Brecht: “Het rijk der gedachten”
Bepaalde gedachten van ordenende aard, gedachten die orde scheppen tussen de
gedachten, kan men wat hun gedragslijn betreft zeer goed met ambtenaren
vergelijken. Oorspronkelijk aangesteld als dienaren van het algemeen worden ze
al gauw tot heersers daarover. Ze moeten de produktie mogelijk maken, maar
verslinden deze. Bepaalde tegenspraken tussen de gedachten uitbuitend werpen ze
zich tot heerser op; daarbij richten ze zich naar de machtigen, niet naar de
nuttigen.Men kan het rijk der gedachten vergelijken met een gewoon rijk, sprak Me-ti
verachtelijk. Er heerst de ergste onderdrukking. Een andere ordening dan
onderdrukking bestaat niet. Bepaalde groepen komen aan de macht en onderwerpen
alle overige. Niet de prestatie geeft de doorslag, maar de afkomst en de
konnekties. De nuttigen worden gedwongen de machtigen te dienen. Zij die
eenmaal de macht in bezit hebben houden allen die na hen opkomen, eronder.
Bepaalde samenscholingen van oproerige gedachten worden zonder pardon
verhinderd. Men kan gerust zeggen dat het rijk der gedachten als twee druppels
water gelijkt op het rijk waarin het ontstaat.
Een reusachtige groep gedachten dankt haar bestaan uitsluitend aan de diensten,
welke zij weer andere bewijst; slechts met het oog hierop hebben deze gedachten
nut. Het systeem der toetsingen is door en door korrupt. Relaties geven de
doorslag.
Bepaalde gedachten hebben enkel en alleen tot taak om dit rijk eeuwig te
verklaren. Zij bewijzen dag en nacht dat dat dit rijk een deel van de natuur is
en onmogelijk te veranderen. Deze gedachten worden af en toe, wanneer ze in de
dienst vergrijsd en vervet zijn, vervangen door andere, jonger en slagvaardiger
dan zij. Deze vertegenwoordigen dan het oude in nieuwe bewoordingen.]
Soms moet je je wat herinneren … V.O.