Het genie van Houellebecq
Mijn gewaardeerde medeblogger Peter van Lenth gaf zijn visie op “Onderworpen” van Houellebecq in Wie bewijst Houellebecq eigenlijk een dienst? Wat hij daarmee bedoelde wordt vooral duidelijk in zijn reactie op mijn commentaar: “Maar stelde hij het aan de kaak? Ik mag het hopen.” Waarbij niet helemaal duidelijk is of “het” slaat op de islam zelf (in de “gematigde” vorm waarin die in het boek ten tonele wordt gevoerd), of de in het boek voorgestelde onderwerping van Frankrijk daaraan. Ik ga even uit van het laatste.
Het lijkt alsof het antwoord daarop nee moet zijn, hij levert geen kritiek op de islam, ook niet in deze variant en keurt niet de meegaandheid van de politieke en culturele elite af en houdt dat in interviews vol. Peter heeft kritiek op die houding, met name op de wijze waarop die wordt geportretteerd in de figuur van de hoofdpersoon. Peter vond dat die zich aan had moeten sluiten bij het Identitair verzet.
Mijn antwoord is ja. Door dit verhaal overtuigend te vertellen houdt hij ons een spiegel voor. Door nauwkeurig te beschrijven hoe gevoelig de elite is voor de sirene-zang van de Islam als die ook maar een graadje humaner wordt voorgesteld. Waarbij er volgens mij genoeg aanwijzingen gegeven worden dat ondanks de idee dat de verkozen president het goed meent dit niet het eindpunt van de onderwerping zal zijn. Voor mensen die zich de uiteindelijke afgang van Tariq Ramadan als bruggenbouwer in Rotterdam (hij is/was ook elders actief) nog voor de geest kunnen halen: in “Onderworpen” wordt er expliciet naar verwezen dat deze president niet dezelfde fout maakt.
Juist dit uiterste realisme en het ontbreken van kritiek maakt duidelijk waar de gevaren liggen. Bij de zwakte van de intellectuelen die gemakkelijk in staat zijn tot verraad. En de kern van die zwakte wordt ook duidelijk: de door deze maatschappij voortgebrachte individualistische consument en dan met name in haar gedaante van multiculturele elite mist verbondenheid in dubbel opzicht:
Hij is aan niets en niemand verbonden; dat is een houding die wordt afgekeurd en ontmoedigd. Hij kan zich daardoor niet eens te weer stellen, zelfs als hij dat zouden willen, want als enkel individu is hij machteloos.
Maar hij mist juist die verbondenheid; het is zijn (en jouw!) eenzaamheid en singulariteit, het voor niemand echt van belang zijn of zelfs maar kunnen zijn, die hem opbreekt. En dat is precies het punt waar de Islam, in welke gedaante dan ook, op aangrijpt.
Zij biedt die gemeenschap. Weliswaar moet je je dan onderwerpen, maar je krijgt dan het recht op jouw beurt weer de ander te onderwerpen in de vorm van de vrouw.
Dit moet men ook lezen als een kritiek op het feminisme, dat de laatste bindingsmogelijkheden voor de individu onderuit heeft gehaald door (paar-)relaties niet meer in de eerste plaats als een op wederzijdse loyaliteit gebaseerde omgang te zien maar vooral als een van de vele middelen tot individuele zelfrealisatie.
Kritiek leveren op geloof, het proberen daar op een rationele manier tegenin te gaan is vruchteloos. Geloof werkt op de gevoelens. Het bied troost, gebondenheid en perspectief. De ratio van de hedendaagse maatschappij is kil en doelloos gericht op het eigen genot. De kritiek moet zich daarop richten. Het ongemakkelijke gevoel dat “Onderworpen” oproept levert juist door zijn realisme een zeer nuttige bijdrage.
Zie ook mijn eerdere bespreking: Onderworpen: Het verraad der intellectuelen
“Maar stelde hij het aan de kaak? Ik mag het hopen.” Waarbij niet helemaal duidelijk is of “het” slaat op de islam zelf (in de “gematigde” vorm waarin die in het boek ten tonele wordt gevoerd), of de in het boek voorgestelde onderwerping van Frankrijk daaraan. Ik ga even uit van het laatste…
Geen van beide, wat je bespreking natuurlijk een beetje in een apart daglicht stelt.
‘Het’ betreft de door jou genoemde ruggegraatloosheid van de intellectuelen. Ik begrijp heel goed dat jij zelf zijn tekst gelezen hebt als een kritiek daarop. Voor jou is het een soort van feit dat H. vooral wilde laten zien dat we niet moeten vertrouwen op intellectuelen, omdat ze al te gemakkelijk in staat zijn om het volk te verraden als het erop aan komt. Voor mij is dat niet duidelijk dat dit zijn (kern)boodschap is. Ik vrees dat het prima mogelijk is om deze roman zo te lezen dat dit verraad er helemaal NIET uit opgemaakt wordt. Met een iets andere bril op leest menigeen eruit, zo vrees ik, dat we misschien toch niet zo negatief hoeven te denken over ‘islamisering’. En als precies dát door grote groepen lezers eruit opgemaakt wordt, dan doet dit boek meer kwaad dan goed voor de zaak van de islamkritiek.
Juist door het scenario zo realistisch te maken toont H de mogelijkheid (en het resultaat) van dat verraad overtuigend aan. Dat kan alleen werken als je laat zien welke aantrekkingskracht die Islam heeft en waarom allerlei lieden daarvoor zwichten. Als “grote groepen” die aantrekkingskracht waarderen dan toont dat eens te meer het verraad, dat voor een flink deel al gepleegd is, aan. Het zijn immers de intellectuelen (ideologen) die onze weerloze individualistische en multiculturele levenshouding en de voortdurende schuld aan de zwakte van “de ander” hebben gepropageerd en de kritiek daarop hebben geframed en onderdrukt.
Hoe meer mensen dit zouden lezen als een aanmoediging om de Islam te omarmen of te geloven in de mogelijkheid van een Islam light, hoe zwaarder de druk wordt op de overgebleven verdediging van de Verlichting om daar iets aan te doen. Het gaat daarbij niet om islamkritiek, die is er meer dan genoeg. Het gaat om geloof in eigen waarden.
H. laat in ‘Elementaire Deeltjes’ een van de personages zeggen: “de waarde van een godsdienst wordt bepaald door de moraal die je eraan kunt ontlenen”. Zo lees ik ook ‘Onderworpen’: H. schetst de wereld en ik toets die aan mijn moraal. Veel subjectiever dan dat wordt het niet want het komt – inderdaad – neer op geloof in eigen waarden.
@jaap Dat toetsen aan eigen waarden is, ook volgens H precies het probleem. Want het staat voor de volstrekte autonomie van de individu, d.w.z. dat hij in principe in staat is zijn eigen waarden te kiezen. Daardoor blijf je uiteindelijk met lege handen in eenzaamheid achter. In Elementaire deeltjes lost hij dat op door de opvolger van de mens uit te rusten met genetisch ingeprogammeerde sexueel genot.