Ik zou Jean-Yves Frehaut nooit meer terugzien; en trouwens, waarom zou ik hem hebben moeten terugzien? In feite waren we nooit heel close geweest. Sowieso ziet men elkaar tegenwoordig nauwelijks meer terug, zelfs wanneer een relatie in een enthousiaste sfeer van start gaat. Soms vinden er adembenemende gesprekken plaats over algemene aspecten van het leven; soms ook komt het tot een lichamelijke omhelzing. Natuurlijk worden er telefoonnummers uitgewisseld, maar doorgaans belt men elkaar niet vaak meer op. En zelfs als men elkaar wel opbelt en elkaar terugziet, maakt het aanvankelijke enthousiasme al snel plaats voor ontnuchtering en ontgoocheling. Geloof me, ik ken het leven; het zit allemaal muurvast. Die geleidelijke vervaging van menselijke relaties blijft niet zonder gevolgen voor de roman. Want hoe zou je nog kunnen vertellen over van die vurige, jarenlang voortdurende passies, waarvan de gevolgen soms generaties lang merkbaar bleven ? We zijn op z’n zachtst gezegd mijlenver verwijderd van Wuthering Heights. De romanvorm is niet bedoeld om onverschilligheid of absolute leegte te beschrijven daarvoor zou een vlakkere, beknoptere en fletsere uitdrukkingsvorm moeten worden uitgevonden. Lees verder →
Victor Onrust
Gaan we de USA boycotten?
Wat presidentskandidaat Santorum in de USA roept over het euthanasiebeleid is wel een paar graden erger dan het meldpunt voor MOE-landers van de PVV. En wat doet de regering? Geen reet!
Terwijl het in dit geval heel simpel is: Je kunt zo iemand voor de rechter slepen wegens smaad.
Moeten we de USA nu maar gaan boycotten? De vraag alleen al geeft aan hoe absurd en ondemocratisch dit geroep bij onze mede Europeanen de Polen is.
Terzijde: Is het toeval dat er nu opeens een stuk kan verschijnen waarin euthanasie moord wordt genoemd in de Volkskrant van 22 februari ?
Alle mensen zijn geen broeder
“Alle Menschen werden Brüder” luidt de beroemde regel van Schiller, door Beethoven als tekst gebruikt in zijn 9e symphonie. Sinds 1985 het Europese volkslied. Een mooi doel, geïnspireerd door de Franse Revolutie. Misschien wel verder weg dan ooit.
Maar niet voor de Westerse politieke elite. Die de mensenrechten eerst uitgevonden en daarna voorondersteld heeft. Door de broederschap als recht uit te delen hebben ze mij rechten ontnomen: het recht om zelf te bepalen wie mijn broeder is en wie niet. Daarmee hebben ze het fundament van de broederschap ondermijnd, namelijk dat broederschap wederzijds moet zijn. En dat het vrijwillig moet zijn. Mensen zijn pas elkaars broeder als ze zelf tegen elkaar gezegd hebben: “ik ben jouw broeder”. Het zou heel mooi zijn als we dat met z’n 7 miljarden ooit tegen elkaar zouden zeggen. En misschien gebeurt het ooit. Maar ik zal het in ieder geval niet meemaken.
Het is deze kardinale politieke fout, voortgekomen uit schuldgevoel over wereldoorlogen en kolonialisme, die ons in grote moeilijkheden heeft gebracht en die voortdurend het zicht op de werkelijkheid ontneemt. Het sterkst wordt deze misvatting vertegenwoordigd in de postmoderne multiculturele cosmopitische Gutmensch, waaruit het overgrote deel van onze politieke vertegenwoordigers gerekruteerd is in een proces van zichzelf versterkende politieke correctheid.
Moeten we dan terug naar de onbelemmerde strijd van allen tegen allen? Natuurlijk niet. We zijn dan wel niet allemans broeder, maar wel beschaafd en ontwikkeld. Het is heel goed mogelijk om te denken in allerlei gradaties van medemenselijkheid en daar politiek mee te bedrijven. Wel moeten we goed voor ogen houden dat vijandschap nog steeds bestaat. En dat het legitiem is om eigen belangen te hebben en na te streven. We hoeven niet het oog om oog, tand om tand in praktijk te brengen en kunnen waar mogelijk mededogen en andere mooie waarden best toepassen. Uiteindelijk kunnen we ons de mogelijkheid om hard op te treden niet ontzeggen en op het moment dat dat nodig is, moeten we niet zeuren en met een hand op de rug vechten omdat we zo nodig allerlei scrupules met de tegenstander, die tenslotte onze broeder schijnt te zijn, moeten hebben. Overijverige politici, advocaten en officieren van justitie die iedere afgevuurde kogel en iedere uitgedeelde klap willen onderzoeken moeten tot zwijgen worden gebracht.
