De ondergang van het denken
De intellectueel als hofnar
Er is genoeg aan de hand in deze maatschappij om (zeer) kritisch over te zijn. Het lijkt of het niet ontbreekt aan die kritiek. Maar helpt het? En waarom niet?
Kritiek
Als voorbeeld zou de nu al jaren voortdurende kritiek op het onderwijs (in al zijn geledingen) in de Volkskrant kunnen dienen, begonnen in de 80er jaren door Piet Vroon die WO consequent aanduidde als ZULO (Zeer Uitgebreid Lager Onderwijs) en op dit moment in de columns van Aleid Truijens. Veel beschrijvingen van wat er allemaal mis is. Enige ruwe ideeën over hoe het beter kan, voornamelijk: terug naar vroeger. Maar zonder afdoende vernietigende analyse van het krachtenveld waarin dit alles zich afpeelt. Het is herhaling zonder effect. Roepen in de woestijn.
Kritiek is er in soorten: negatieve kritiek is het makkelijkst. Beschrijven wat er niet deugt. Dit vergt ook de minste intellectuele inspanning. Maar alle kritiek begint als negatieve kritiek
Ook positieve kritiek lijkt op het eerste gezicht niet moeilijk. Men gaat roepen dat het vroeger beter ging of dat de bekritiseerde praktijk eenvoudigweg gestopt kan en moet worden. Ook het onbekommerd aanbevelen van alternatief doe-het-zelven valt hier onder. Niet dat deze alternatieven per se fout zijn. Als men de analytische fase min of meer overslaat ontbreekt een verklaring waarom zij een oplossing zijn voor het probleem. Of hoe de voorgestelde oplossing op voldoende schaal impact kan hebben op de gesignaleerde misstanden. Het belangrijkste is dat er dan geen zicht geboden wordt waarom, door wie en hoe een alternatief tot stand kan komen. Kortom, zij heeft het karakter van “als de hemel naar beneden komt hebben we allemaal een blauwe hoed”.
Analytische kritiek probeert oorzaken voor wat er niet deugt bloot te leggen. Kritiek die de ontstaansgeschiedenis en achtergronden van een maatschappelijk probleem analyseert is een voorwaarde voor het aandragen van serieuze oplossingen, inclusief suggesties voor de manier waarop die bereikt kunnen worden en verklaring waarom zij zouden moeten werken. Een analyse is op zich al van waarde, anderen kunnen daarop voortbouwen met oplossingen.
De intellectueel
Laten we voor het gemak iemand die misstanden publiek benoemd en verwoordt een intellectueel noemen. Zij zijn vrijwel uitsluitend te vinden in de geschreven media. Voor de radio mogen ze nog wel eens wat zeggen, maar op TV zijn ze nagenoeg afwezig tenzij voor een vijf-minuten commentaar a la dr Clavan op weer een nieuwe misstand.
Intellectuelen van redelijk formaat zijn niet dik gezaaid. In ieder geval in het NL taalgebied. Het worden er steeds minder, en ze hebben steeds minder invloed. Analyses schieten te kort en graven niet diep genoeg om de krachten achter verschijnselen bloot te leggen. Maar vooral ontbreekt het aan een intellectueel klimaat waarin voortgaande discussie mogelijk is en waar de kritiek kan groeien. Een analyse.
Het intellectuele klimaat
De afbraak van de plekken waar kritiek zich zou kunnen ontwikkelen is de belangrijkste oorzaak van de ondergang van het denken. Die plekken zijn de “kwaliteitsbladen” en de wetenschappelijke (gamma) instituten en faculteiten. De kwaliteitsbladen kampen met teruglopende oplagen en inkomsten, een verdergaande dominantie van het beeld en versplintering van de communicatie. Daarnaast heeft het om zich heen grijpende cultuurrelativisme de werkwijze van redacties verregaand beïnvloed. Het idee dat niemand de waarheid in pacht heeft is daarbij ontaard in de idee dat alles even waar is. De consequentie is dat ieder standpunt een plek moet hebben en dat discussie eigenlijk onmogelijk en dus onwenselijk is. Naast een versnippering van de aandacht van de lezer over een veelheid aan mogelijke media versplintert dit de inhoud van de krant tot een berg meningen.
