Hoe oppositie gecontroleerd wordt
Wie niet weet waar hij vandaan komt kan ook niet bedenken waar hij naartoe moet.
Regelmatig is er sprake van “gecontroleerde oppositie”. Oppositie die geen alternatief biedt, maar slechts dient om het volk het gevoel te geven dat er iets te kiezen is.
Dat nationale regeringen uitvoerders zijn van een internationale agenda kan inderdaad worden vertaald naar het feit dat nationale parlementen daar geen invloed op kunnen uitoefenen. TINA – There Is No Alternative – heerst. Politieke partijen die zich strikt binnen de regels van de parlementaire democratie laten opsluiten kunnen niet anders dan gecontroleerde politiek bedrijven. Aan de macht of in oppositie maakt niet uit.
Het blijft sleutelen in de marge.
Voor echte verandering is buitenparlementaire samenwerking nodig. Men dient de eigen achterban te organiseren en te activeren. Alleen het FvD is daarmee bezig. Helaas is die partij ontspoord. Voorwaarde voor organiseren en activeren is een wenkend en realiseerbaar alternatief. Dat alternatief zal duidelijkheid moeten scheppen hoe de internationale overheersing kan worden aangepakt (spoiler: een NEXIT gaat dat niet doen). Dat organiseren en activeren zal in beginsel binnen wettelijke kaders moeten gebeuren. Dat wordt moeilijker vol te houden naarmate de vrijheid van meningsvorming verder onder druk komt. Daarmee wordt de parlementaire democratie ondermijnd en worden de mogelijkheden om zich te organiseren beperkt.
De elite die aan de macht is, maakt oppositie binnen wettelijke kaders onmogelijk.
Maar er is nog een veel venijniger manier waarop de oppositie zonder censuur wordt gecontroleerd. Intellectuelen, inclusief intellectuelen van de oppositie, kunnen niet toekomen aan het denken en schrijven over een wenkend perspectief. Dat komt door::
- Permanente crisis.
De macht slaagt er in een permanente semi-noodtoestand te creëren waarmee ingrijpende en kostbare maatregelen gerechtvaardigd worden. Klimaat, Stikstof, Corona, Ukraine, migratie vallen daaronder. Maar ook permanente opgeklopte discriminatie en exclusie spelen een rol. Er worden permanent plannen gelanceerd om de vrijheden van burgers verder in te perken om die noodtoestand “op te lossen”.Oppositionele media en politici worden beziggehouden die plannen aan de kaak te stellen en te bekritiseren. - Het individualisme van de hedendaagse mens.
Iedereen is concurrent van iedereen, in de eerste plaats op de arbeidsmarkt. Daarom moet men zich onderscheiden als uniek individu en is men ultra gevoelig voor blijken van waardering en afkeuring. Veruit de meeste oppositionele intellectuelen (journalisten, wetenschappers en politici) zijn zich daar niet eens van bewust. In ieder geval is het moeilijk zich er aan te onttrekken. Als je media uitingen weinig aandacht krijgen heb je een probleem.Men wordt gedwongen om stukken te schrijven die in de smaak vallen en voor een groot publiek begrijpelijk zijn. - De druk op het dagelijks leven neemt toe.
- Tijdelijke arbeidscontracten, al of niet onder het mom van zelfstandigheid nemen toe, men moet zich permanent bewijzen en naar nieuwe “uitdagingen” zoeken.
- Men moet aan steeds meer verplichtingen voldoen die tijd en geld kosten. Met name ook als men als kleine zelfstandige werkzaam is. Regels en voorwaarden veranderen permanent en men wordt geacht daar kennis van te nemen.
- Samenwerking in het dagelijks leven (mantelzorg, een klusje voor iemand doen, taakverdeling binnen het huwelijk) wordt moeilijker en neemt af.
- Het inzetten van betaalde hulp voor het voldoen aan verplichtingen en voor huishoudelijke taken – waaronder klussen – wordt steeds duurder. Een probleem voor de lagere middenklassen.
