Geluk zoeken: Argumentenfabriek slaat plank weer mis
Steeds vaker wordt het kapitalistische groeimodel ter discussie gesteld. Steeds meer mensen vragen zich af wat er is voorbij een hoger salaris, de nog nieuwere smartphone en de nog mooiere vakantie. Nu weer Kees Kraaijeveld van de Argumentenfabriek, die in de Volkskrant van zaterdag 24 februari 2018 een maatschappij schildert die meer voor geluk gaat dan voor groei. Zijn verhaal had zo in de Happinez gekund: we moeten allerlei trainingen volgen om te leren hoe we gelukkiger worden, ons met anderen verbinden en een betekenisvoller leven leiden. We moeten onze mentaliteit veranderen. Ik schreef daar eerder over.
Een mooi streven. Helaas is de enige waarde die hij benoemt persoonlijk geluk. O ja, relaties met anderen noemt hij ook, maar alles is gedefinieerd vanuit het individu, dat niet langer meer geld moet najagen maar meer geluk. Eventuele sombere gedachten over de toekomst – een totale ineenstorting van het financiële systeem, uitputting van grondstoffen en vergaande vervuiling, een overbevolking die de krachten van de aarde (en zeker van ons land) te boven gaat – worden afgedaan als irrationele angst. De cijfers wijzen immers anders uit, meent hij. Geen woord over verantwoordelijkheid, gezamenlijkheid, gedeelde waarden, verbondenheid met anderen of met de toekomst. Geen woord ook over de vraag of zijn ideeën zullen aanslaan en bij wie dan wel. Laat me raden: de hoger opgeleide, behoorlijk verdienende bovenlaag die het nu ook al goed heeft. Die al bezig is met mindfullness, yoga en meditatie.
En wie voelen er niets voor? De minder bedeelden, die het zich niet kunnen veroorloven, zijn niet geïnteresseerd. Die hebben moeite genoeg met de hypotheeklasten en verdienen liever meer om eindelijk eens een fatsoenlijke auto te kunnen kopen. De allerrijksten zal het ook worst wezen: die zijn te druk bezig met geld verdienen en carrière maken, en met het besturen van bedrijven die alsmaar moeten groeien.
Grappig is dat in die zelfde Volkskrant de rubriek “180 graden” betere antwoorden biedt. Tolk-vertaalster Nahed Selim heeft eerst de islam achter zich gelaten om te genieten van de vrijheid van het westen. Vervolgens is zij toegetreden tot de katholieke kerk. Daar vindt ze een balans tussen vrijheid en verbondenheid; daar heeft ze leren omkijken naar anderen in plaats van hebberig haar eigen verlangens en ambities najagen. Medeverantwoordelijk zijn voor het welzijn van degenen die lid zijn van diezelfde gemeenschap. Het brengt haar rust en geluk, en niet alleen haar. Zij deelt haar ideeën en activiteiten met anderen en haalt juist daar voldoening uit. Jammer dat ik niet in God geloof en nog geen goddeloze kerk gevonden heb die mij ditzelfde biedt.
De vraag is natuurlijk of je gelovig moet zijn om aan het gemeenschapsleven van bijvoorbeeld een katholieke kerk deel te nemen. Wat is er tegen als je je daar thuis voelt.