Maar ook binnenlands levert de afgedwongen broederschap ons grote problemen op. De weinig verheffende neiging alles te willen nivelleren als methode om iedereen hoger opgeleid te laten zijn en vervolgens een daarbij passende functie te laten bekleden heeft enorme schade aangericht. De doorgeslagen neiging alles voor iedereen toegankelijk en mogelijk te maken is een zeer kostbare en zo langzamerhand niet meer te dragen last. Het verbieden van het eigen oordeel over medemensen en het handelen daarnaar onder het mom van discriminatie-bestrijding een niet te verteren inbreuk op de vrijheid.
De geheimhoudingskamer: Rechters weer eens niet goed bij hun hoofd
De geheimhoudingskamer. Hoe verzin je zoiets.
08-02-2012 10:18 • NOS/Rechtspraak.nl
De Belastingdienst moet de naam van een tipgever bekendmaken. Dat heeft de geheimhoudingskamer van de rechtbank in Arnhem gisteren bevestigd. De tipgever gaf in 2009 staatssecretaris De Jager van Financiën informatie over honderden Nederlandse zwartspaarders bij een vestiging van de Rabobank in Luxemburg. Die informatie was mogelijk gestolen, zegt de advocaat van de zwartspaarders.
Uit de overweging:
Staat: de identiteit van de tipgever is niet relevant is aangezien het niet gaat om de betrouwbaarheid van de tipgever maar om de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie.
Rechtbank: Er bestaat een onlosmakelijk verband tussen de persoon van de tipgever en de door hem verstrekte informatie.
Ofwel: wederom lenen rechters zich er voor wetsovertreders met flutargumenten de hand boven het hoofd te houden. Het zal wel weer een vriendendienst aan de duurbetaalde advocaat zijn die de belastingbetaler een hoop geld gaat kosten.
Compassie?
In Compassie is niet voor watjes (Trouw 2012/01/22) worden door Frits de Lange (hoogleraar ethiek bij christelijke instelling) enige interessante gezichtspunten uiteengezet. Ik heb daar wel iets aan toe te voegen. Het is me zo te christelijk en te individualistisch. Misschien is compassie ook wel niet het goede woord. Tot nu kon ik geen beter verzinnen. Suggesties zijn welkom.
Het begint met een beschouwing over ideologie, al wordt dat woord niet gebruikt: Lees verder →
Doen wij er toe? (over ideologie)

Uit de voorstelling “Wuivend Graan” van Wim T Schippers.
Rond het begrip ideologie en de vraag of een godsdienst een ideologie is bestaat de nodige verwarring. Hier een poging om de zaken op een rijtje te zetten.
Een ideologie is een verhaal over de wereld, waarin degene die het hoort een rol krijgt toegekend. Daarmee krijgt diens leven betekenis binnen dat verhaal. De persoon van de toehoorder wordt daardoor mede gevormd. Bij godsdiensten is de rol die van gelovige, die door gebed en een voorbeeldig leven zijn god dient en daarmee een mooie plek in een of ander hiernamaals krijgt. Bij het socialisme is dat de strijder voor een betere wereld die een plaats in de geschiedenis krijgt voor een harmonieuze toekomst voor de gehele mensheid. In het (libertaire) liberale stelsel is dat de plaats van de consument waar het bevredigen van zijn individuele behoeften in het hier en nu als levensdoel wordt voorgesteld. Lees verder →
Vergrijzing en de waarde van het leven

Still uit “The Ballad of Narayama”
De individualist kan zich niet anders voorstellen dan dat hij de enige is die over de waarde van zijn leven beslist. En dat hij daar ook recht op heeft. Ook op de meest dure en kansloze behandeling meent hij recht te hebben om zijn nutteloze en pijnlijke leven nog enkele maanden te rekken. Het gevolg is dat op die manier maatschappelijk gezien alle levens evenveel waard moeten zijn. Namelijk oneindig veel, want iedereen heeft tot op het laatst alle rechten. Zolang de individualist ook zelf de financiële en andere consequenties van zijn eigen besluiten moet dragen is er niet zo veel aan de hand. Behalve voor de zeer rijken, die ook liefde kunnen kopen, is dat voor de meesten geen optie. Dus moet de gemeenschap opdraaien voor de gevolgen van die geperverteerde levens-“lust”. En niet alleen de medeverzekerde en belastingbetaler, maar ook de naaste. Die wordt geacht op zijn minst af en toe naar deze lijdende mens om te kijken en hem troostrijk toe te spreken.
