Kan een samenleving zonder religie?
Houellebecq, Elementaire Deeltjes (1998) p 171-177:
Na het bezoek van Bruno bleef Michel twee weken lang op bed liggen. Inderdaad, zo vroeg hij zich af, hoe zou een samenleving kunnen voortbestaan zonder religie? Dat leek al heel moeilijk in het geval van een individu. Een aantal dagen lang bestudeerde hij de verwarming links van zijn bed. Als dat nodig was vulden de ribben zich met warm water, het was een nuttig, ingenieus mechanisme; maar hoe lang kon de westerse samenleving blijven voortbestaan zonder welke religie dan ook?
Even daarvoor:
‘Julian Huxley heeft het in What dare I think? ook over die religieuze vraagstukken, het hele tweede deel van zijn boek gaat daarover,’ antwoordde Michel vinnig, met groeiende afkeer. ‘Hij beseft heel goed dat de opmars van de wetenschap en het materialisme de basis van alle traditionele godsdiensten heeft ondermijnd; hij beseft ook dat geen enkele samenleving kan voortbestaan zonder godsdienst. Meer dan honderd bladzijden lang probeert hij de grondslagen te leggen van een godsdienst die verenigbaar is met de stand van zaken in de wetenschap. Het resultaat kan niet echt overtuigend worden genoemd, en onze samenleving heeft zich ook niet echt in die richting verder ontwikkeld. In werkelijkheid wordt elke hoop op een synthese tenietgedaan door de evidentie van de materiële dood, en het kan dan ook niet anders dan dat ijdelheid en wreedheid steeds verder om zich heen grijpen. En als compensatie,’ was zijn merkwaardige conclusie, ‘doet ook de liefde dat.’
Door dit laatste citaat werd mijn interesse gewekt in die poging van Julian Huxley en heb die in de krochten van internet opgespoord. Een beroerde scan die eerst moest worden bewerkt voordat die behoorlijk leesbaar was (voor geïnteresseerden beschikbaar). Inderdaad leidt zijn poging tot niets. Het is niet interessant om dat uitgebreid te analyseren, maar het volgende citaat trof mij:
At the moment there are vast possibilities of value running to waste because they are not harnessed, or because they are not even realized. The number of subtle and individual minds that find themselves unable to join wholeheartedly in any corporate organization is increasing; they find themselves over-individualized, incapable of experiencing many of the values which come from losing self.
The organizations in which the individual can lose himself and taste selfsacrifice and corporate enhancement, are for the most part blatantly irrational, like political parties, or committed to out-of-date or one-sided ideas like most of the churches; or, like public schools, they encourage crude and juvenile loyalties; or, as in the teamwork of sport, satisfy only a limited part of human nature.
One real task for humanism as I see it, is to develop organizations which shall satisfy the need for corporate action and loyalty, the desire we all have to feel of use, and shall satisfy the urge to self- sacrifice as well as intellectual aspirations. The New Samurai of Wells’ A Modern Utopia embodied a similar idea. The success they might have is foreshadowed by the success already attending such imperfect adumbrations of the idea as the Boy Scouts or the various Youth Movements in Central Europe. I do not think it would be impossible to build up a scheme of the sort in connection with education, though at present every one not already committed to organizations is too much ashamed of showing enthusiasm in unfashionable ways to begin planning along the proper lines and on the proper scale.
Julian Huxley, What dare I think, 1931
Verassend
Van het een komt het ander, en zo vond ik A Modern Utopia H. G. Wells 1905 CHAPTER THE NINTH The Samurai. H G Wells is bekend als een van de eerste sciencefiction auteurs. Vooral door The Time Machine (1895), The Invisible Man (1897), en The War of the Worlds (1898). Het feit dat de link naar Utopia wijst naar www.marxists.org duidt er op dat hij van enig belang wordt gezien voor de ontwikkeling van het socialisme. Dat verbaast misschien niet maar verrast wel.
Ook “A modern Utopia” is science fiction, hoewel techniek er geen rol speelt. Het gaat over een utopische wereld waar op de een of andere manier iemand van de aarde een “double” heeft rondlopen die hij opzoekt. Dit hoofdstuk gaat over de elite die daar de leiding heeft. Het is een elite die ongeveer in alles het tegendeel is van de huidige leidinggevende kaste. De toelatingseisen zijn bijzonder streng en men wordt geacht een voorbeeldig, dienend leven te leiden. Materiële geneugten, vertier en seks dienen zo veel mogelijk vermeden. Een citaat:
“And now,” I said, “haven’t we got very nearly to the end of your prohibitions? You have forbidden alcohol, drugs, smoking, betting, and usury, games, trade, servants. But isn’t there a vow of Chastity?”
