Reacties

Iedereen is rechts — 3 reacties

  1. 201130 Over Werkelijk Belang
    Beste Victor,
    Dank voor je blogs Iedereen is Rechts en Theirry Baudet begrijpt zijn eigen gelijk niet. IJzersterke,  messcherpe analyses met ook nog een beetje humor.
    Over de techniek om ongewenste groepsvorming te voorkomen zonder geweld schrijf je:  men bemoeilijkt groepsvorming op basis van werkelijk belang. Linkse groeperingen waren tot omstreeks 1940 nog wel in staat waren om zich te verenigen op basis van werkelijk belang, maar vanaf omstreeks 1960 niet meer (ben ik het mee eens). Je voegt daaraan toe: de techniek daarvoor is vrij eenvoudig is: men probeert de mens zoveel mogelijk tot vrijzwevend individu te maken. 
    De klemmende vraag is wie de “men” is. Wie is die “men” die dat probeert? Antwoorden zoals de tijdgeest, de moderne tijd, het liberalisme, complotdenken,  enzovoort voldoen niet – te vaag, te ruim. Uit jouw betoog volgt dat die “men” de heersende “macht” is. Over een tegenmacht zeg je: “Alleen een leiding — liever dan een leider — die een serieus plan heeft voor een betere ordening, dat voldoende bestand is tegen de verleidingen van het complotdenken, kan een serieuze bedreiging voor de macht vormen.” 
    In die zin kom je tot de kern: Een leiding met een serieus plan voor een betere ordening, dat is wat nodig is om de heersende leiding aan te pakken.
    In jouw boek Sociaal Humanisme geef je een serieuze, zeer belangrijke aanzet voor zo’n plan voor een betere ordening. Ik hoop erg dat steeds meer mensen dat als uitgangspunt willen nemen en er mee willen samenscholen. Je boek geeft op p. 73-74, denk ik, goed aan waar die eventueel te vinden zijn. Ik zie mijzelf als eigenlijk uitgeteld maar je kunt me wel op een lijst zetten als die er is, en als ik er voor in aanmerking kom.
    Daarbij voel ik me gedrongen om te herinneren aan wat ik indertijd schreef over jouw stelling dat wetenschap uiteindelijk een vorm van geloof is. Je herhaalt die op p. 9 van Sociaal humanisme. Maar dat is wetenschap  beslist niet – ook niet uiteindelijk. Wetenschap stoelt op waarneming, logica en dialoog en instemming, en geloof niet. Dat steunt op gevoel, overtuiging, intuïtie, enz. Dat heb ik, zoals je weet, opgedaan uit het boek van Lyotard, en daar houd ik stevig aan vast.
    Wetenschap is een bijzondere soort van gesprek, met zijn eigen regels voor de vaststelling van de werkelijkheid, ook van de niet waarneembare werkelijkheid. Denk aan de werkelijkheid van bloedwraak, eer, geweten, rechtvaardigheid, liefde, haat, enz. Verschillende soorten van gesprek hebben verschillende regels voor de vaststelling van de werkelijkheid en daardoor zijn er verschillende werkelijkheden in verschillende kringen. Alleen de regels van de fysica leiden tot algemeen geldige, universele, vaststellingen van werkelijkheid van fysieke objecten in de kring van de fysici, maar ook daarbuiten. Die zijn evenwel niet toepasbaar in andere soorten van (wetenschappelijk) gesprek dan over de fysica. Dus ook niet over, bijvoorbeeld, de economie. Ik wil niet dat de zeer bijzondere aard van het wetenschappelijke gesprek uit het oog wordt verloren.  
    Groet, Arnout
     

