Singulariteit en Circulariteit
Foundation’s Edge is het eerste vervolg op de Asimov’s Foundation trilogie, gepubliceerd in 1981, meer dan een kwart eeuw na het derde deel “Second Foundation”.
In de eerdere bespreking de trilogie (2009/2015) werden de latere toevoegingen als “minder” gekwalificeerd. De reden daarvoor is dat de in de naoorlogse dagen heersende onbaatzuchtige instelling van mensen had plaatsgemaakt voor toegenomen egoïsme en individualisme eind zeventiger jaren. In de “Second Foundation” blijkt een carrièristische machtsstrijd gaande die in schrille tegenstelling staat tot de zakelijke, afstandelijke en dienende instelling in het slotstuk van de trilogie. Vermoedelijk komt dit “mindere” voort uit de morele aftakeling van het Vrije Westen die zich daarna nog krachtig heeft voortgezet. Dat maakt de in dit deel gesignaleerde ontwikkeling van Artificiële Intelligentie des te interessanter. Ook hier toont Asimov zijn kwaliteit als groots ziener.
In “Edge” gaat het er om dat de Foundation de indruk krijgt dat de Second Foundation nog wel bestaat en aan het eind van de “rit” de macht wil grijpen ten eigen bate, terwijl de Second Foundation ervaart dat er een andere kracht is buiten haarzelf die de ontwikkelingen beïnvloed. De Foundation stuurt er een opstandige bestuurder, Trevize, op uit om de Second Foundation op te sporen, die dat wel wil doen om zijn eigen redenen, maar niet wil dat de heerser van de Foundation die ook vindt. Die heeft echter techniek achter de hand waarmee de speurtocht gevolgd kan worden. De leider van de Second Foundation gaat op zoek naar de bron van de onbekende beïnvloeding.
Deze speurtochten eindigen tezamen bij de planeet Gaia. Deze planeet blijkt een totaalbewustzijn te vormen met ongekende – telepatische – kracht, waar alles en iedereen een integraal, maar te onderscheiden onderdeel van is. Mensen hebben een eigen identiteit maar zijn zich voortdurend bewust van het geheel en hun aandeel daarin. Het gaat hier om een singulariteit die nog maar weinig gemeen heeft met de menselijke conditie als materieel, biologisch beperkt gegeven en alleen kan bestaan bij permanente collectieve communicatie met een collectief geheugen en een collectief verwerkings- en evaluatieproces. Dit vindt plaats in een niet nader beschreven niet-menselijk informatieverwerkend systeem. Het kan goed als voorbeeld dienen van de singulariteit waarin Artificiële Intelligentie uiteindelijk in uit kan of zal monden.
Het leven op Gaia is strak georganiseerd. Hoewel we in het boek slechts met twee Gaianen kennis maken is het duidelijk dat de individuele vrijheid minimaal is. Het menselijk bestaan is circulair en grotendeels biologisch van aard, met een streng ecologisch karakter waaronder nagenoeg voorgeschreven vegetarisme en een geringe bevolkingsdichtheid. Het lijkt er op dat er geen steden zijn. Het maakt de indruk van een permanente wat onbenullige gelukzaligheid, zoals we die bij op boeddhisme georiënteerde sektes tegen komen.
Gaia houdt de twee strijdlustige partijen die zich nu in haar nabijheid bevinden in een telepathische houdgreep waardoor zij niet kunnen handelen. Aan Trevize wordt nu gevraagd een keuze te maken uit drie mogelijkheden: Gaia breidt zich in de daarop volgende eeuwen uit vanuit de planeet over het hele universum – “Galaxia” – , de Foundation krijgt de vrije hand of de Second Foundation krijgt de vrije hand. Trevize is voor die beslissing uitgezocht omdat Gaia (via haar agenten) gebleken is dat hij het unieke vermogen heeft het “juiste” te beslissen. Het keuze moment is niet toevallig maar door Gaia in een proces van tientallen jaren geregisseerd. Gaia is onzeker of haar weg de beste is voor de mensheid.
Trevize kiest uiteindelijk voor Gaia, omdat dat de toekomst het meest open laat en niet omdat hij meent dat dat het lot van de mensheid zou moeten zijn. Hij wantrouwt het menselijke karakter van Gaia en vermoedt een robotische toezichthouder: in termen van nu een singulariteit. Deze moet voldoen aan de robotische wetten van Asimov, met name het nulde gebod dat gehandeld wordt in het belang van de mensheid als geheel. Dit wordt in bedekte term toegegeven en dat is tevens het probleem omdat de singulariteit, naarmate hij meer controle krijgt, het “belang van de mensheid” overvleugeld en niet meer als extern gegeven kan gebruiken.
De conclusie moet luiden dat een circulaire ecologie alleen mogelijk is met een singulariteit, een dictatuur. Een dictatuur van kunstmatige intelligentie – een voortzetting van de menselijke intelligentie – die in het beste geval de mensheid een goed hart toedraagt, maar dat hoeft geenszins het geval te zijn want dat hart is nu juist afwezig. In ieder geval zal het individu nog maar weinig vrijheden kennen; iets dat zich nu al aftekent. Een kanttekening kan nog gemaakt worden bij telepathie als communicatie- en controlemiddel. We kunnen dit wel vertalen als het WorldWideWeb waarin mensen en steeds meer zaken steeds verder en dwingender worden opgenomen. Ingesponnen raken.