De “Wat als jij” methode van de Goedmens
Mijn standpunten wijken af van die van de meeste mensen. Met name omdat ik niet geloof in de gelijkwaardigheid van alle mensen, die uiteindelijk niets anders is dan de christelijke broederschap. Dat ik daar eerder een verplichting jegens het “andere” of “mindere” aan verbind dan een excuus om ze te onderdrukken, uit te buiten of erger maakt de meeste gesprekspartners niets uit. Je wordt voor racist of erger aangezien.
Ja ik discrimineer, zoals iedereen dat feitelijk doet. Daar ben ik niet per se trots op. Het is de simpele realiteit; de basis van al het leven, ook het sociale.
Een argument waarvan de gelijkwaardigheidsfundamentalist zich graag bedient is de “Wat als jij…” truc. De meest voorkomende variant daarvan is “Wat als jij in Syrië/Eritrea/Bangladesh geboren bent?”. En terwijl de uitspraak “Als de hemel naar beneden komt hebben we allemaal een blauwe hoed” op weinig bijval kan rekenen geldt dat niet voor deze uitspraak. Als je zegt dat dit net zo’n grote onzin is als dat van die hemel wordt je op zijn minst een gebrek aan inlevingsvermogen verweten. Ik lees ook dat daar geleden wordt, dat onschuldigen gedood worden en anderen opgesloten en ik neem zonder meer aan dat daar iets, en vaak veel, van waar is. En dat lijden treft ook mij. De essentie van de Wat-als-truc ontgaat degene die hem gebruikt. Want door die stelling ben je opeens medeverantwoordelijk voor die uitzichtloze situatie. Die fictieve jij heeft immers dezelfde rechten op voorzieningen en een goed leven en, zijnde je fictieve zelf, dus op zijn minst je tweelingbroer, ben je ook verplicht hem daarin te helpen. Ook ik voel compassie, de wens dat dit anders zou zijn. Maar in tegenstelling tot de Goedmens voel ik geen verplichting en al helemaal niet tot directe hulp; bijvoorbeeld in de vorm van het openstellen van de grenzen of het sturen van voedsel. Ik maak een serieuze afweging, waarbij mijn eigen belangen, die van mijn naasten en die van mijn “land” (in mijn geval NW Europa) voorop staan. Hulp mag ons daarbij wel iets kosten, maar het moet ook wat opleveren. En dat opleveren betekent niet het helpen van de vluchteling, maar proberen iets te doen aan de oorzaak van zijn vlucht. Ik wil wel dat wij, “ons land”, daar iets aan doen. Op dit moment zijn wij daar helaas niet toe in staat. Om daar iets te doen moet je macht hebben, een sterk land zijn. Dat zijn wij niet. Ik wil dat we dat worden zodat we iets kunnen doen. En dat wil zeggen dat we niet met de geldbuidel zwaaien om het af te kopen maar geweld gebruiken, om te beginnen economisch geweld, maar indien nodig ook militair geweld. En dan niet voor zogenaamde vredesmissies maar om de veroorzaker van leed totaal en niet zachtzinnig te verslaan.
Niet alle “wat als” vragen zijn onzinnig. Vragen die onderzoeken wat het gevolg is van verschillende handelingen zijn juist zeer nuttig. Spreadsheets zoals Microsoft Excel hebben een “wat als” functie waarmee je bijvoorbeeld kunt uitrekenen wat je opbrengst wordt als je 10% meer of 10% minder investeert. Of als je de prijs van je product met 10% verhoogt of verlaagt. Zeker nuttig, al moet je goed in de gaten houden dat het je eigen veronderstellingen zijn die de uitkomst bepalen.
De vragen die een andere werkelijkheid in plaats van de feitelijke stand van zaken proberen te introduceren zijn wel onzinnig. En helemaal het “Stel dat jij…”. Je bent wie je bent, in het hier en nu, product van je ouders, je opvoeding, je maatschappelijke ervaringen. Je bent weliswaar niet zo uniek en speciaal als men je graag wijs maakt, maar zeker niet uitwisselbaar met iemand die in totaal andere omstandigheden, in een andere cultuur is opgegroeid.
Dr. Wim Klever (groot kenner trouwens van Spinoza) lijkt niet-naasten gelijk te stellen aan vijanden. Ik zou het net even anders willen verwoorden:
Gerelateerd is de vraag of een verre ook een naaste kan zijn. Ik meen dat iemand pas een naaste kan zijn als je genoeg over die persoon weet en je bovendien verwantschap voelt. Zolang je van een volk in het midden van bijv. Afrika niet weet welke moraal het erop na houdt, mag je niet spreken van naasten. Weet wie je helpt, opdat je kleinkinderen je niet zullen verwijten hùn problemen te hebben geschapen.
De foto blijkt van een Belgische tv-serie “Wat als” waarin sketches worden gespeeld. Ik denk dat maar weinig Nederlanders er kennis van hebben. In elk geval verwarde de foto mij en snapte ik de associatie niet.
Het is een voorbeeld van een “wat als” waar de realiteit wordt ingewisseld met iets niet bestaands. Meer niet. Toch minder verwarrend dan jouw kater lijkt me.
Haha, ja die kat. Maar die was toch wel duidelijk na het lezen, lijkt me. De wat-als haalde IK niet zomaar uit bovenstaande blog, wat ik overigens wel een goed blog vind.