Dit is niet altijd zo geweest. In zogenaamd primitieve gemeenschappen die onder minimale omstandigheden moesten overleven was het gebruikelijk dat men, zodra men tot ballast van die gemeenschap werd, afscheid nam. Dat was de uitgesproken en onuitgesproken norm, die soms zelfs zo ver ging dat een bepaalde leeftijdsgrens gold, waaraan ook gezonde werkzame ouderen zich moreel verplicht voelden. Een prachtige film hierover is The Ballad of Narayama (1983, gouden palm 1984). We moeten een dergelijke houding positief beoordelen: als een uitdrukking van lotsverbondenheid. Van de wil tot voortleven en bloei van de hele gemeenschap. Je leeft niet als individu, maar als deel van een gemeenschap. Door voort te leven zit je de toekomst van de gemeenschap in de weg.
Dit is waar onze ontwikkelde maatschappij mee worstelt. Het probleem dat nu eufemistisch met vergrijzing wordt aangeduid. Het voortbrengen en opvoeden van kinderen wordt als last ervaren. Want onvoldoende door de maatschappij en de direct betrokkenen gewaardeerd en vanuit de individualistische levenshouding als minder aantrekkelijke “tijdsbesteding” beoordeeld. Tel daar de zware last van de verzorging van ouderen bij op, die zelfs in een dierlijke eind-stadium nog recht schijnen te hebben op een menselijke behandeling in plaats van een zachte dood, en je hebt een groot probleem.
Er is een goede kans dat de westerse beschaving hieraan ten onder gaat. De om zich heen grijpende onwil tot voortplanting en de onwil tot de daarvoor gewenste paarvorming, vooral bij de elite van de hoger opgeleiden, kan als een collectieve zelfmoord van onze beschaving worden gezien, zoals door David Goldman aka Spengler, in zijn “How Civilizations Die” (2011) beschreven. Zijn wij inderdaad ten dode opgeschreven? Als we ons eigen leven alleen maar in termen van onze eigen ontwikkeling, genot en succes blijven zien wel.
Thieme voor een pijnlijke dood?
Waar is Marianne Thieme met haar dierenpartij nu de wereld haar nodig heeft? De mens is toch zeker ook een dier? En mag die wel onnodig lijden als hij gedood wordt? Toen ik “EU verbiedt export hulpmiddelen executies” las dacht ik onmiddellijk aan de recente acties van Thieme & co om de rituele slacht te verbieden. Ik neem aan dat de betrokken veroordeelden bij gebrek aan goede middelen niet meteen met een kartelmes om het leven gebracht zullen worden, maar de dood zal toch minder aangenaam zijn. Kortom, een gemiste kans. Wie zwijgt stemt toe.
Dit heeft verder net zo weinig met een voor of tegen de doodstraf zijn, als het gezeur over ritueel slachten met vlees eten.
Fetisjisme en postmodernisme
Over de onzelfstandigheid van begrippen
Het individualistische denken heeft de hardnekkige eigenschap begrippen of ideeën als dingen te willen zien. Als objecten die je kunt oppakken en, nog belangrijker, die je je kunt toe-eigenen. Voor eenvoudige woorden die zaken aanduiden is dat goed te begrijpen en ook niet zo schadelijk. Naarmate begrippen complexer en abstracter worden liggen er steeds grotere gevaren op de loer. En moeten we deze neiging onderdrukken.
Begrippen zijn knooppunten in netwerken van betekenissen. Een bepaald netwerk, als samenhangend systeem, heeft een betere of slechtere relatie met de werkelijkheid. Een relatie die wij waarheid noemen. De meeste woorden functioneren in meerdere netwerken en geven die netwerken daarmee onderlinge samenhang. De betekenis van een woord is niet eenduidig, en naarmate het om een abstracter begrip gaat, steeds minder. Het is zelf een samenhangend stelsel van betekenissen.
Het individualistisch willen objectiveren van begrippen kunnen we aanduiden met fetisjisme, de neiging om van een idee een ding te maken en het je dan toe te eigenen of te aanbidden. Kenmerkend hiervoor is het streven naar een “eenduidige definitie”. Daartegenover staat de notie van begrips-ontwikkeling. Door het gebruik van een woord in verschillende, samenhangende verhalen wordt de meervoudige betekenis duidelijk.