- Het serviceniveau van grote instellingen en bedrijven neemt af, waardoor men meer problemen zelf moet zien op te lossen.
- Het openbare leven en de openbare ruimte wordt verder gereguleerd en vercommercialiseerd, steeds meer bezet door particuliere belangen en individualisme: koptelefoon op.
Er is geen tijd om je te verdiepen.
- Intellectueel niveau gedaald.
Die daling is geen natuurgebeuren maar een bewuste politieke strategie, begonnen met de Mammoetwet en versterkt door migratie. Die daling geldt niet alleen toenemend analfabetisme bij de onderklasse, maar ook de middenklassen die de onderwijsinstellingen, de ambtenarij en de media bevolken.
Men kan zich niet meer verdiepen. - Beperken en vervormen van kennis van de geschiedenis.
Manipulatie van de geschiedenis is er altijd geweest en is tot op zekere hoogte onvermijdelijk. Maar het was moeilijk om andere visies te onderdrukken. In de Sovjet-Unie is dat onder Stalin wel gelukt. “1984” werd in 1948 door George Orwell geschreven met als voorbeeld de Sovjet-Unie. In 1945 is dat op een andere manier ook in het westen begonnen. Vandaag de dag neemt de vervorming van het verleden met “slavernijverleden” en “zionisme” krankzinnige vormen aan. Veel intellectuelen zijn zich daar onvoldoende van bewust.Wie niet weet waar hij vandaan komt kan ook niet bedenken waar hij naartoe moet.
Het resultaat van dit geheel is dat veruit de meeste oppositionele, kritische auteurs zich gedwongen voelen om steeds op de actualiteit te reageren. En de elite zorgt er voor dat er steeds actualiteit is waar men zich over op moet winden. Ze hebben geen tijd om zich in de oorzaken van die actualiteit te verdiepen. Ze weten niet waar die actualiteit vandaan komt. En weten niet waar het naartoe zou kunnen en moeten.
Een samenvatting uit het interbellum
Uit deze samenvatting blijkt dat controle van oppositie niet nieuw is.
(1)
Wanneer de elite er niet in slaagt de intellectuelen onder controle te brengen, zijn haar mogelijkheden om in het maatschappelijk leven leidinggevend in plaats van louter overheersend te zijn uiterst beperkt. Deze hegemonie komt langs de volgende twee lijnen tot stand:
- een algemene levensbeschouwing, een filosofie, die haar aanhangers een intellectuele waardigheid verschaft en hun een beginsel in handen geeft om zich te onderscheiden van ideologieën die heersten op grond van dwang, en
- een onderwijsprogramma, een onderwijsbeginsel en een oorspronkelijke pedagogie die interessant is voor de belangrijkste groepen intellectuelen: juristen, leraren, professoren en journalisten.
De productie en verbreiding van de heersende ideologie – essentieel voor hegemonie – wordt gerealiseerd door intellectuelen. Dat betekent niet dat die zelfstandig kunnen opereren. Zij functioneren in dienst van de politiek van de heersende elite.
Dit blijkt bijvoorbeeld bij verkiezingen.
Het gaat er bij verkiezingen om “de wil van het volk” aan het woord te laten. Het medium waarin die wil tot stand komt, is de publieke opinie. Die opinie is nauw verbonden met de politieke hegemonie. Zij is het punt waar “maatschappij” en “staat”, consensus en macht, elkaar raken … De publieke opinie is de politieke inhoud van de openbare politieke wil. Die wil wordt niet spontaan geboren in elk individueel brein: er is een centrum waar zij wordt gevormd, van waaruit ze worden uitgestraald en uitgezaaid.
Het tellen van de stemmen is de slotceremonie van een proces van beïnvloeding.