De wetenschappelijke instituten kampen met een onophoudelijke verschraling en een inhoudelijke oriëntatie op snelle “successen” en volume van publicatie in ideologisch op exclusief liberale leest geschoeide, USA-georiënteerde media. Daarnaast heeft, wat nog doorgaat voor linkse oppositie zich getransformeerd tot belangenbehartigers van de minderbedeelden, volledig opererend binnen dominante liberale kaders. Er bestaat daar geen behoefte meer aan verder reikende perspectieven en daarop georiënteerd denken. Zeker niet als die ook nog eens kritisch blijkt naar hun eigen werkwijze. Vanuit die hoek is nog maar weinig ondersteuning voor enige creativiteit op dit gebied te verwachten. Voor zover er invloed en middelen van buitenaf naar wetenschappelijke instituties stroomt is dat vrijwel geheel afkomstig uit het bedrijfsleven. Privaat kapitaal geeft alleen aan pleisters plakken -denk aan Bill Gates zijn strijd tegen ziektes- of andere onschuldige initiatieven. Niet aan instituten waar mogelijk de eigen rol kritisch belicht wordt. Misschien komt George Soros nog een klein beetje in de buurt van een figuur als Friedrich Engels.
De kritiek die nog enigszins gehoord wordt, d.w.z. waar enige aandacht in de media voor bestaat of die nog een plekje in de wetenschap krijgen toebedeeld is ongevaarlijk. Een goed voorbeeld hiervan is Slavoj Zizek, die als “Marxist” van alles mag roepen en aan een prestigieuze onderwijsinstelling is verbonden. Volstrekt ongevaarlijk. De intellectueel als hofnar. Maar ook van Piketty gaat weinig gevaar uit. Daarom wordt hij ook gekoesterd.
In dit gure intellectuele klimaat kunnen zich maar weinig intellectuelen ontwikkelen. Voor de meesten geldt dat zij geen keuze hebben en zich voor hun broodwinning moeten onderwerpen aan het “u vraagt, wij draaien” van wetenschap en media. Degenen die daar enigszins aan kunnen ontsnappen leiden een geïsoleerd en daarmee onvruchtbaar bestaan.
Zo ziet “de Ondergang van het denken” er uit. Het is de titel van een essay uit 1988 van Alain Finkielkraut waarin hij dit verschijnsel vanuit een wat andere invalshoek beschreef.
Dag V.
Complimenten voor deze ingetogen blog. Een reden om maar eens terug te schrijven. Voor de gezelligheid.
Elke tijd heeft zijn eigen media en de oude vormen raken obsoleet.
Jonathan Israel laat a.d.h.v. de Republiek der 7 Verenigde Provinciën zien hoe kennis en publieke opinie gevormd worden in relatie tot de beschikbare media [00 – 9] .
Ik ben zo vrij de nieuwere tijd hierbij te betrekken : the medium is the message [ 10 – 30]
00. het Lied; [troubadours > het Roelantslied], kerkgezang [ gregoriaanse mystiek, de psalmen]
01. storytelling, oral history, benutting van het Rijm als geheugensteun
02. De preek
1. het leren lezen [van de Bijbel, door de gelovigen zelf] (ca. 1350 – Geert Groote’s Broeders des Gemeene Levens );
2. opkomst van commerciële drukkers / uitgevers [waar bijv. Erasmus handig gebruik van maakte bij zijn kritieken op diverse amorele en onethische troonopvolgers : Adagia als bestseller van ‘volkse’ spreekwoorden; Lof der Zotheid; [kritische] Bijbel vertalingen uit het Grieks ; rond 1500]
3. het ontstaan van ‘leeskringen’ rond bepaalde kritische intellectuelen (Baruch Spinoza e.v.a.)
4. Couranten
5. De Encyclopedisten, de universele verzameling van Kennis
6. Benutting van de ‘populistische’ Roman-vorm ( Voltaire, Ayn Rand en 100den anderen )
7. Populair wetenschappelijke werken over de Opvoeding, gericht op de Burgerij
8. Pamflettisten ( sterk in opkomst rond 1790, de Bataafsche Republiek)
9. Hypnose, psychoanalyse
10. Handelsreizigers, huis aan huis bezoek [Jehovah Getuigen]
11.
12. Telegram, Telefoon
13. Radio [ toespraak Churchill, hoorspel Orson Welles)
14. Graphic Novels ( strips)
15. Fotografie (beeldcultuur), fotoroman
16. Film ( beeldcultuur) , Soaps
17. Bordspelen [MEJN, Monopoly 1935 ]
18. Brainwash [ leger , geheime dienst ]
19. Live Televisie [ vanaf 1950 in NL ] (beeldcultuur, new oral history, new storytelling, Twistgesprek, Reality Soaps)
20. PC , e-mail
21. Nintendo
22. Internet, searching sites, wikipedia’s
23. Gaming (nu via Internet)
24. Smart phones
24. Social Media,
25. Apps,
26. Blogs, de Correspondent
27. Virtual Reality, Google glass
Een ‘hockeystick’ grafiek van nieuwe media-technologie enerzijds,
een uitdijende dispersie grafiek van communicatiemogelijkheden in het individuele bereik anderzijds.