  2. Beste Arnout,

    Dank voor je bemoedigende woorden. Helaas schiet het  allemaal nog steeds niet op. De discussie over Lyotard beschouw ik als min of meer beëindigd. Nog een ding: Alle ideologie, alle denken, stoelt uiteindelijk op waarneming, logica (denk aan christelijke theologie en joodse wetsinterpretatie)  en dialoog. Sterker:  al het denken is een vorm van dialoog. Als gewone burger, zelfs als wetenschapper, kun je natuurwetten, behalve op een triviaal niveau die (andere) wetenschappers ontdekt hebben (en die vaak weer niet absoluut blijken) zelf  – behalve op een triviaal niveau – slechts beperkt op waarheid controleren. Voor de niet triviale wetten ben je aangewezen op geloof. Dat wordt vergemakkelijkt doordat ze materieel blijken te werken. Wetenschappen zijn inderdaad praktijken met eigen regels. Daar houdt het op. De (materiele)  werkelijkheid, ook de sociale werkelijkheid, blijft in absolute zin onkenbaar en één. Een oneindige uitgebreidheid in “tijd” en “ruimte”.

  3. Je verdedigt tot mijn plezier weer de stelling van blz. 9 van Sociaal humanisme. Afgezien van waar ik het in je reactie mee eens ben, vraag ik me toch af of je voor de controle van de ontdekte wetten aangewezen bent op geloof. Het lijkt een woordenspel maar het is diepe ernst: je bent niet aangewezen op geloof maar op vertrouwen. Vertrouwen in de procedures, de integriteit, enzovoort van de wetenschap. Dat vertrouwen wordt natuurlijk vergemakkelijkt doordat die wetten inderdaad werken, maar zeker ook door openheid van zaken. Maar dat deel van de wetenschap dat filosofie heet, geeft over de vaststelling van de werkelijkheid van het “niet waarneembare” geen openheid. Zie bijvoorbeeld de eerste zin in Wikipedia over werkelijkheid: “…  in veel wetenschappelijke disciplines wordt de werkelijkheid als vanzelfsprekend verondersteld, in de filosofie …… wordt het begrip werkelijkheid echter geproblematiseerd.”  ” V a n z e l f s p r e k e n d ” : Wikipedia werpt met dat woord de dialoog in de diepste kerker, de werkelijkheid spreekt immers “vanzelf”. Maar dat klopt toch niet? Waarom al die discussie over fake news? Dat de filosofie er (blijkens Wikipedia) in berust dat zij de enige is die problematiseert wat iedereen vanzelfsprekend vindt, houdt in dat zij geen openheid geeft over dit begrip. In de filosofie van het materialisme moet het experiment inderdaad de werkelijkheid zelf laten spreken. Daaruit komt de gezochte zekerheid over een klein stukje toekomst voort.

    Lyotard erkent die wet niet en gaat ervan uit dat het denken en spreken in “frasen” aan het experiment voorafgaat. Hij stelt daarom dat de frase het enige is wat zeker is, zij het in beperkte kring. Daarmee komt ook het niet-fysieke in het gebied van het vaststellen van de werkelijkheid. Het materialisme wil dit niet. Het is de overheersende filosofie die in dienst staat van het groei-syndroom dat in verband te brengen is met het kapitalisme. Wie daaraan twijfelt wordt gestraft met uitsluiting en vernedering. Daarom kijken filosofen wel uit om zich hierover te uiten. Daarom heeft Lyotard zijn visie hierop in zijn boek versleuteld.

    Dat de filosofie zich hierover afzijdig houdt is misschien wel een hoofdoorzaak van het afnemende vertrouwen in de wetenschap. De arrogantie van het materialisme ligt als een branddeken over alle gesprekken over niet-waarneembare zaken (discriminatie, Islam, complottheorie, enz.) heen. “Dat is allemaal niet bewijsbaar.”, heet het. Lyotard stelt daar een duidelijke visie tegenover, zij het versleuteld. Daarom is zijn aanpak nu van belang. Hij geeft, met concrete procedurevoorstellen,  grond voor de stelling dat controle van de werkelijkheid, zoals voorgesteld door de wetenschap, een kwestie is van controle van de werking van de wetenschap, in het wetenschapsbedrijf, in de wetenschapsbeoefening, om het vertrouwen daarin te bewaren

    Arnout