(2)
Wanneer de elite haar consensus heeft verloren – niet langer leidinggevend is maar uitsluitend heersend – en slechts dwang uitoefent, betekent dit dat de grote massa’s los zijn komen te staan van hun traditionele ideologieën; dat ze niet langer geloven in wat ze voorheen plachten te geloven. De crisis bestaat precies daarin dat het oude aan het sterven is, terwijl het nieuwe nog niet geboren kan worden. Gezien de voorname rol die de politieke partijen spelen, spreekt het vanzelf dat een dergelijke crisis ook op hen zijn uitwerking heeft: op een bepaald punt in hun histories bestaan maken de maatschappelijke groepen zich los van hun traditionele partijen.
Typerend voor een dergelijke crisis is dat alles wat de elite in haar hegemoniale periode had opgebouwd op losse schroeven komt te staan: belangrijke delen van de massa herkennen zich niet meer in de intellectuelen die hen vertegenwoordigen. De rol van civiele organisaties bij de handhaving van heerschappij wordt naar de achtergrond gedrongen ten gunste van de politiek. … Ideologie en moraal van de heersende elite verliezen hun maatschappelijke geloofwaardigheid en krijgen door verlies aan inhoud een formeel en dwangmatig karakter.
De elite, die over getraind personeel beschikt, vervangt enkele mensen, wijzigt een paar programma’s en herneemt zo met veel grotere snelheid dan de oppositie dat kan, de controle die haar aan het ontglippen was, ze brengt mogelijk wat offers en stelt zich met demagogische beloften bloot aan een obscure toekomst, maar ze behoudt de macht, versterkt die voor het moment en gebruikt hem om de tegenstander te vernietigen.
Op den duur zijn dit soort hervormingen ontoereikend en komen slechts neer op een verlenging van haar duur. Daardoor kan het gebeuren dat een crisis soms tientallen jaren aanhoudt zonder werkelijk te worden opgelost. Die uitzonderlijk lange duur wijst er op dat er onoplosbare problemen bestaan en dat politieke krachten die aan het behoud en de verdediging van de macht werken toch proberen deze binnen zekere grenzen te overwinnen.
===
Rond 1930 in de gevangenis geschreven door Antonio Gramsci. De taal is door mij gemoderniseerd. Merk op dat een eigen alternatieve algemene levensbeschouwing van fundamenteel belang is voor de oppositie. Thierry Baudet heeft dat begrepen. Maar er niets van gebakken. Zo eenvoudig is dat niet.
Een mooi artikel, waar ik die Gramsci nooit heb gelezen wel veel van kan herkennen.
Wat betreft de permanente crisis, denk ik dat het slagen van de elite om de permanente noodtoestand te creëeren, suggereert dat ze daar op uit is. Zowel Klimaat als stikstof problematiek zijn inderdaad het gevolg van het handelen van de elite (winstbejag op korte terijn ten koste van de mensheid op de lange termijn; aanjagen van consumptie door de massa), maar niet het doel van de elite.
Dat slagen, is dus niet hun wens of succes, maar hun onkunde: cynisch gezegd: ze slagen erin de mensheid (en het ecosysteem waarin we bestaan) naar de bliksem te helpen.
Voor een wat verder gaande beschouwing over de “permanente crisis” zie MvdW hoofdstuk 10, met name “De wereldwijde niet menselijke vijand” p 135-138. De ecologische crisis is reëel, maar er worden ecologische elementen (klimaat, stikstof) gekozen die (ten onrechte) tot crisis van het geheel worden opgewerkt omdat die “oplossingen” nodig hebben die nieuwe markten ontsluiten.
Zodat groei en winsten niet in gevaar komen, en dat is wel degelijk het hoofddoel van de elite. Dat verergert de crisis in plaats van die op te lossen. En daarmee helpen ze inderdaad de mensheid naar de bliksem, maar op een andere manier dan je bedoelt. En op een veel kortere termijn.
Er worden overigens nog steeds klassieke (oorlogs)crises gecreëerd. Bijvoorbeeld Ukraine.