Versplintering aan de ene kant, ‘gedeelde ervaring’ en hypes aan de andere.
Peak-meters voor gedeelde ervaringen, kijkcijfers, bestsellerslijsten.
Plaats in deze wereld de historische bijdrage van de intellectueel;
Plaats in deze wereld de ‘populistische’ aandacht/receptie voor de uitkomst van het aan intellectuelen, troubadours en hofnarren “uitbestede” denken.
Je ziet het gebied dat “ongedekt” is :
– graphic novels [ een beetje, in Frankrijk en Amerika een sterkere intellectuele traditie]
– oorspronkelijke scripts voor films, documentaires, twistgesprekken, fact-finding
– soaps [ In zuid Amerika, Arabie, sommigen met een progressieve relevantie]
– apps
– games
– virtual reality
– de meta-structure voor Blogs ( de bloggenwinkel als metaforische vernieuwing van de boekenwinkel )
– de meta structure van het Filmarchief ( moeilijk i.v.m. rechten, maar met de indie’s beginnen zou kunnen]
– de meta structure van ‘fact finding’ , Wikipedia 2.0 met bewijsplaatsen in films, blogteksten, interviews, statistiek, roept u maar.
Kortom, de synthese is aan de intellectueel als de opsplitsing en uitsluiting aan het populisme is.
Zie ook : http://geradtaylor.com/Titanic_V3.mov
Een nerd geeft het goede voorbeeld; nu het intellectuele script nog
Het is een mooi en ook droevig blog. Echter: dat niemand de waarheid in pacht heeft is niet een gedachte uit het multiculturalisme, maar werd al veel eerder in de filosofie verwoord. En dat betekent overigens niet dat er niet ook een streven is naar “waarheid”. Er wordt toch niet voor niets zoveel strijd geleverd, mede door de blogger!
@Frits Een mooie opsomming maar je conclusie volg ik niet. Uit mijn beschouwing volgt dat een synthese onmogelijk is als er geen (publieke) plek is waar die kan plaatsvinden. Een enkele, losse intellectueel is geen intellectueel.
@Ans Klopt, maar dat beweer ik ook niet. Het multiculturalisme “is daarbij ontaard in de idee dat alles even waar is.” en dat is iets anders dan dat niemand de (absolute) waarheid in pacht heeft.
Hi Vi
Een intellectueel is ook ‘alleen’ een intellectueel die zijn omgeving zelf organiseert of benut. De historische voorbeelden die ik gaf deden dat allemaal.
Ook Lenin fladderde de Sociaal Democratische partij binnen en speelde de twee vleugels tegen elkaar uit.
Mijn stelling blijft dat een ‘hedendaagse’ intellectueel een geweldige kans heeft om via hedendaagse media invloed op te bouwen. De Huffington Post is een voorbeeld, nu een ‘brand’ met wereldwijd filialen. Maar Ben van de Ben mobiele netwerk is ook een handige jongen die een monopolie ontwikkelde op het “meta- niveau” dat brak lag. ( Vergelijkingssites) . Daar zie ik een gouden toekomst voor een heuse opiniemaker.
En voor apps maken en gaming zie ik ook mogelijkheden, maar dan moet je met meer zijn. Zoals Fokke en Sukke illustreren.Maar wat veel beter zou kunnen.
Ik denk dat Gramsci wel gelijk had toen hij stelde dat intellectuelen in alle bereiken van het dagelijks leven, inclusief de politiek, naar de hegemonie van hun ‘stroming’ of partij moeten streven. Maar dat verondersteld dat je (ooit) een partijdige intellectueel zult moeten worden.
Wat betreft de “waarheid” denk ik met Spinoza dat het veel eerder om de ethiek gaat dan om de ‘absolute’ waarheid. En daarna de verhouding tussen filosofie en politiek..
Wat S. in zijn tijd voor ‘waar’ hield op basis van de ‘kennis’ der natuur, zou in het licht van de huidige inzichten in materie en geest (affecten) volledig geherformuleerd moeten worden. Maar zou ook nu weer een ‘hedendaagse ethiek’ kunnen opleveren.
Een beetje het terrein van jouw hofnar Zizek, die ik zelf meer als een scherpe waarnemer van valse profeten in onze tijd zie. {Zonder zijn oplossingen steeds te delen }.
Kortom, intellectueel, aan de bak !
Ik begrijp je depressie : met een ‘willekeurige’ blog tegenover het geweld van Wijnberg c.s., Krugman of Le Monde.
vr.gr. Frits