Juist Nederland zou de Koerden moeten steunen
Na de val van het Ottomaanse rijk na de eerste wereldoorlog trokken de nieuwe bestuurders, Engeland en Frankrijk, wat lijntjes om het enorme gebied onder te verdelen. Die verdeling vormt nog steeds de kaart van het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Internationale belangen, ook Rusland was betrokken bij de ontmanteling van het Ottomaanse rijk, waren van grote invloed bij het trekken van de lijntjes. De regio waar de krijgshaftige Koerden leefden werd geen nieuwe staat. De regio werd opgeknipt en verdeeld tussen Turkije, Irak en Iran. De reden daarvoor zou de angst voor een machtig Koerdistan zijn geweest.
Het trekken van die lijntjes in 1916 is ook het begin geweest van de vrijheidsstrijd van de Koerden. Anders dan de Turkse Koerden kregen de Iraakse Koerden internationale steun toen Saddam Hoessein het met gifgas al te bont maakte om de Iraakse Koerden onder de duim te houden. De Amerikanen stelden een no-fly-zone in boven Noord-Irak en openden daarmee de mogelijkheid voor de Koerden om zichzelf te organiseren.
De Iraakse Koerden kregen na de tweede Golfoorlog een ruime bevoegdheid om zichzelf te besturen, de relatie met de Iraakse overheid bleef echter gespannen. In die situatie wil de Koerdische regering Barzani de banden met Irak volledig doorsnijden en een eigen onafhankelijke staat vormen. Een referendum moet daartoe de weg openen.
Nederland vocht een tachtigjarige oorlog uit om zich te bevrijden van de Spaanse overheersing en het Heilige Roomsche Rijk. Het verklaarde zich in 1581 middels het Plakkaat van Verlatinghe onafhankelijk. Het zou nog even duren voor het echt zover was. Half Europa bemoeide zich ermee. Het zou nog tot de Vrede van Münster (1648) duren tot Nederland erkend werd als zelfstandige staat. Die geschiedenis zou in Nederland sympathie moeten wekken voor de vrijheidsstrijd van de Koerden. Nederland zou zich internationaal moeten inspannen om het recht op onafhankelijkheid van de Koerden te bepleiten.
Wie de kranten van de laatste dagen over het Koerdische referendum (gepland op 25 september 2017) leest, krijgt niet de indruk dat in Nederland de eigen heroïsche vrijheidsstrijd herinnerd wordt. Nederland lijkt zich aan te sluiten bij het internationale geopolitieke opvatting dat de tijd nog niet rijp is voor een onafhankelijk Koerdistan. Een te betreuren houding van een land dat zelf ook niet wachtte op internationale instemming om zichzelf onafhankelijk te verklaren.
Internationaal worden spanningen gevreesd omdat Turkije en Irak hebben laten weten zich te zullen verzetten tegen een onafhankelijk Koerdistan. Dat is te begrijpen. Als er een onafhankelijk Koerdistan tot stand komt zullen de Turkse Koerden die gelegenheid aangrijpen om zich daarbij aan te sluiten.
De geboorte van een onafhankelijk Nederland zou een geschiedenisles moeten zijn. Een volk dat de eigen onafhankelijkheid nastreeft, is uiteindelijk niet tegen te houden. De onderdrukking van dat vrijheidsstreven brengt alleen maar grote kosten met zich mee. De Irakese Koerden betaalden die onder het regiem van Saddam Hoessein. De Turkse Koerden lijden nog steeds onder de onderdrukking door het Turkse regime.
De onafhankelijkheid van de Koerden is uiteindelijk niet tegen te houden. De wereld kan er voor kiezen om die te ontmoedigen, er wordt dan echter gekozen voor een situatie waarin slachtoffers blijven vallen en wrede onderdrukking aanhoudt. Het is daarom beter te kiezen voor wat uiteindelijk toch onvermijdelijk is. In de internationale gemeenschap zou de rol van Nederland kunnen bestaan uit een pleidooi voor een Groot-Koerdistan. Een pleidooi waartoe haar eigen geschiedenis verplicht.