Koyaanisqatsi (2)
Enige tijd geleden organiseerde ik een vertoning van Koyaanisqatsi voor een bescheiden gezelschap. Het doel was enig gevoel op te wekken voor het feit dat men allereerst onderdeel van de maatschappij is. Een wereldomspannend netwerk van groepen waarin de arbeidsdeling georganiseerd is. Het beleven van die ervaring zou dan moeten leiden tot een levensbeschouwing waarin solidariteit, het belang van de groep, een grote plaats inneemt en individualiteit, het belang van het individu, een kleinere.
Die vertoning bracht inderdaad enige beweging in die richting tot stand, maar het is afwachten of het tot enig serieus resultaat leidt. Eerdere vergelijkbare pogingen een start te maken met het samenbrengen bleken uiteindelijk ook geen gemeenschap voort te brengen.
Een van de aanwezigen vond dat de film vooral een kritiek op het gangbare liberale vrijheidsbeeld was. Het overgrote deel van de aanwezigen vond dat de film niet over vrijheid ging, ook niet over kritiek daarop. Menselijk leven als door allerlei (sociale) regels en automatismen gedreven gedrag, de mens als mier, of misschien zelfs als zombie was de overheersende indruk. Niet als kritiek op vrijheid, maar als een “zo is het leven”.
Er ontstond vooral discussie over de mate waarin de film een morele boodschap bevatte. De titel van de film, Life out of balance, lijkt mij in de eerste plaats een constatering. Daarin kan men proeven dat die balans weer hersteld moet en zal worden. Of dat herstel een bewuste daad van de mensheid is of dat het herstel de ondergang van de mensheid inhoudt, blijft in het midden. Wel is duidelijk dat de mens de oorzaak van het uit balans raken van het (totale) leven is.
Het lied dat aan het einde wordt gezongen bevat informatie hoe die onbalans tot stand komt en wat er dan gaat gebeuren. Alleen “invite disaster” kan als een oproep gezien worden om geen “kostbare zaken uit de grond op te graven”, hoewel ook dat geen gebod is maar meer het aangeven van oorzaak en gevolg. Over het herstellen van de balans gaat het niet. Tenslotte moet geconstateerd worden dat de makers van de film niet voor niets voor een voor de toeschouwer niet begrijpbare tekst kiezen. Het lijkt mij dat ze daarmee aangeven dat de film zoveel mogelijk in zijn eigen symbolische betekenis begrepen moet worden en de conventionele betekenis van het (rationele) denken en de taal (en daarmee van gemakkelijke morele oordelen) moet overstijgen. In de eerste plaats — complex — gevoel moet opwekken. Philip Glass heeft dat idee ook gebruikt in Satyagraha, een opera in het Sanskriet en eigenlijk ook in Einstein on the beach waarin vooral geteld wordt en de teksten geen betekenisvolle totaalboodschap bevatten.
De weergave van het menselijk leven in de hedendaagse maatschappij als bovenmenselijk gereguleerd en machinaal toont bijzonder duidelijk dat er geen centrale, goddelijke of menselijke macht is die de maatschappij bestuurd. Er is een wel een sturend centrum, waarvoor in de film New York en in het bijzonder de wolkenkrabbers en Wall Street model staan. Hoe dat gebeurt en wie daar op welke manier aan deelnemen blijft onduidelijk. We zien gebouwen, waar achter sommige ramen het licht aan gaat en achter andere dan weer uit en we zien de handelsvloer waar een menigte briefjes uitwisselt. Signalen die in de film zonder betekenis blijven. Voor de liefhebbers: men zou kunnen spreken van een portret van de “Kathedraal” van het Dark Enlightenment van Nick Land en Moldbug. De manier waarop mensen gedisciplineerd worden, zodat ze rechts blijven rijden en in grote getalen zonder conflict met elkaar kunnen omgaan en hun rol kunnen vervullen blijft daarmee ook buiten beeld, evenals de centrale waarde(n) (“greed is good”) van het collectief dat zich in het centrum van de macht bevindt.
Mijn conclusie, waarvan ik hoop dat men die deelt is dat het een oproep is te pogen de balans te herstellen. De vraag is hoe dat moet, als er geen tastbare macht is, er niemand in de cockpit zit. Mij lijkt dat een terug naar een cockpit-model niet mogelijk en niet wenselijk is. Het loslaten van iedere sturing zal zeker ook geen oplossing brengen. Een collectief dat met betere sturingsmiddelen betere centrale doelstellingen kan realiseren lijkt mij de beste mogelijkheid.