Reacties

Geloof is geen jas — 6 reacties

  1. Je neigt mij te veel richting het (cultuur)relativisme. Ouder dan de Universele Verklaring, veel ouder, is de gedachte dat er zoiets bestaat als het natuurrecht – een eeuwige en universele standaard van goed en kwaad die gebaseerd is op de (menselijke) natuur. In welke samenleving je ook kijkt, er zijn bepaalde regels nodig die het samenleven mogelijk maken. Die regels verschillen op details, maar niet in de essentie. Ook hebben mensen overal en altijd dezelfde behoeftes aan eten, drinken, liefde, erkenning door de groep, enzovoorts. Jouw relativistische standpunt blijkt ook uit je ontkenning dat er zoiets bestaat als een aangeboren menselijke natuur, de mens is een onbeschreven blad, een tabula rasa. Maar je hoeft geen Dick Swaab te zijn om in te zien dat er ook wel een flink deel van de mens nature is en geen nurture. Je relativisme blijkt opnieuw uit je geloof in de maakbaarheid van de mens – we zouden ook een Europees volk kunnen maken. Dit neigt naar mijn smaak naar utopisme. Verder ben ik het eens met je kritiek op het liberalisme en haar universalistische pretenties. Zelf zoek ik naar het evenwicht tussen nurture en nature, gewoonterecht en natuurrecht, relativisme en universalisme. Maar in ieder geval bedankt voor de interessante reactie 

  2. @yoram. Cultuurrelativisme is voor mij de notie dat alle culturen (ongeveer) even veel waard zijn en bijgevolg ook even veel waarheid zouden bevatten. Uiteindelijk uitmondend in: “ieder zijn eigen waarheid”. Het gaat dan om het relativeren (in de psychologische zin) van de waarde van de eigen cultuur. Ik ga uit van de stelling dat de ene cultuur (ik spreek eigenlijk liever van ideologie), bijvoorbeeld die op de verlichting gebaseerd is, wel degelijk meer waarheid bevat dan de ander en dus ook “beter” is. Maar geen enkele cultuur kan de absolute waarheid kan claimen. Dat betekent dat de culturen zich “relatief” ten opzichte van elkaar verhouden. Dat heeft niets te maken met cultuurrelativisme.

    Je interpretatie van mijn tabula rasa bevreemd mij zeer, want uit de context moet toch overduidelijk zijn dat het om een cultureel onbeschreven blad gaat. Natuurlijk heeft het blad allerlei biologische eigenschappen, waaronder driften, reflexen en hersencapaciteiten die het voor het overgrote deel deelt met alle andere mensen, zei het niet in gelijke mate. Die worden bij de opvoeding ook gebruikt en “gevormd”. Cultureel gezien is een pasgeboren baby een onbeschreven blad. Overigens heb ik niks met Swaab maar alles met Dennett.

    Je verwijt van utopisme vind ik nog iets vreemder want ik zeg toch duidelijk “kunnen vermengen en transformeren”. Dat lijkt me iets heel anders dan “maken”. De huidige culturen zijn ook ontstaan als mengsels en transformaties van hun voorgangers. Er is geen enkele reden om de huidige toestand als absolute eindtoestand te zien. Ook dit is geen “relativisme” maar evolutionair denken.

    Je idee over natuurrecht (een eeuwige en universele standaard van goed en kwaad ) lijkt mij onhoudbaar. Er zijn biologische en andere materiële beperkingen aan wat mogelijk is. Maar wat wij in de verlichte westerse wereld nu als goed en kwaad zien is het product van een lange culturele ontwikkeling die maar door een klein deel van de mensheid gedeeld wordt. Iets wat wij nu als ongeveer het absolute kwaad zien (de holocaust) was volgens de mensen (ja, zelfs de Nazi’s waren mensen) die het bedachten en uitvoerden goed. Dat wil overigens helemaal niet zeggen dat ik de huidige waarden wil relativeren (sommige wel overigens). Ze zijn alleen niet van nature gegeven en zijn niet “automatisch” in ieder mens aanwezig. Des te belangrijker om ze te verdedigen. Juist het geloof in natuur-recht zou je in slaap kunnen sussen en laat je denken dat het allemaal vanzelf goed komt.

