De betwiste orde in Nederland
Samenlevingen hebben behoefte aan orde. Lang werd die geleverd door religies. Stuk voor stuk introduceerden ze regels voor het samenleven en gaven die een absolute werking door te beweren dat die afkomstig waren van een onbetwistbare god. Mozes was niet de eerste die van god regels meekreeg. Voor hem waren er al sjamanen en druïden die dat kunstje ook kenden.
Toen er te veel van die ordeningssystemen kwamen ontstond de behoefte aan één god en deed het monotheïsme zijn intrede. Een joodse innovatie. In Europa werd vanaf de derde eeuw gekozen voor het christendom als ordeningssysteem en werd het de bevolking opgedrongen. Eeuwenlang regeerde de bijbel, eigenlijk de bijbeluitleggers, de samenleving.
Er was een Verlichting nodig om de dominantie van de bijbel te in te tomen. Vanaf die tijd begon de aarde om de zon te draaien en konden wetenschappen zich ontwikkelen zonder knechting door bijbelkenners. Voor de maatschappelijke orde maakte dat niet veel uit. Christenen maakten onderling veel ruzie, maar over twee belangrijke dingen waren ze het eens. De Tien geboden en de Bergrede bleven leidend voor de samenleving en zorgden voor de orde. Maar die orde zou betwist gaan worden.
Na God werd ook de waarheid doodverklaard
Vanaf het begin van de twintigste eeuw werd die orde bedreigd door nieuwe politieke systemen. Nietzsche had god net dood verklaard en beschreef het faillissement van het christendom. Het christendom knechtte de mens volgens zijn visie. Het maakte de weg vrij voor de opkomst van het communisme en het fascisme als concurrerende ordeningssystemen met een totalitaire grondslag. Beide zijn verdwenen, maar hebben hun sporen in de samenleving achter gelaten.
In de Nederlandse samenleving waar fascisme en communisme nauwelijks invloed kregen op de bevolking, verloor na de tweede wereldoorlog ook het christendom gaandeweg zijn invloed. Na de tweede wereldoorlog werden ordende systemen gewantrouwd. De jaren zestig van de twintigste eeuw lieten wat dat betreft een dijkdoorbraak zien. Mensenrechten vulden het ontstane gat, kregen een grotere betekenis dan aanvankelijk bedoeld was en de grondwet werd aangepast aan de veelomvattende mensenrechten. De mensenrechten waren ook bestand tegen de aanvallen op het begrip waarheid door, onder andere, Foucault en Derrida. De waarheid werd een tijdelijke constructie en gedemocratiseerd. Waarheid werd datgene waar de meeste consensus over bestond en iedere waarheid kan gerelativeerd worden. Sindsdien zijn mensen niet alleen gelijkwaardig, maar ook gelijk. Het nieuwe egalitarisme (ik vermijd uitdrukkelijk het begrip cultuur-marxisme) deed zijn intrede. De stroming streeft naar een nieuw soort orde, die echter op haar beurt ook weer sterk omstreden is. De samenleving raakt daardoor haar ordende ankers kwijt. Er is verwarring en strijd, maar het omstreden egalitarisme lijkt tot nu toe de overhand te hebben. Mensenrechten worden als wapen gebruikt om anderen te verordonneren waar ze aan moeten voldoen. De nadruk op rechten zet de plichten in de schaduw en knaagt aan begrippen als wederkerigheid, gemeenschapszin en eerlijkheid als deugden.
Nieuwe mede-eigenaren die de waarheid naar hun hand zetten
Op dat punt zijn we nu aangeland. De na te streven egalitaire orde wordt betwist. Het grootste twistpunt is de diversiteit die de bestaande orde bedreigt. Minderheidsgroepen maken een gretig gebruik van hun rechten en confronteren Nederland met zijn koloniaal verleden en de interpretatie van de eigen geschiedenis. De blanke mens is een schuldige boeman en niet meer alleen-eigenaar van zijn Nederland. Er dienen zich nieuwe mede-eigenaren aan die hun eigen geschiedenis en eigen waarheid mee brengen. Dat leidt tot de eigenaardige situatie dat alles mag worden gerelativeerd, echter met uitzondering van de geschiedenis en waarheid van de nieuwe mede-eigenaren. Die weten Foucault en Derrida handig te gebruiken om de autochtone Nederlander aan te vallen en tegelijk zelf buiten schot te blijven. Politieke correctheid is het wapen waarvan ze zich bedienen om hun eigen waarheid op te dringen. Beschuldigingen van racisme en fascisme werden de wapenuitrusting waarmee autochtoon Nederland onzeker werd gemaakt.
