In de piem gesmoord
De titel van dit blog komt uit “Tejo De lotgevallen van een geëmancipeerde man”, Koos Meinderts & Harrie Jekkers – 1983. De pogingen de man, en daarmee de hele maatschappij, te feminiseren — te onderwerpen aan vrouwelijke waarden — zijn niet van vandaag of gisteren. Vrijwel direct na het feminisme van de tweede golf (Baas in eigen buik) werd die beweging gekaapt door vrouwen die het op de Man gemunt hadden. “Seksisme”, “fallocentrisme”, “misogynie” waren de te bestrijden euvelen, op een lijn te stellen met op zijn minst racisme, maar misschien ook wel fascisme. Tejo doet zijn uiterste best, bijvoorbeeld om in bed zijn spontante erecties te smoren, maar kan het nooit goed doen. Deze vrouwen begonnen aan een vrij korte mars door de instituties en wisten al spoedig, ook door de afgedwongen voorkeursbehandeling en quotering (bij “gelijke geschiktheid” …) veel interessante posten te bezetten waarvandaan zij hun oorlog tegen de Man en voor de feminisering van de maatschappij uit konden breiden.
Van meet af aan was er sprake van een dubbele standaard. Het ging niet om alle mannen, maar vooral om witte mannen, vooral de meer ontwikkelden op de betere posities. Er werden hoge eisen aan de manlijke partner gesteld maar de eigen rol in de relatie werd vooral bezien in termen van het eigen genot, carrièremogelijkheden en ontplooiing. De ander ook eens bedienen of plezieren was niet meer aan de orde. Eisen van de partner werden niet gewaardeerd. Hoewel empathie en emotionele intelligentie vrouwelijke eigenschappen zouden zijn die bij mannen ontwikkeld moesten worden gold dat niet de man van een vrouw. De minste kritiek werd als krenking van het ego ervaren en als weerspannigheid beloond met het verbreken van de relatie. Voor de seks werd er minder nauw gekeken en werd vooral het exotische, niet-witte gewaardeerd. Hetgeen in een aantal gevallen resulteerde in een vrij klassieke man-vrouw verhouding die geen lang leven beschoren bleek. Het was ook de tijd waarin vrouwen om politiek correcte redenen eigenlijk lesbisch dienden te zijn.
Hierdoor ontstond een witmannenoverschot, waarbij de beter gesitueerden importbruiden haalden uit het Oostblok, Thailand en de Filipijnen. Dat dit aan alle kanten tot problemen met de identiteitsvorming van het nageslacht en binding aan de cultuur zou leiden hoeft niet te verbazen.
Misschien is een feminisering van de maatschappij niet zo’n gek idee, maar zolang dwang, met de mogelijkheid van geweld als grondslag voor de ordening van de maatschappij en voor de verhouding tussen culturen een noodzakelijk ingrediënt is, is het zeer gevaarlijk om niet te zeggen een poging tot maatschappelijke zelfmoord. Men gaat als maatschappij figuurlijk met de benen wijd liggen en stelt zich zo open voor de manlijke heerszucht die in de rest van de wereld nog de boventoon voert. Daarnaast is het dan menselijker om jongetjes bij de geboorte een spuitje te geven of te castreren. Op een enkel genetisch geslaagd exemplaar na voor de fok. Dit in afwachting van klonering.
Waarom kan deze feminisering, het aankweken van overgevoeligheden, in de Westerse maatschappijen zo’n hoge vlucht nemen? Het antwoord daarop is eenvoudig: vrouwen zijn veel betere consumenten. En aan goede consumenten heeft “de economie” (lees: het kapitalisme) in deze fase veel meer behoefte dan aan goede producenten. Het is opmerkelijk dat een blad als Vogue al die jaren dezelfde uitstraling van opgedofte modieuze schoonheid heeft. En dat zo’n blad door heel veel moderne feministes graag “gelezen” wordt.
