De linkse stroming is de weg kwijt
“Groepsdenken splijt het land.”
“Wij, progressieve Nederlanders van diverse komaf, weigeren het progressieve gedachtengoed, dat niet alleen in Nederland maar in het hele Westen een motor is geweest achter de vrijheid en de moderniteit, op te geven.”
“Linkse en progressief liberale stromingen hebben hun bestaansrecht grotendeels te danken aan de strijd tegen de idee dat het individu zijn lot uit handen geeft.”
17 mei 2018 is een “Manifest vrij links” in de Volkskrant gepubliceerd. Auteurs zijn
Asis Aynan, Femke Lakerveld, Eddy Terstall en Keklik Yücel.
Van de progressief liberale stromingen weet ik het niet, maar de linkse stroming heeft haar bestaansrecht niet te danken aan “de strijd tegen de idee dat het individu zijn lot uit handen geeft”.
Tot ver in de jaren 80, tot het ontstaan van Groen Links, was links een of andere vorm van socialisme, waaronder ook het communisme gerekend moet worden. Er was sprake van een rode familie, bestaande uit PvdA, VARA, Het Vrije Volk, NIVON en de NVV met daarnaast CPN (met de Waarheid) en PSP. Zelfs in de meest verwaterde vorm van de PvdA stond in het beginselprogramma van 1977 nog: “De nationalisatie van belangrijke industrieën, banken en verzekeringsmaatschappijen”
De kern van dat links was de strijd tegen uitbuiting en onderdrukking. En dan niet het soort uitbuiting en onderdrukking dat de hedendaagse social justice warrior bezighoudt, met pleidooien voor genderneutrale toiletten, maar tegen vormen zoals die in de hoogtijdagen van de industriële revolutie in Engeland zichtbaar waren en door Marx in deel I van het Kapitaal gedocumenteerd zijn. Tegenwoordig is de uitbuiting en onderdrukking in ontwikkelde Westerse landen een stuk milder, maar er zijn nog steeds grote, niet te rechtvaardigen misstanden in de sfeer van beloning en arbeidszekerheid. Die zijn de afgelopen jaren zelfs toegenomen. Het socialisme, ook dat zich niet (meer) op Marx baseerde kende nog altijd dezelfde tegenstander: het (groot)kapitaal, meestal eufemistisch aangeduid als “werkgever”.
Voor de strijd met die tegenstander bestond eigenlijk maar een methode: solidariteit. En solidariteit is ongeveer het tegendeel van “strijd tegen de idee dat het individu zijn lot uit handen geeft ” Men moet overtuigd raken dat men onderdeel is van die maatschappij en dat de plaats die je in dat geheel inneemt je op een oneerlijke manier is toegewezen. De enige manier om zich te verzetten is je organiseren, je onderdeel maken van een beweging — een groep! — die de uitbuiting en onderdrukking, die oneerlijke toewijzing tegengaat. Dit overigens zonder de illusie van een totaal egalitaire samenleving. Je rukt een deel van je lot dat al niet in jouw handen was uit de greep van je werkgever en legt die in handen van een groep — de partij, de vakbond — omdat dat nodig is je doelen te bereiken. Als ongebonden, zogenaamd vrij individu bereik je helemaal niets. Ten grondslag hieraan ligt het inzicht dat de mens in steeds grotere verbanden samenwerkt en cultureel verbonden is en zich alleen enige vrijheden kan veroveren door zeggenschap over de verbanden waarin hij opgesloten zit. De bewering in het manifest dat “elk mens vrij is zijn levenspad te kiezen” — of dat zelfs maar zou kunnen zijn — is onjuist. Dat is het illusoire uitgangspunt van de liberalen, al of niet van progressieve snit.
Het manifest dat “pleit voor een vrij en onbelemmerd debat, een levensbeschouwelijk-neutrale staat, seculier onderwijs voor alle kinderen en een herwaardering van individuele vrijheid.” is in wezen een liberale en geen linkse oproep. Voor oud links was het onbelemmerde debat geen probleem, door hun zuil konden zij hun mening verkondigen. Dat de ooit kritische linkse media door overheid en kapitaal onderhorig zijn gemaakt is de kern van het probleem.
Los daarvan wordt er geen enkel probleem aangesneden dat veel oud-linksen in de armen van nieuw, nationalistisch “rechts” dreef. Zelfkritiek over het tekortschieten van de verdediging van de eigen Westerse cultuur door links ontbreekt. Voor dit manifest zal niemand de straat op gaan. Maar misschien is dat ook niet de bedoeling.
Als troost voor dit verdriet: Stanley Brothers – I’m Lost And I’ll Never Find The Way
22 mei vindt over het manifest een debat plaats in de Balie. Ik vrees dat deze bijdrage daar niet ter sprake zal komen.