Ruimtelijke ordening en groei
Plan Jokinen 1962 |
Op Twitter heb ik af en toe een gedachtewisseling met stedenbouwkundige Ronnie Zijp (@RonnieAmsterdam) zoals naar aanleiding van de hier getoonde tweet. Dat eindigde in dit geval met de belofte mijn standpunt wat beter op te schrijven.
Ik vrees dat sommige ruimtelijke ordenaars nog in de jaren zestig leven. Weliswaar moeten de snelwegen nu ondergronds in plaats van op palen zoals het infame plan van Jokinen voor Amsterdam uit die jaren zestig. Dat maakt het wel wat beter maar ook nog minder haalbaar, zoals bijvoorbeeld het plan Zuidasdok bewijst.Groei van het transportnetwerk, zeker van het particuliere (auto)verkeer, staat haaks op de wens tot minder en efficiënter transport bijvoorbeeld door meer werk thuis. |
Afgezien van de vraag of dergelijke infrastructuur wenselijk is kan de woningbouwopgave waarvan sprake is niet de vereiste middelen opleveren. Er moet gebouwd worden voor sociale woningbouw en middengroepen en dat betekent dat de grondkosten (zeer) beperkt moeten blijven. Ook eventueel te ontwikkelen bedrijfslocaties zullen daar niet aan bij kunnen dragen omdat er al heel lang een grote lokale, nationale en internationale concurrentie is om bedrijfsvestiging aan te moedigen. In Nederland zijn deze projecten bovendien extreem duur en traag, bijvoorbeeld vanwege lieve beestjes die daar toevallig nestelen of boerderijen van NIMBY’s waar na twee jaar procederen een muur omheen gebouwd moet worden.
Een belangrijker vraag dan de voorgaande overwegingen is of die grote al of niet binnenstedelijke bouwopgave zelf wel wenselijk is. Het blijft verbazingwekkend – maar wel verklaarbaar – waarom de olifant in de kamer – GROEI – geen enkele aandacht krijgt, juist in deze tijd van toenemende milieuproblemen, waarvan het klimaat een onderdeel is.
Het gaat niet alleen om groei van de economie, maar juist ook de daarmee sterk samenhangende groei van het aantal mensen. Naast het effect van de grote mensenmassa op de draagkracht van de natuur zou daarbij de vraag gesteld moeten worden of (te) veel mensen “de mens” wel gelukkiger maakt. In Nederland, toch al het dichtst bevolkte land van Europa zou bevolkingspolitiek een centraal punt van aandacht moeten zijn. Niet alleen de totale ontwikkeling maar ook regionaal.
Als de wereldbevolking in tien jaar met een miljard zou krimpen en in Nederland met een paar miljoen zouden veel problemen opgelost zijn. Niet alleen milieuproblemen maar ook de internationale spanningen die door de permanente groei veroorzaakt worden zouden afnemen.
Tenslotte: het omzetten van de randstad in een metropool tast het karakter van de steden nog verder aan dan toch al het geval is.