  3. Ik raad je aan om ‘Natural right and history’ te lezen van Leo Strauss. Ik vat een aantal punten van Strauss kort samen. Mensen verschillen van mening over goed en kwaad. Dit vormt geen weerlegging van het natuurrecht. Het is namelijk juist dit gegeven (dat verschillende mensen verschillend denken over goed en kwaad) dat aan de basis staat van de ontdekking van het natuurrecht. De oudste mensen leefden in vrij geïsoleerde samenlevingen, en konden zodoende geloven dat hun manier van denken over goed en kwaad de enige mogelijke manier van denken over zulke kwesties was. Pas doordat verschillende culturen met elkaar in contact kwamen, en er in samenlevingen als Athene zelfs een soort multiculturele samenlevingen ontstonden (multicultureel is hier geen normatief ideaal, maar is descriptief: het beschrijft een samenlevingen waarin mensen uit verschillende culturen met elkaar samenleven), gaan mensen de vraag stellen of er niet een redelijke manier is om te bepalen welke moraal de betere is.

    Als er geen natuurrecht is, is er alleen positief recht. Dan is het recht uiteindelijk niets anders dan wat de machthebbers “recht” noemen. Recht wordt dan gelijk aan macht. Als de macht het voorschrijft, kan het dan inderdaad opeens “rechtvaardig” zijn om een heel volk uit te roeien. Recht is dan niets anders dan conventie, en conventies veranderen met de tijd. Wat echter voor het natuurrecht pleit, is dat wij toch in staat zijn om de wetten en de samenleving waarmee wij zijn opgegroeid als “onrechtvaardig”  te bekritiseren. Dit toont dat wij niet geheel slaven zijn van de tijd en de samenleving waarin wij leven. Kennelijk hebben wij de beschikking over iets anders dan alleen de normen en waarden die wij van de cultuur hebben meegekregen, iets waardoor mensen van over de hele wereld in verhalen en films kunnen begrijpen wat “goed” en wat “slecht” is. Neem bijvoorbeeld het bijbelse verhaal over koning David die verliefd wordt op de vrouw van Uria de Hetiet, de schone Batseba. David zorgt ervoor dat Uria in een veldslag omkomt, zodat hij met Batseba kan trouwen. Wanneer de profeet Nathan hem het verhaal vertelt over de rijke man die de arme man zijn enige lam afneemt, ontsteekt David in woede. Ook hij begrijpt dat dit onrechtvaardig is. Nathan laat hem dan weten dat hij de rijke, onrechtvaardige man is. Iedereen die het verhaal leest, kan begrijpen wat rechtvaardig en onrechtvaardig is. Ook kinderen kunnen dit begrijpen. Natuurlijk betekent dit niet dat mensen zich niet kunnen vergissen. Maar dat sluit het bestaan van het natuurrecht niet uit, omdat dit juist gebaseerd is op een begrip van de natuur dat niet aan iedereen gegeven is.  

  4. Gelovige ouders kunnen hun kinderen niet anders dan in hun gelovige sfeer open opvoeden,  gericht op een volwassen leven waarin kinderen zelf later zelf de beslissingen nemen over hun geloof of levensbeschouwing. Geloof mag rustig in alle godsdienstvrijheid een jas zijn, maar geloof is geen luier waarmee je je kinderen al tot gelovige mag maken, en al helemaal niet met lichamelijk(jongensbesnijdenis..en de meisjes dan?)  of eeuwigdurend merkteken(de theorie bij doopsel). Dat recht hebben ouders niet. Dat is zelfs tegen alle godsdienstvrijheid van hun kinderen in!

  5. @Yoram Mijn stelling is niet dat “wij slaven zijn van de tijd en de samenleving waarin wij leven.” Er kan “beter” “recht” of een betere moraal ontdekt worden. Dat is dan nog geen natuurrecht. “Beter” is een relatief begrip dat door de loop van de geschiedenis  (=selectie, evolutie) “waar” wordt. Soms gaat dat met overreding, tot nu toe meestal met geweld. En er blijven allerlei natuurlijke (biologische) “wetten” gelden waarbinnen het morele universum zich ontplooit. Je voorbeeld is een duidelijk voorbeeld van overreding: het opgeven van de ene morele waarde voor een betere. Je stelling dat “iedereen dat begrijpt” klopt van geen kant. Kijk maar hoe Moslim jongeren tegen (ongesluierde) vrouwen aankijken. Het belangrijkste probleem is steeds hoe je aankijkt tegen mensen die niet tot jouw groep behoren. Het bijbelverhaal is wat dat betreft krom want de Hetiet is een “vreemde” en de arme voor de rijke niet. Het verhaal van Abraham die zijn zoon niet offert is een beter voorbeeld.