Aan het eind van “De onschuld van 68” wordt duidelijk dat cultuurrelativisme, het verbod om de ene cultuur boven de ander te stellen de kern is van gelijkheidseisen voor verschillende vormen van menselijke identiteit: identiteitspolitiek. Die gelijkheid lijkt met terugwerkende kracht te gelden. Daarmee worden de huidige waarden van de Westerse cultuur onverkort op haar verleden “toegepast” en ontstaat er schuld in het heden uit daden in het verleden die toen tot de gewone cultuur behoorden. Om daar een eind aan te maken zullen we de ongelijkheid van culturen en haar historie moeten onderzoeken. Lees verder →