Bevrijd de media!
De NPO ontleden doe je zo… schreef gewaardeerd blogger en twitteraar Svennusmax 16 augustus. Een ontleding waar ik het alleen maar mee eens kan zijn. Maar wat nu? Steeds vaker merk ik dat het op internet en elders barst van de kritiek maar dat er bar weinig voorstellen zijn hoe het dan wel zou moeten. En de voorstellen die ik zie zijn vaak marginaal schaafwerk of weinig uitgewerkte kreten. Of het nu over economie, vluchtelingen, Islam of de media gaat. Ik doe al wat jaren mijn best om met wat meer doorwrochte alternatieven te komen. Dan blijkt dat de meeste analyses nog net iets te kort schieten. Vooral omdat de oorzaken van de ongewenste situatie onderbelicht blijven. Toevallig leidde mijn denken over de media vorige week tot een idee voor een mogelijke oplossing.
Media zijn de ziel van de democratie
Misschien wel het belangrijkste onderdeel van onze democratie is goed functionerende media. Helaas voldoet op dit moment alleen de schrijvende pers (al of niet in de vorm van een internetkanaal) nog enigszins aan de eisen. Op TV is de meningsvorming die aan democratische besluitvorming ten grondslag zou moeten liggen een farce, een hoge uitzondering daargelaten. Maar ook die pers staat zwaar onder druk, met een steeds geringere financiële ruimte voor onafhankelijke journalistiek. De afhankelijkheid van informatiebronnen wordt groter en ter wille van de advertentie-inkomsten is er een voortdurende druk om lifestyle, sport en vermaak een belangrijker plaats te geven en al te kritische meningen te vermijden. Dit nog afgezien van de politiek wat eenzijdige samenstelling van het journaille. De verschillende organen gaan dan ook, op een enkele uitzondering na steeds meer op elkaar lijken en produceren een eenheidsworst, waar de werkelijk kritische mening bij uitzondering als een knapperig stukje vlees aan toegevoegd wordt. Voor de show.
Biedt internet een oplossing?
Veel mensen denken dat het internet een oplossing biedt of gaat bieden voor deze kwaal maar dat is zeer de vraag. Voorlopig is er sprake van dominantie van aan de klassieke media gelieerde websites aangevuld met een enkele nieuweling die vaak de werkwijze van de oude media overneemt. En verder een archipel van sites waar op diverse manieren gepoogd wordt meningen te uiten, meestal voor een relatief klein en, belangrijker, minder relevant gezelschap. Er ontstaat een kakofonie waarin men vooral langs elkaar heen praat in plaats van met elkaar in debat te gaan. Professionele, betaalde journalistiek in deze kaders bedrijven is moeilijk en onderzoeksjournalistiek al helemaal.
We zien een aantal initiatieven om dit via enige vorm van financiële bijdragen van (potentiële) lezers mogelijk te maken. Sommige van die initiatieven slagen, vooral als er enige zichtbare of onzichtbare steun is vanuit bestaande media. Andere gaan ten onder. Een groot probleem is dat ook deze initiatieven, een enkele uitzondering daargelaten geen duidelijke (redactionele, politieke) richting hebben, het is een min of meer bont gezelschap waar men voor de lieve vrede elkaar veel vrijheid laat. Dat maakt het moeilijk. Een lezer weet eigenlijk niet goed waarvoor hij kiest. En als hij niet wil kiezen dan zou hij aan veel initiatieven moeten bijdragen. Dit naast abonnementen op meer traditionele media die hij vaak wil behouden. Of schoon men zou kunnen denken dat dit “laat honderd bloemen bloeien” non-beleid goed is voor democratisch gezond functionerende media is het tegendeel waar. In democratie gaat het om meningswisseling die uiteindelijk richting moet bepalen en dan is een langs elkaar heen pratende kakofonie zeer ongewenst. Het lijkt misschien wel alsof er evenveel meningen als mensen zijn maar dat valt behoorlijk tegen. Zeker als men het over serieuze, dat wil zeggen mogelijk te realiseren ideeën heeft. De meningsvorming is gebaat bij een zekere concentratie van duidelijk van elkaar te onderscheiden richtingen. Het wordt tijd dit medialandschap flink op te schudden.