In de laatste jaren heeft de strijd zich verhevigd, vooral op het seksuele vlak. Was er zoals hiervoor aangegeven altijd al een behoorlijke dubbelheid aan de kant van de feministes, de zaak wordt nu op de spits gedreven door zo ongeveer iedere uiting van seksuele waardering ongewenst te verklaren. Daarmee in feite de paring onmogelijk makend want daar gaat een zeker spel aan vooraf dat niet door een te ondertekenen contract kan worden vervangen. In een dergelijk spel moeten misverstanden en eenzijdige, onbeantwoorde of afgewezen uitingen mogelijk zijn. Vrouwen waren er al lang bedreven in om een zekere bereidwilligheid uit te stralen om dan, nadat de heer de rekening betaald had opeens geen belangstelling meer te hebben en daarbij de vermoorde onschuld te spelen. Dit soort gedrag wordt nu geïntensiveerd.
Het kan niet verbazen dat dit uiteindelijk weerstand oproept. Nette weerstand zoals van deze auteur, die toevallig een leuke partner heeft en rustig zijn stukjes tikt, maar ook wat meer agressieve weerstand, die uiteraard vooral de voorvechtsters van nog meer feminisering treft. Zolang het bij seksueel getint schelden blijft lijkt mij dat prima en volledig te rechtvaardigen. Met de recente actie van een drietal dames-waarvan-we-hopelijk-nooit-meer-iets-zullen-horen is de strijd een nieuwe fase ingegaan. Men kan wel spreken van een oorlogsverklaring, waarin men probeert een fortificatie van Man-zijn te slopen. Toegegeven het is niet MijnStijl en ik bezocht nooit dumpertreeten; ik zou nooit “iemand doen”, maar misschien ben ik al behoorlijk gefeminiseerd. Deze vorm van vrij wanhopige communicatie over seks is geëscaleerd door de jarenlange aanval van het feminisme op de Man. Het zonder enige empathie — die is gereserveerd voor de bootvluchteling — tegemoet treden van de witte manlijke medeburger die nog een beetje een normaal mens wil blijven met normale behoeften.
Dat de mainstream media hier kritiekloos ruimte voor bieden en adverteerders voor deze oorlogszuchtige daad gevoelig zijn hoeft niet te verbazen. Het gaat immers om consumeren. Niet om je land verdedigen of iets nuttigs produceren.
Lees het vervolg: Emotionele intelligentie zal ons naar de afgrond voeren
Victor Onrust zet de rel over het seksisme van GeenStijl in de contekst van de strijd tussen man en vrouw, beter gezegd, de strijd tussen de man en vrouw in de westerse maatschappijen. Hij haalt het westerse feminisme erbij, in zijn volgende stuk noemt hij het moderne feminisme hetgeen impliceert dat hij ook een ouderwets feminisme kent.
Ik ken dat ook, ik wil niet beweren dat er evenveel feminismen zijn als vrouwen, want dan zou het feminisme voor ons mannen geen probleem zijn, en dat is het voor mij wel. Er is echter ook geen wereldwijd feminisme, en als werkzame definitie hanteer ik daarom, het nationale feminisme. Dus in Belgieje iets anders dan in Nederland, ik prefereer het belgiese overigens.
Binnen Nederland zijn er natuurlijk ook verschillen, dat van Aaf Brandt Cortius is anders dan dat van Katja Schuurman, maar die verschillen negeren we even in dit verhaal.
Vandaag in de internetpublicatie van de Groene Amsterdammer een verhaal van Joost de Vries, die het helemaal niet heeft over de man-vrouw verhouding, maar wel over de verhouding tussen de burger en het bedrijfsleven. De burger kan je als lezer lezen als vrouw en het bedrijfsleven met heel veel moeite ook. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat Joost de Vries, boven de partijen staand, tot andere konklusies komt dan Victor Onrust
@Willem Ik begrijp het niet. Heeft de Vries het dan uiteindelijk over het zelfde onderwerp? Anders slaat dat “zelfde conclusies” nergens op. Misschien beter er even een stukje aan te wijden.
de kop van het artikel van Joost de Vries is alsvolgt:
adverteerders in het nauw
Loes Reijmer en Rosanne Herzberger tonen gevoel voor strategie
onderkop: Het aanpakken van het seksistische GeenStijl is niet alleen terecht, Loes Reijmer en Rosanne Herzberger tonen ook gevoel voor strategie. Ze problematiseren de relatie tussen de burger en het bedrijfsleven op een manier zoals dat maar zelden gebeurt.
tot zover het citaat. Een stukje erover staat al in mijn eerdere reaktie hierboven, een stuk hierover zou ik eerder naar de Groene sturen.