Ontmoeting met een natuurvijand
Een goede vriend van mij was naar een bijeenkomst over “natuurgebiedsontwikkeling”. We zullen de locatie van het gebied en de identiteit van de natuurvijand met de mantel der vijandschap bedekken. Ik vat zijn ervaring hieronder samen. Maar eerst een uitgebreid stuk over het maatschappelijke krachtenveld waarin dit alles zich afspeelt.
Wat is natuur?
Ik ben, evenals mijn vriend, een natuurliefhebber. En ik ben niet kieskeurig. Een mooi weiland zie ik ook als natuur en zelfs een omgeploegde akker. Ik kom graag in het hooggebergte. Op grote hoogte is het behoorlijk kaal. Ook natuur. De terugtrekking van de gletsjers vind ik verschrikkelijk. Ook natuur.
De mens is behalve natuur vooral cultuur. Ik ben ook een liefhebber van de menselijke cultuur. Die menselijke cultuur geeft vorm aan de natuur. In West Europa en zeker in Nederland bestaat er geen oer-natuur zoals die was voordat mensen ingrepen. Alle natuur is cultuurnatuur.
De natuurvijanden zien dat anders. Zij denken niet na over de mens. Die staat buiten de natuur en de natuur moet tot elke prijs tegen de mens beschermd worden. Het is duidelijk dat de mens op veel plaatsen de planeet aan het verkrachten is. Dat ondermijnt het menselijk bestaan zelf. Oorzaak is de permanente groei van de mensheid; bevolkingsgroei. Wereldwijd maar zeker ook in Nederland. Daarover hoor je de natuurvijand nooit. De consumptiegroei per hoofd van de bevolking versterkt deze ondermijning. Daar hoor je de natuurvijand wel eens over. Het is dan vaak de ander die moet consuminderen, bijvoorbeeld door minder te vliegen.
Wat denkt de natuurvijand te kunnen doen?
Het is duidelijk dat de hoogontwikkelde kapitalistische Westerse beschaving, die zich over de hele wereld uitstrekt de motor achter dit probleem is. En Nederland behoort tot de oorsprong van die beschaving en daarmee tot de oorsprong van het probleem. Maar Nederland is op geen enkele manier in staat om dat probleem als land op te lossen. Zij zou hoogstens de uitwerking daarvan op Nederland kunnen beperken. Daarvoor zouden bijvoorbeeld bevolkings- en consumptievermindering hoog op de agenda moeten staan. Daar hoor je weinig over. Die consumptievermindering zou aan natuurontwikkeling kunnen bijdragen door het tegengaan van het voortschrijdend ruimtegebruik per inwoner. Eenpersoonshuishoudens nemen toe en het recht op zelfstandige woonruimte voor alles en iedereen maakt het ruimtebeslag onevenredig groot. Over de bevolkingsgroei zullen we het maar niet hebben.
Kan Nederland al niet veel, provincies en gemeenten kunnen nog veel minder. Als je meent de recreatiedruk in een gebied te moeten beperken, waar ben je dan eigenlijk mee bezig? Met NIMBY gedrag. Vogeltjes zijn belangrijker dan mensen dus die mensen moeten maar wegblijven. Dat daardoor op andere plaatsen de druk toeneemt en bovendien natuur steeds meer beperkt wordt tot een stadspark is jammer. Het is ook een verdienmodel want beheerders worden betaald; ze mogen er van de natuur genieten en ook excursies organiseren. Zeer exclusief allemaal. Heel begrijpelijk dat je dergelijke privileges wil verdedigen. Dat is wat lastiger dan toen er nog graven waren die konden beslissen wie er op hun landgoed mochten komen.
De Westerse cultuur is gebaseerd op democratie en individuele vrijheid; vooral de vrijheid van bezit is van groot belang. Die vrijheden staan voor de gewone burger en zelfstandige ondernemer onder toenemende druk. Zo blijken bewoners van het te ontwikkelen natuurgebied niet dieper dan 20cm in de grond te mogen graven. Als ze dieper willen graven is een vergunning en duur archeologisch onderzoek verplicht. “Gebiedsontwikkeling” zal dit soort eisen verder opvoeren.
Dat wil niet zeggen dat er volledige vrijheid moet zijn om te doen wat men wil. In een dichtbevolkt en verstedelijkt land is veel regelgeving noodzakelijk. Maar de draconische vormen die dit de laatste twintig jaar heeft aangenomen moeten met kracht bestreden worden.
Democratie verder ondermijnd door de natuurvijand
Zowel landelijk, regionaal als lokaal komt de regelgeving, de bijbehorende handhaving en beschikbare gelden voor uitvoering steeds meer in handen van particuliere belangen en partijen. Het “algemeen belang” staat onder zware druk. Dit geldt ook voor natuur- en milieubeleid. Men baseert zich op eenzijdig onderzoek in dienst van dat belang, zoals stikstof, fijnstof en soortenrijkdom onderzoek. Serieus onderbouwd onderzoek met ongewenste uitkomsten wordt genegeerd of “onwetenschappelijk” verklaard. Centrale, landelijke sturing in dienst van het algemeen belang vermindert, bijvoorbeeld door het opheffen van landelijke ruimtelijke ordening. En die stelde nog niet eens zo heel veel voor.
