In Den Haag hebben 6 van de 10 jongeren een migratie-achtergrond
Zo stond het vandaag (30-11-2017)Volkskrant. In Amsterdam is het bijna zo veel, 58% en in Utrecht 37%. De CBS-onderzoeker denkt dat het relatief lage percentage in Utrecht te maken heeft met de specifieke samenstelling van de bevolking, veel hoog opgeleiden en studenten. Dat lijkt me onjuist omdat je hetzelfde zou kunnen zeggen van Amsterdam. Om de verschillen te kunnen begrijpen is het beter om te kijken naar het aantal huurwoningen en het bijstandsbeleid. Migranten verhuizen nogal al eens vanuit de regio naar de stad omdat daar het bijstandsbeleid veel royaler is.
Wie bang is voor ‘omvolking’ wordt door de Volkskrant gerustgesteld. Op de website vond ik vandaag een artikel waarin de Amerikaanse denktank PEW becijfert dat het aantal moslims in 2050, inclusief migratie, 14 procent bedraagt. Zonder migratie zal het huidige percentage van 4,9 in 2050 gegroeid zijn tot 7,4 procent door autonome groei.
In de Elsevier vraagt Gerry van der List zich deze week af: ‘Op weg naar een polderislam?’ Daar zijn de nodige twijfels over gezien toenemende orthodoxie. Zelf denk ik dat als er al een bedreiging zou zijn, deze gezocht moet worden in de omvangrijke en groeiende aanwezigheid in steden als Den Haag, Amsterdam en Rotterdam waar het grootste deel van de jongeren volgens het CBS nu al een migratieachtergrond heeft. Als de verwachtingen van de denktank PEW werkelijkheid worden zal in die steden een meerderheid ontstaan van bewoners met een islamitische achtergrond.
Bij de politieke partijen die in de Tweede Kamer zijn vertegenwoordigd lijkt er, behalve bij de PVV en het FvD, nog nauwelijks besef aanwezig te zijn voor wat die ontwikkeling in de toekomst zal gaan betekenen. Ook in het regeringsbeleid is nauwelijks een aanwijzing te vinden waaruit kan blijken dat met een dergelijk scenario rekening wordt gehouden. Toch is het een grote bedreiging.
Migrantenjongeren hebben bijvoorbeeld uit statusoverwegingen problemen met beroepen waarbij met de handen moet worden gewerkt. Moslima’s zijn nu ook al nauwelijks te vinden in verzorgende en verplegende beroepen. Het mislukte integratiebeleid lijkt er op te wijzen dat deze situatie in de nabije toekomst in de grote steden tot ernstige tekorten in dat soort beroepen zal leiden.
De toename van bewoners met een migratieachtergrond leidt ook steeds meer tot vertrek van autochtonen uit de steden omdat men het leefklimaat steeds minder plezierig vindt en men er geen toekomst meer ziet voor de kinderen.
Als de meerderheid van de bevolking uit migranten bestaat zal dat ook zichtbaar worden in de politiek en in ambtelijke en bestuurlijke functies. Dat zal voorspelbaar gepaard gaan met een toename van corruptie, nepotisme en cliëntelisme omdat dat nu eenmaal eigen is aan de tribale cultuur van migranten. Ook het onderlinge geweld dat samenhangt met de voortdurende machtsstrijd zal toenemen.
De kloof tussen de steden en de regio’s met veel minder migranten zal toenemen. Een onderdeel daarvan is dat er ook migrantenregio’s ontstaan. Rond Rotterdam hebben steden als Schiedam, Vlaardingen nu ook al een hoog aantal inwoners met een migrantenachtergrond. Te verwachten is dat in de steden de spanning tussen de autochtone en allochtone bevolking zal toenemen en dat men in de regio’s zich steeds sterker zal afkeren van migranten en de islam. De polarisatie neemt nog verder toe. Een boek dat in 2050 verschijnt zou wel eens ‘De Verbroken Eenheid’ als titel kunnen hebben.
De groeiende islamitische bevolking in de regio Rotterdam kent ook andere bedreigingen. Achterblijvende autochtonen kunnen in toenemende mate dwang ondervinden om zich te bekeren om uitsluiting en discriminatie te voorkomen. Met zijn havens en industrie is het een van de belangrijkste kurken waar de Nederlandse economie op drijft. Terroristen kunnen de regio als chantagemiddel gebruiken en zullen onder de bevolking genoeg medestanders vinden om dat mogelijk te maken.
Het artikel in de Elsevier waar ik eerder naar verwees eindigt met: “Zo zit er weinig anders op dan af te wachten hoe de strijd tussen harde en zachte krachten in de islam zich ontwikkelt. De uitkomst zal er een met grote gevolgen zijn”. De uitkomst is ongewis. Bestuurlijk en politiek Nederland lijken ook een afwachtende houding in te nemen als of er niets anders op zit dan dat. En als de ontwikkelingen meer zichtbaar worden zal ieder soort beleid om de ontwikkeling te keren, te laat komen.
Er is weinig reden tot optimisme. Zachte krachten winnen het zelden van de harde krachten. Nederland zelf is eigenlijk ook een zachte kracht die nooit eerder beproefd is door de harde kant van de islam. In Oost-Europa heeft men daar in de loop van de geschiedenis veel meer ervaring mee opgedaan. Hun standpunt dat men geen islamitische aanwezigheid binnen hun grenzen wil, wordt steeds begrijpelijker.
Resumé: de concentraties zijn het probleem.
Ik denk eerlijk gezegd dat de gevestigde politieke partijen precies weten waar deze ontwikkelingen toe leiden. Ik denk zelfs dat zij daarom zo pro migratie zijn. Het heeft allemaal te maken met demografie. Kijk naar het aantal kinderen dat allochtonen en autochtonen gemiddeld krijgen. Dat ligt bij allochtonen welke malen hoger dan bij de gemiddelde Nederlander. Het is dus een kwestie van tijd voordat de allochtone Nederlander in de meerderheid is. En die hebben de gevestigde politieke partijen dan weer nodig voor zijn stem. Regeren is vooruitzien dus wat is er logischer dan nu alvast de toekomstige meerderheid te knuffelen en proberen aan jouw kant te krijgen? Totdat er natuurlijk een imam zegt dat alle moslims op een islamitische partij moeten stemmen, en dan heeft de gevestigde politieke orde het nakijken. De islamitische revolutie in Iran laat zien hoe dát af kan lopen…
Laten we dan maar Oost-Europeanen toe laten. Die zijn ook niet te beroerd om te werken.
Een tijdje geleden kwam ik een jongen uit Teheran tegen de me het volgende raadsel voorlegde. “In welk islamitisch land wonen bijna geen moslims meer?” ‘Iran’ was het goede antwoord en dat zegt veel over de sfeer daar