Een eenduidige definitie is alleen zinvol binnen een eenduidig verhaal, en heeft ook alleen daarbinnen die betekenis. Zoals in een reglement, wet of contract meestal in het eerste artikel een opsomming wordt gegeven van wat er, binnen de context van dat stuk onder een woord wordt verstaan.
Degene die dat als geen ander heeft geprobeerd uit te leggen is Wittgenstein, als hij het over “taalspelen” heeft. Wellicht is hij daarmee zeer ongewild de vader van het postmodernisme geworden. De postmodernisten hebben het “spel” zodanig opgevat dat de relatie met de werkelijkheid en dus de waarheid geheel of nagenoeg geheel werd opgegeven. Alles even waar: einde van de voortgang in het denken. Het is fetisjisme op een hoger niveau. In plaats van het woord wordt nu de zin aanbeden.
De flexibiliteit van woorden maakt het mogelijk om begrippen met een nieuwe betekenis te laden of een oude, vergeten betekenis naar voren te halen, door ze in een nieuwe context te plaatsen. Hopelijk een die meer overeenstemming met de werkelijke stand van zaken heeft. Met een modieus begrip heet dat tegenwoordig “framen” en het heeft een kwade reuk. Geheel ten onrechte.
Een Grote Aanklacht tegen het Politiek Bestel?
Teun Gautier (Groene Amsterdammer, D66) begrijpt niet dat er geen Grote Aanklacht tegen het politiek bestel en haar spelers ontstaat. Daarbij gaat het hem om een “afrekening met de middelmatigheid”, waarvan wij de rekening krijgen. Hier een soort van antwoord.
Wat zijn de oorzaken van middelmatigheid?
De belangrijkste oorzaak voor middelmatigheid is dat er bij de selectie van onze politici en andere publieke vertegenwoordigers steeds meer op belangenvertegenwoordiging of zelfs cliëntelisme en steeds minder op kundigheid wordt geselecteerd. Dit verschijnsel is bepaald niet nieuw; lees bijvoorbeeld de discussies over vakbondsbewustzijn en klassenbewustzijn begin 20e eeuw of de discussies over provinciale vertegenwoordigers op landelijke lijsten die zich vooral in de PvdA nog al eens afspelen. Om over de relatie met de vakbonden nog maar te zwijgen. Partijen die eerst de bovenlaag vertegenwoordigden en pas later uitgroeiden tot volkspartijen hadden daar minder last van, ook omdat de belangen hier van meet af aan ongeveer parallel liepen. Daarnaast heeft de instroom van meer belangenvertegenwoordiging in het politieke denken van de partijen, ongeacht de aanvankelijke kwaliteit van de vertegenwoordigers een zich zelf versterkend effect. Mensen met een meer ontwikkelde bredere blik hebben geen zin in het soort machtsspelletjes dat met belangen-gekonkel gepaard gaat. Tenslotte zijn er de carrièreperspectieven, waarbij er behalve voor degenen die werkelijk machtsposities bereiken een groot afbreukrisico en relatief slechte verdiensten zijn vergeleken met wat men in de ambtelijke of zakelijke wereld kan bereiken.
Het cliëntelisme en de belangenpolitieke aspecten worden versterkt door de wijze waarop de media, en dan vooral de televisie zich met de politiek bezig houden: incidentenpolitiek, overmatige aandacht voor de persoon en ongenuanceerde uitlaatklep voor belangen.
Kun je een bestel aanklagen en hoe gaat dat dan?
Een aanklacht kan altijd maar je kunt een bestel niet voor de rechter slepen. In een democratie is het oordeel aan de kiezer. Die geeft met de trek naar SP en PVV wel een soort oordeel af. Die zijn in ieder geval helderder in hun doelstellingen en maken de indruk minder op persoonlijk of groepsbelang uit te zijn, ondanks dat ze allebei duidelijk voor een groep zeggen te staan. Helaas zit daar ook nauwelijks de kwaliteit die je zou wensen en een samenwerking tussen die twee lijkt uiterst onwaarschijnlijk zodat de finale bestraffing nog wel even op zich zal laten wachten. Het hele bestel straffen kan alleen door de spelregels te veranderen. Ik vrees dat daar een ingrijpen “van buitenaf” voor nodig is en daarvoor zullen we nog heel wat verelendung moeten ondergaan.
Dit alles naar aanleiding van een tweet van @Teung op 111128 10:10:
begrijp niet dat er niet een Grote Aanklacht tegen het politieke bestel en haar spelers ontstaat. Krijgen nu rekening van de middelmatigheid
Eigenlijk is dit een oproep aan “de elite” om de macht te grijpen.