Naast de nieuwe eigenaren die zijn overgekomen uit de Zuid-Amerikaanse voormalige Nederlandse kolonieën, presenteert ook de islam zich als een nieuwe mede-eigenaar. Dat is een lastige klant met een lastige agenda. De islam pretendeert dat haar ordeningssysteem superieur is en overal ter wereld toegepast zou moeten worden. Waar de uit slaven voortgekomen nieuwe mede-eigenaars zich nog bij wijze van spreken laten sussen door zwarte piet te vervangen door een (omstreden) kleurenpiet, laat de islam zich niet afkopen. De opdracht die de islam moslims meegeeft is om in hun nieuwe land te accepteren wat al te verenigen is met de islam en zich in te zetten voor de verandering van alles wat niet te verenigen is met de islam. De islam kan het goed vinden met politiek links dat het sterkst voor egalitarisme is. De PvdA heeft uit haar verkiezingsverlies wat dat betreft nog steeds niet de juiste conclusie getrokken. De islam is helemaal niet voor egalitarisme en gebruikt dat alleen maar op opportunistische wijze om een voet aan de grond te krijgen. Allah en de christelijke god zijn wat hun wensen betreft de samenleving twee heel verschillende goden. Dat bevordert de wanorde.
Een samenleving wordt gevormd door mensen die een gedeeld ordeningssysteem hebben. Eenheid in verscheidenheid was de democratische oplossing tot nu toe. Als een systeem op een rechtvaardige manier ordent, maakt het niet uit wat voor naam het heeft. Als het maar werkt.
Het huidige ordeningssysteem werkt niet meer voldoende in de ogen van veel mensen. Politieke partijen worden niet meer vertrouwd, de overheid wordt niet meer vertrouwd, het rechtssysteem wordt niet meer vertrouwd, de politie als handhaver van het rechtssysteem wordt niet meer vertrouwd, de media worden niet meer vertrouwd, menswetenschappen worden niet meer vertrouwd en het onderling vertrouwen erodeert ook bij de dag.
Egalitarisme bevordert verdeeldheid
De grootste boosdoener is het egalitarisme dat gelijkheid tot haar kroonjuweel heeft uitgeroepen. De door egalitarisme gesanctioneerde diversiteit bracht de bestaande orde aan het wankelen door de aanval op de bestaande cultuur. De narratieven van de nieuwe mede-eigenaren van Nederland moeten in het gangbare Nederlandse narratief worden opgenomen omdat het egalitarisme dat vereist.
Maar mensen zijn helemaal niet gelijk. Ze zijn slechts voor de wet gelijk. Ze zijn divers in talent, uiterlijk, opvattingen en hun geschiedenis op individueel en groepsniveau. De mens is ook niet zo aardig, want egoïstisch en agressief. Dat vraagt om ordening. Die is in toenemende mate tanende, algemeen aanvaard gezag erodeert. En dat zal zo blijven zolang de consensus over de gewenste orde omstreden blijft.
Egalitarisme verschaft macht aan degenen die menen dat autochtone Nederlanders tekort schieten om hen als gelijken te accepteren. Opvallend is de afwezigheid van zelfkritiek. Want hen overkomt is altijd de schuld van anderen. Het is de Nederlandse elite die op dit punt tekort schiet. Die denkt de vrede te bewaren door aan de bezwaren tegemoet te komen en veroordeelt de autochtone Nederlanders die dat heel anders zien en geen enkel vertrouwen meer hebben in de elite.
Hoe nu verder
Dat wordt nog een heel groot probleem. De mislukte integratie van nieuwkomers laat precies zien waar het mis is gegaan. De orde wordt niet meer in voldoende mate gedeeld. De teugels zijn te lang los gelaten. Het is moeilijk om die ontwikkelingen terug te draaien. Op de huidige voet verder gaan is echter ook geen optie.
De eerste stap die gezet dient te worden is de algemene erkenning van het feit dat de samenleving richting wanorde gaat. De enige oplossing is dan te vinden in het cultureel een stapje terug te doen en terug te vallen op een meer normerende cultuur waarbij rechten en plichten weer in evenwicht zijn. Een hardere cultuur waarin stevige keuzes worden gemaakt om de samenleving tot orde te roepen.
Een gedeelde orde is noodzakelijk. In zo’n gedeelde orde kan geen sprake zijn van godsdienstvrijheid voor de islam. In zo’n gedeelde orde dient aan de aanspraken van minderheidsgroepen niet gemakzuchtig te worden toegegeven. In zo’n gedeelde orde wordt criminaliteit harder aangepakt dan nu het geval is.
De eenheid in verscheidenheid wordt niet aangetast, maar die eenheid dient centraler te staan dan de verscheidenheid. Eenheid betekent dat mensen willen dat het goed gaat met Nederland, dat dat wat van ze vergt, maar dat ze daar ook van profiteren.