te geloven. Maar als je overal schijt aan hebt, vijf keer per jaar in een ver oord vakantie viert en “Greed is Good” een belangrijk deel van je levensfilosofie, dan mag je van mij meteen dood neervallen. Ergens voor beloond worden is good. Greed is iets heel anders.
Dan zijn er mensen die geen nuttige functie vervullen. Degenen die van hun pensioen genieten of wegens defecten niet tot werk in staat zijn horen daar niet bij . Zij zijn weliswaar overtollig maar we hebben in onze beschaving afgesproken dat zij onderhouden en verzorgd worden, en soms heeft dat ook nog enig nut voor de samenleving. Het gaat mij ook niet om mensen die uit het arbeidsproces zijn gestoten en van een uitkering leven. Zij zijn het slachtoffer van een oneerlijke arbeidsverdeling en je zou ze hoogstens hun lijdzaamheid kunnen verwijten.
Nee, het gaat mij om mensen die wel degelijk werk hebben, maar nutteloos of schadelijk werk. We komen nu tot de aanleiding van mijn blog.
Bij Albert Heijn lijkt het er op dat er afdelingen en managers zijn die zich zelf moeten bewijzen door voortdurend de vormgeving te veranderen. Laatst werd ik onaangenaam verrast door de nieuwe vormgeving van theezakjes. Met de oude was niets mis, maar goed, af en toe een fris lettertje op de doos, dat kan soms nog net. Mijn ergernis kwam op het kookpunt toen ik op een onbewaakt moment het kartonnetje aan het uiteinde van het theezakjes-touwtje bekeek.
Aan de ene kant het AH logo. Aan de andere kant stond opeens: “Mijn moment”.
Op zo’n moment zou ik graag Youp van t Hek zijn, die met één welgemikte zin deze pornografie van de ziel vernietigt. Dat zou pas mijn moment zijn. Hoe haalt men het in zijn hoofd om mij aan te praten wat “mijn moment” is. Het lijkt me ongeveer het laatste waar wie dan ook iets over te zeggen heeft. Toch is dat vreemd genoeg niet mijn grootste bezwaar. Mijn grootste bezwaar is dat ik hier zelf voor betaal. Dat AH mensen in dienst heeft en inhuurt die hierover nadenken en vergaderen en daar vaak dik voor betaald worden. Dit zijn de echte overtolligen.
Niemand verplicht je naar AH te gaan. Tenzij je in een of ander klein dorp woont zijn er waarschijnlijk supermarkten genoeg. ‘Onze’ C1000 doet niet aan dit soort fratsen.
Nee, geen fratsen, dat scheelt was de leus. In Amsterdam heeft AH een bijna monopolie en kost naar een ander gaan me te veel tijd om vaak te doen.
Maar los daarvan. Het ging slechts om de illustratie van overbodigheid. En om de foute aard van veel reclame in het algemeen. Had ook de mode dat elke “zich zelf respecterende” organisatie zonodig een logo moet als voorbeeld kunnen nemen.