Links heeft sinds de jaren dertig NIETS geleerd
Uiteindelijk is volgens links iedereen die het ook maar gedeeltelijk eens is met Wilders een Nazi. Meestal begint het schelden, tegenwoordig ook wel framen genoemd, met racist, extreem-rechts of onderbuik, maar uiteindelijk komt men uit op Nazi of fascist. Daarbij vergeleken is het terugschelden met “Goedmens” absoluut vriendelijk te noemen.
En wat heeft links dan NIET geleerd? Dat eigen cultuur, hoe vaag ook, belangrijk is. Belangrijker dan een procentje meer of minder. En ook: dat veiligheid belangrijk is. En dat is een gevoel van vertrouwen. Vertrouwen dat de staat jouw en de jouwen zal beschermen. Een vertrouwen dat komt te voet en gaat te paard. Het is overduidelijk dat open grenzen, migratie en liberalisering van kapitaal- en handelsverkeer en privatisering de maatschappelijke verhoudingen enorm onder druk zetten. En dat de klappen van dat beleid terecht komen bij de lagere klassen, de traditionele aanhang van links en bij de lagere middengroepen die zich voor zover niet religieus ook door links vertegenwoordigd dachten. Links heeft daar geen enkel antwoord op en denkt dat het hameren op compensatie voor ongelijkheden of materiële rechten voldoende is om politiek mee te bedrijven. Naast de onvermijdelijke lippendienst aan werkgelegenheid en onderwijs.
Het is volledig losgeslagen van de realiteit die zegt dat mensen helemaal niet zoveel moeite hebben met ongelijkheid. Ook niet degene die het minder heeft. De meeste mensen hebben voldoende realiteitsbesef om te weten wat er voor hun is weggelegd. Waar mensen wel moeite mee hebben is onterechte voortrekkerij –en daar staat links vooraan om als “recht” te verdedigen dat arbeidsloos inkomen in sommige situaties het inkomen voor werkenden overtreft–; dat nieuwkomers, migranten en delinquenten aan allerlei zaken geholpen worden waar gewone mensen jaren op moeten wachten of zelfs helemaal geen recht op hebben; dat zij vanwege de nieuwkomers uit hun woonomgeving verdreven worden; dat allerlei figuren die een gevaar voor hun omgeving of zichzelf vormen ongehinderd hun gang kunnen gaan.
Ondertussen is de desastreuze greep van het grote bedrijfsleven en de banken op de ontwikkelingen in Nederland, de EU en op wereldschaal nagenoeg volledig van de agenda verdwenen. En die vormen de drijvende kracht achter de bovengenoemde ontwikkelingen. Wel is er permanente opwinding over topinkomens en bonussen, maar dat is het uiterlijk symptoom van het systeem. Neem dat weg en er verandert… niets.
En dat terwijl er iemand was, toen zeer links en nog wel een Nederlander, die buitengewoon scherp analyseerde wat links voor de oorlog fout deed. En dat analyseren deed hij voordat de oorlog uitbrak. Ik heb het over Jacques de Kadt. Hij zag toen dat links vanaf Stalin over de volle breedte (communisten en sociaaldemocraten) de enorme fout maakte door zich in de eerste plaats op de materiële condities, in het bijzonder de inkomensverdeling, te richten en de culturele en identiteitskwestie te negeren of zelfs te bestrijden omdat men geacht werd automatisch lid te zijn van het wereldproletariaat. Weliswaar stond toen de eigendom van de productiemiddelen nog prominent op de agenda, maar in het kader dat men zou kunnen krijgen wat men toekomt. De Kadt noemde dat minachtend een oriëntatie op Maag-mens. Dat nu, Jesse Klaver, is economisme.
Ik heb eerder een aantal stukjes van de Kadt op mijn blog gezet:
Een stukje de Kadt
Nog een stukje de Kadt
Een stukje de Kadt (3): “Wat er juist is aan het fascisme”