“That is the Rule for your earthly orders?”
“Yes—except, if I remember rightly, for Plato’s Guardians.”
“There is a Rule of Chastity here—but not of Celibacy. We know quite clearly that civilisation is an artificial arrangement, and that all the physical and emotional instincts of man are too strong, and his natural instinct of restraint too weak, for him to live easily in the civilised State. Civilisation has developed far more rapidly than man has modified. Under the unnatural perfection of security, liberty and abundance our civilisation has attained, the normal untrained human being is disposed to excess in almost every direction; he tends to eat too much and too elaborately, to drink too much, to become lazy faster than his work can be reduced, to waste his interest upon displays, and to make love too much and too elaborately. He gets out of training, and concentrates upon egoistic or erotic broodings. The past history of our race is very largely a history of social collapses due to demoralisation by indulgences following security and abundance. In the time of our Founders the signs of a world-wide epoch of prosperity and relaxation were plentiful. Both sexes drifted towards sexual excesses, the men towards sentimental extravagances, imbecile devotions, and the complication and refinement of physical indulgences; the women towards those expansions and differentiations of feeling that find expression in music and costly and distinguished dress. Both sexes became unstable and promiscuous. The whole world seemed disposed to do exactly the same thing with its sexual interest as it had done with its appetite for food and drink—make the most of it.”
Dit is een deel van een nogal saaie politieke uiteenzetting die niet uitnodigde tot het lezen van de rest van het boek.
Sociaal Humanisme
De Samurai van Wells is als poging tot een morele leer meer geslaagd dan die van Huxley, maar biedt geen wenkend perspectief; geen vervanging van een religie of wereldbeschouwing. Moet dan de conclusie van Houellebecq onderschreven worden dat het een onmogelijke opgave is? Daar is het nog te vroeg voor. De “evidentie van de materiële dood” lijkt me in ieder geval geen argument. Je kunt wel zeggen dat de meeste religies die evidentie konden wegstoppen onder een of ander leven na de dood, maar er zijn ook ideologieën geweest die succesvol mensen als onderdeel van een orde hebben aangesproken die een concrete verbinding met de toekomst van de groep als perspectief boden. En omgekeerd is er bijvoorbeeld het Boeddhisme, dat met zijn reïncarnatieleer een zeer op het individu en niet op het sociale gerichte voortleving suggereert.
is hier verkrijgbaar |
Binding met het voortbestaan van de soort, het voortzetten van de keten, is een vrij sterke biologisch drift in iedere levensvorm, ook in de mens, waar het zich in eerste instantie richt op het eigen nageslacht, maar dit kan sociaal ook andere vormen aannemen. Dat de evidentie van de materiële dood de rol kan spelen die Houellebecq haar toedeelt is een gevolg van de individualis-tische cultuur, niet de oorzaak. Overigens doet Houellebecq zowel in “Elementaire Deeltjes” als in “Mogelijkheid van een Eiland” pogingen om toch een soort van toekomst te schetsen. In beide gevallen is het sociale karakter van de samenleving verdwenen en is er sprake van een of andere materiële overwinning van de dood; een soort eeuwig of in ieder geval zeer lang leven.
De afgelopen tien jaar heb ik een zoektocht ondernomen naar een alternatief voor het liberale humanisme (in feite een soort christendom-light). Daarbij moesten de klippen van nationalisme, communisme en fascisme omzeild worden en er moest recht gedaan aan het feit dat we in de moderne tijd behalve in een land ook in een wereldordening leven. Het resultaat is Sociaal Humanisme genoemd en is in november uitgekomen.
Ik heb mijn best gedaan maar het is geen vlot te lezen beschouwing geworden en dat is gezien de opgave ook niet mogelijk. Het vereist zorgvuldige, onbevooroordeelde lezing. Ik hoop dat de lezer er kennis van wil nemen met die aanwijzing in het achterhoofd. Niet te snel afhaken als iets onduidelijk is of zelfs tegen de borst stuit. Misschien wordt het verderop begrijpelijk. (Bijgewerkt 19 jan 2017).