Is de parlementaire democratie nog te redden?
Het functioneren van het parlement is een groot probleem geworden. In Nederland is het misschien wel het allerergste, maar in andere democratieën gaat het niet veel beter. Onze democratie bestaat alleen nog in naam.
Politieke partijen die de regering steunen of graag aan een regering deel zouden nemen zijn die naam niet waard. Het zijn baantjes- en carrièremachines, waarbij de “volksvertegenwoordigers” permanent likken naar de macht in de hoop een kluif toegeworpen te krijgen. Ondertussen is onder leiding van diezelfde macht het onderwijs dermate uitgehold dat het de vraag is of er nog mensen met voldoende kennis en kunde gevonden kunnen worden om een werkende volksvertegenwoordiging (en regering) te vormen.
Een nog groter probleem is dat oppositie die die naam nog verdient voortdurend op niet democratische wijze wordt achtervolgd. Geen toegang tot de media, en de enkele keer dat er wel toegang is in een gemanipuleerde negatieve context. Standpunten worden zonder argumenten als nepnieuws, complotdenken, racisme of fascisme bestempeld. Het gaat er niet om dat er slechte of niet onderbouwde standpunten tussen zitten maar om het tekort aan werkelijke discussie, waarbij men de eigen standpunten, die steeds minder de toets der kritiek kunnen doorstaan ter discussie stelt. De basisvoorwaarde voor democratie wordt geschonden op het moment dat legitiem verkozen volksvertegenwoordigers en hun standpunten niet als volwaardig worden erkend en een gelijke kans krijgen gehoord te worden en zich publiek te uiten.
Een democratie kan alleen functioneren als er over grondbeginselen consensus tussen alle deelnemers bestaat. Voor zover zich oppositie aandient die buiten die consensus valt (bijvoorbeeld door een dictatuur voor te staan of de sharia in te willen voeren) dient die oppositie uitgesloten te worden van vertegenwoordiging.
Aangezien het parlement het hoogste orgaan is, en het enige dat besluiten kan nemen die de eigen problemen zouden kunnen oplossen is de kans dat dit gaat gebeuren bijzonder klein. Alleen als de problemen zo groot worden dat de oppositie een meerderheid dreigt te krijgt of dreigt te krijgen is daar een kans op. Waarschijnlijk zal ook dan de nodige buitenparlementaire actie noodzakelijk zijn. Het “democratisch” instellen van een dictatuur is dan niet ver weg. Het praktische verschil tussen een dictatuur en zoals het nu gaat is klein. Het bestuur houdt zich met autoritaire middelen in het zadel.
De kans dat er weer een werkende democratie komt, kan worden vergroot als de oppositie een goed plan heeft hoe zo’n democratie er uit kan zien. Dat kan wervend voor de oppositie zijn. Dat plan is er nu niet. Ondergetekende is bezig met een dergelijk plan. Personen die daarvoor belangstelling hebben kunnen hieronder een reactie achterlaten.
Lees ook:
Even niet Trots op de Democratie
Afscheid van de rede – Hoe “emotionele intelligentie” democratie vernietigt
Parlementaire democratie is onmogelijk geworden
De beeldvoerder: Het einde van de democratie
Zetelroof: Democratie of staatsrecht?
Reacties
Is de parlementaire democratie nog te redden? — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>