Voordat we over een andere opzet voor de media kunnen spreken moet er nog een belangrijke illusie uit de weg geruimd: objectieve media bestaan niet, kunnen niet bestaan en hebben nooit bestaan. Ja, als het gaat om een simpele waarneming, het zogenaamde nieuws is het makkelijk: “Er is een bom ontploft en er zijn 20 doden”. Daar kan niet veel verschil van mening over ontstaan. Maar al in de selectie van nieuws en de positionering zit veel partijdigheid, om van interpretaties maar te zwijgen. Een illustratie hiervan in mijn blog Goebbeliaanse Propaganda. We kunnen alleen maar streven naar een situatie waarin verschillende stromingen min of meer gelijk aan bod komen.
Vereniging voor vrije media
Uitgangspunt is dat er organisaties ontstaan die een bepaalde stroming (ideologie) vertegenwoordigen, waar gedegen betaald journalistiek (onderzoeks)werk kan plaatsvinden en waar voldoende ruimte is voor debat. Een dergelijke organisatie verder aan te duiden als “mediorgaan”. Deze worden grotendeels door de leden/abonnees en de overheid gefinancierd en moeten zich qua richting duidelijk van elkaar onderscheiden.
Deze publiek-private mediorganen worden gecontroleerd en toegelaten door een apart te verkiezen raad voor de media. Die raad houdt daarnaast voor radio en TV en mogelijk ook voor andere kanalen periodiek een veiling voor de toegang tot kanalen waarbij de verschillende mediorganen kunnen bieden op tijdssloten. Zij mogen hiervoor slechts een tevoren vastgesteld deel van hun middelen gebruiken.
Het mediorgaan zelf is multimediaal. D.w.z. men mag zich op een medium toeleggen maar er is geen mogelijkheid in een ander medium een mediorgaan van dezelfde richting toe te laten. De schrijvende pers wordt zo gekoppeld aan TV en internet. Uitgesloten van een eigen mediorgaan zijn stromingen die andersdenkenden of “-zijnden” uitsluiten of erger. Dus geen orgaan van islamitische of fascistische snit tenzij die eenduidig van dergelijke opvattingen afstand hebben genomen. Het mediorgaan dient ruimte te reserveren voor bijdragen van lezers en kijkers, in de eerste plaats de eigen achterban, maar ook van andere richtingen. Dit om te voorkomen dat men niet meer met elkaar in gesprek is. Het gebruik van deze ruimte staat onder een aparte redactie, die volgens een eigen reglement functioneert en waar de raad voor de media apart toezicht op houdt.
Voor dit idee hoeven bestaande organisaties niet tot de grond toe afgebroken te worden. Zij kunnen met een of andere vorm van fusie en aanpassing in een nieuw bestel functioneren. Maar er zal veel verzet zijn, vooral uit de hoek die belang heeft bij het voortbestaan van de huidige werkwijze. Wil dit een kans krijgen dan zal actie en druk nodig zijn. Misschien is daarvoor een vereniging voor vrije media noodzakelijk. Misschien zijn er mensen die zoiets kunnen en willen oprichten.
Tegenwoordige media als De Volkskrant, NRC, etc. claimen juist diversiteit. Terwijl in redacties nog immer een bepaalde, vaak historisch gegroeide, ideologie prominent is, claimen diezelfde redacties dat zij lieden van diverse snit aan het woord laten en zelfs in de burelen hebben. Jouw pleidooi komt erop neer dat zij (veelal) terugkeren naar hun begindagen, toen de ideologie er nog wel dik bovenop lag en de opponent maar naar zijn eigen clubje ging als die wat wilde becommentariëren. Het waren inderdaad best overzichtelijke structuren en je wist waar je je bij aansloot.
Probleem is tegenwoordig eerder dat ‘ideologie’ bij veel mensen heeft afgedaan. Zij willen zich telkens opnieuw een mening vormen zonder argumenten eerst te toetsen aan een ideologie. In jouw voorstel zou je perse een ideologie moeten hebben, wil je een mediorgaan kunnen oprichten. Maar wat moeten die ideologielozen dan?