Tippelen voor TTIP?
Een zekere Gerard Reijn, journalist bij de Volkskrant en verder een politiek en economisch onbeschreven blad, pakt paginagroot uit in Vonk over het belang van TTIP in TTIP draait het niet om handel. Volgens hem zijn de handelsargumenten niet erg sterk, maar is wat dat betreft de mogelijke nadelige invloed op onze eigen regelgeving van weinig belang. De tegenstanders willen ons wat dat betreft slechts bang maken. De argumenten waarmee hij die bangmakerij ontkracht overtuigen allerminst. Er zal ons niets worden opgelegd en dat enge procederen dat door de in het verdrag opgenomen ISDS mogelijk wordt? Ach: “Ze hebben het altijd over de hoge ingediende claims, zelden over de veel lagere uitspraken. Nooit over de afgewezen claims. Ze beweren dat dankzij ISDS Europese overheden kunnen worden gedwongen schaliegaswinning toe te staan en kernenergie te accepteren.” Nu zou dat met dat laatste misschien los kunnen lopen, de manier waarop er in de US geprocedeerd wordt over schade en bijvoorbeeld patenten geeft weinig aanleiding tot vertrouwen. Ook onze overige ervaring met bovennationale rechtsspraak met betrekking tot internationale verdragen is nu niet bepaald geweldig. Daarbij is bovenstaande bewering net als de rest nogal gratuit, zonder enige kwantitatieve of andere harde onderbouwing. En dan, waaruit zou af te leiden zijn dat de nieuwe mogelijkheden die TTIP biedt even onschuldig zijn? In heden en verleden zijn voldoende handelsoorlogen bekend waarbij om minimale aanleidingen schadelijke importbeperkingen werden opgelegd. Het simpele “adviesje” om dan de ISDS dan uit het verdrag te gooien is ronduit lachwekkend, vooral omdat er als argument bij wordt gehaald dat “zelfs ondernemersorganisatie VNO-NCW zich geen enkel voorval herinneren waarbij de investeringsbescherming in de VS onvoldoende was”. Daar kan Volkswagen over meepraten! En afgezien daarvan: de argumenten van de tegenstanders gingen helemaal niet om de bescherming van Europese belangen in de VS, maar de mogelijkheid dat in de EU door de VS ongewenste zaken worden afgedwongen.
Goed, het gaat dus niet over handel maar waarover dan wel?
“Niemand verwoordde dat beter dan Frans Timmermans. Toen hij nog solliciteerde naar de post van Europees Commissaris, hield hij … een toespraak over de trans-Atlantische verhoudingen.
‘Wij, Amerikanen en Europeanen, zijn in staat de toekomst voor deze wereld uit te stippelen als we elkaar blijven vasthouden. Dan moeten we niet de fout maken te denken dat TTIP een vrijhandelsverdrag is. TTIP is een geostrategische overeenkomst. (…) Dat moeten we niet overlaten aan mensen die alles weten over hoe je een kip slacht. (…) Zodra TTIP van kracht is, (…) bepalen de Verenigde Staten en Europa de regels, en de anderen zullen moeten volgen, inclusief China, Japan en anderen.’
Dus dat is waar het om gaat bij TTIP. Het Westen maakt zich op om zijn leidende positie in de wereld te verdedigen. Voorstanders voegen daaraan toe dat dat morele vooruitgang oplevert, immers: de normen van het Westen zijn volgens hen superieur aan die van China en andere opkomende landen.
Voor zover deze redenering klopt zie ik niet waarom deze harmonisering van normen de vorm van een vrijhandelsverdrag moet aannemen. Over het harmoniseren van normen kan gewoon onderhandeld worden en dat gebeurt ook. Al blijken ze in de US nog steeds niet het metrieke stelsel te gebruiken in het handelsverkeer en hanteren we nog steeds een verschillende datum- en tijdnotatie, en is er in de US een decimale punt en in Europa de komma. Maar ja, misschien wordt er via TTIP afgedwongen dat wij inhoud ook in fl Oz moeten aanduiden. Dat zou wel een hele vooruitgang zijn. Ik zie ook niet hoe de in wezen technische zaken de Westerse superioriteit zouden versterken. Ik denk niet dat men in de Arabische wereld en het Verre Oosten zal overschakelen op het Latijnse schrift. En of onze morele normen zoveel beter zijn kan ook betwijfeld worden.
Wat rest is de zoveelste verzuchting over het niveau van de Volkskrant.