Het voorgaande heeft tot gevolg dat de democratie steeds verder wordt ondermijnd en eigenlijk die naam niet meer verdient. Democratie zou moeten betekenen dat er een bestuur is (regering, provinciale staten, B & W) dat het algemeen belang als uitgangspunt heeft en daarbij gecontroleerd wordt door een democratisch gekozen orgaan. Dat orgaan dient die controle met het algemeen belang als uitgangspunt te controleren (zonder last of ruggenspraak). Toegegeven, dit is een ideaal waar in de praktijk altijd al het nodige op aan te merken viel, maar tegenwoordig zijn verkozen vertegenwoordigers alleen nog maar bezig puntjes te scoren voor hun achterban met een extra verkeersdrempel voor de deur. Zodat de ouder het kind niet meer hoeft op te voeden en die zonder gevaar de straat op kan rennen. Overigens is zelfs dat de NIMBY niet genoeg en zien we overal enge gele plasticmannetjes opduiken met waarschuwingsvlaggetjes en zien we regelmatig stickers met 15 km op bomen geplakt.
Dit tekort wordt opgevuld met allerlei vrijblijvende vormen van inspraak en burgerraadpleging waar een hoop ambtenaren en adviseurs een dik belegde boterham mee verdienen.
Op dit moment zijn boer en bio-industrie de tegenstander die zowat uitgeroeid moet worden door de natuurknuffelaars. Wat dat betekent voor de footprint (of foodprint) van Nederland en hoe de acht miljard mensen het best en zo milieuneutraal mogelijk gevoed kunnen worden zal ze worst wezen. Uiteraard vegetarische worst.
“Natuurgebiedsontwikkeling”
De ontmoeting met de natuurvijand is een goed voorbeeld van het hiervoor gestelde. Door een stichting die het belang van het gebied meent te vertegenwoordigen, maar in belangrijke mate gefinancierd wordt door de provincie, worden in opdracht en betaald door die provincie bijeenkomsten georganiseerd waar “belangstellenden” gevraagd wordt mee te werken aan beïnvloeding van de provinciale plannen voor “natuurgebiedsontwikkeling” van wat we hier het Aa-dal zullen noemen.
De voorzitter van de stichting zette ter introductie uiteen hoe traag en ambtelijk dit allemaal ging. Dat er vooral papier geproduceerd werd maar er feitelijk weinig gebeurde. Hij wond zich op over het feit dat verblijfsrecreatie (een kampeerterrein) gefaciliteerd werd. Een typische NIMBY houding.
Daarna gaf een vertegenwoordiger van de ook alweer door de overheid (en de semi-overheid genaamd Postcodeloterij) gefinancierde koepelstichting een lange uiteenzetting over het overleg- en inspraakproces. Na enig onderzoek bleek hij niet alleen een natuurklerk die voor dit niet ter zake doende verhaal betaald werd, maar ook een natuurvijand die onverkort het door de overheid via het RIVM bedachte stikstofverhaal geloofde. Dat de natuur in het gebied enorm onder druk staat en achteruit gaat, werd tussen de regels door ook voor dit gebied beweerd. Bewoners hebben van die achteruitgang niets gemerkt.
Het enige echte probleem in dit gebied is de waterhuishouding, hoewel de afgelopen jaren de droogte weinig schade heeft aangericht. Het zou wel beter zijn als er weer serieus water door de beek stroomde. Het is een lastig probleem omdat belangrijke oorzaken buiten het gebied liggen.
De boer is ook hier de grote vijand, en ook al probeert hij serieus mee te werken aan natuurvriendelijke landbouw, hij moet toch verdwijnen. Het leven wordt hem zo zuur mogelijk gemaakt in de hoop dat hij vertrekt of misschien ook de hand aan zichzelf slaat, zoals helaas inmiddels regelmatig voorkomt. Mocht de natuurvijand of zijn collega’s dit verslag onder ogen krijgen dan hoop ik dat hij zich die laatste mogelijkheid goed realiseert en beseft dat hij daar dan mede schuldig aan is.
Na dit betoog bleek de volgende spreker een echte landbouwkundige met verstand van zaken die een relativerend verhaal over natuurbeheer begon en het nodige begrip voor de boer toonde. Hij werd onderbroken door een vrouw uit het publiek die opeens begon over de landbouwsubsidies van de EU in contrast met de armoe waar zij in haar ontwikkelingswerk in Afrika mee in aanraking was gekomen. Niet ongewoon in deze tijd waarin mensen, vooral vrouwen, niet naar een bijeenkomst gaan voor het onderwerp dat aan de orde is, maar om hun eigen ei te leggen. Toen dit niet direct werd afgekapt maar een heuse “discussie” mocht ontstaan besloot mijn vriend de rest van het programma en de door de provincie betaalde gratis lunch aan zich voorbij te laten gaan.
“Over de bevolkingsgroei zullen we het maar niet hebben.”Daar moeten het juist wel over hebben, want nagenoeg alle problemen vloeien daaruit voort
Treffend hoe de gang van zaken in dit goede stuk beschreven wordt. Complimenten. En helaas hebben we inderdaad de situatie zoals die nu is…