Site pictogram Wat te DOEN

Ik, slaaf

Op een ochtend bleek de meester van Jesus Kwamimba niet meer op de plantage te zijn. De residentie was verlaten. In de verte hoorde hij het kanongebulder van de oprukkende Noordelijke troepen. Jesus besloot niet aan het werk te gaan en de plantage te laten voor wat die was. Hij bracht de kinderen naar de plantageschool en ging daarna met zijn vrouw een eindje wandelen en, eh, nou ja…

Na enige dagen verscheen de meester alleen op de plantage. Hij riep alle slaven en andere krachten bijeen en verklaarde dat de slavernij was afgeschaft, dat hij zijn plantage verkocht had en we het verder maar moesten uitzoeken met de nieuwe eigenaar. Jesus leek het wel prachtig om vrij te zijn, maar vroeg zich wel bezorgd af hoe het nu verder moest. Hij mocht de meester wel. Die had altijd goed voor ze gezorgd; er was zelfs een school gekomen. En als je ziek werd, riep hij een dokter. Aangezien Jesus en de andere slaven en medewerkers ook niet konden bedenken waar ze naartoe zouden moeten, bleven ze waar ze waren. Er waren er zelfs die gewoon aan het werk gingen, maar dat vond Jesus toch wat overdreven.

Enkele dagen later verschenen er twee mannen. De eerste was een ambtenaar van de regering. Daar moesten alle bewoners met hun kinderen langskomen om geregistreerd te worden als burger van de staat Louisiana. Ze kregen een persoonsbewijs. En een vel papier waarop wat adressen van autoriteiten en iets van basisrechten stond. Jesus kon nog niet zo goed lezen, maar bewaarde het papier toch maar.

Vervolgens  moesten de volwassen mannen in gesprek met iemand die zich Oom Sam noemde en papieren liet zien waaruit bleek dat hij de nieuwe eigenaar, de firma Big Cotton Two Inc. vertegenwoordigde en voor hen deze en twee andere plantages zou gaan beheren. Jesus leek het geen erg prettige man. Hij was geweldig dik met een zware gouden horlogeketting, rookte een bijpassend dikke sigaar en keek hebzuchtig en venijnig uit zijn varkensoogjes.

Oom Sam bood Jesus een dienstverband aan. Dat betekende dat Jesus  op de plantage zou blijven werken. Hij kreeg dan zes dollar loon per week. Daarop werd vier dollar ingehouden voor zijn hut en de grond waarop hij zelf eten verbouwde en geiten en kippen hield. Verder zou hij voor alles moeten betalen: overig voedsel, materialen, potten en pannen, onderwijs, de dokter. Hoeveel dat was, kon Oom Sam niet vertellen. Ook kon of wilde Oom Sam niet vertellen hoe lang hij moest werken en wie daar toezicht op hield. Als hij zou tekenen zou hij meteen twee dollar krijgen voor de afgelopen week. Hij kon ook tekenen voor zijn vrouw. Die zou twee dollar loon krijgen, zodat ze samen vier dollar te besteden hadden. Aangezien er niet veel keuze leek tekende Jesus, net als vrijwel iedereen. Daarop vertrokken de mannen.

De volgende dag trokken er twee gezinnen in de residentie van de plantage. Het waren woeste mannen met nare baarden en grote honden. Uiteraard goed bewapend. Zij riepen iedereen bijeen. Ze heten Paul en Simon en waren de beheerders van de plantage. Ze deelden de mannen en vrouwen in vrij willekeurige groepen en liepen naar de velden, waar ze de mensen aan het werk zetten. Ze zeiden dat ze bij zonsondergang terug zouden komen en dat ze voor die tijd door moesten werken. Iemand merkte op dat ze toch eten drinken nodig zouden hebben. De nare woestelingen keken enigszins verbaasd, maar toen vonden ze het goed om rond het middaguur snel eten en drinken te halen en te nuttigen. De volgende dag dienden ze voldoende eten en drinken mee te nemen. Jesus merkte op dat ze in de zomer op het heetst van de dag niet hoefden te werken. Ze begonnen dan zo vroeg mogelijk. Dat vroeg beginnen bleef natuurlijk, maar van die middagpauze kon geen sprake zijn. Het betekende dat in plaats van negen elf uur gewerkt moest worden.

De betaling voor allerlei zaken, met name de school viel niet mee. Met de vier dollar lukte het eigenlijk niet. Er bleef in ieder geval niets over om van de vrijheid te genieten. Nee, de bevrijding van de slavernij bracht bepaald geen verbetering. In zijn spaarzame vrije tijd trok Jesus er op uit om te kijken of hij elders meer kon verdienen en beter behandeld zou worden. De aanliggende plantages bleken van dezelfde eigenaar dus daar schoot hij niets mee op. Ook op de verder weg gelegen plantages bleek het niet veel beter. Jesus besloot toen te proberen om mensen op de plantages te organiseren voor een beter loon. Dat bleek moeilijk want de mannen die van oudsher al de leiding hadden in de gemeenschap bleken door de beheerders al beloond met een toezicht baan en verdienden veel meer. Toen hij na maanden toch enige organisatie voor elkaar had gekregen en op het punt stond betere beloning en korter werken te eisen werd hij door Simon opgebracht en naar de Sherriff gebracht. Daar werd hem te verstaan gegeven dat het organiseren van werkers niet was toegestaan en dat hij daar onmiddellijk mee op moest houden. Een paar weken later werd zijn vrouw ziek. Er was geen geld voor de dokter dus ze ging dood.

===

Deze parabel is geheel ontsproten aan de fantasie van de auteur, hoewel sommige zaken wel gecontroleerd zijn. Het is een illustratie van de slavernij van de loonarbeid.

Gewone slavernij kent een persoonlijk relatie tussen meester of diens directe, min of meer permanente vertegenwoordiger en de slaaf. De  meester heeft een direct belang bij het algehele welzijn van de slaaf. Een belangrijk onderdeel daarvan is dat er gezorgd moet worden voor voldoende en goede nakomelingen. Uiteraard waren er wrede meesters. Economisch gezien zullen die misschien op korte termijn meer winst gemaakt hebben; op de lange termijn levert het niets op of zelfs verlies.

Degene die losse arbeid inhuurt, zal geen goede relatie met de ingehuurde kracht ontwikkelen. Uitsluitend als omstandigheden hem daartoe dwingen zal hij bereid zijn tot betere condities;  voor de rest gaat het hem er alleen om de maximale prestatie voor een zo laag mogelijk beloning te verkrijgen. De rest van de zorgen van de werker werpt hij over de schutting. Het is niet zijn probleem. Dit systeem kan alleen werken als er voldoende aanvoer is van verse arbeidskracht zodat er nooit nare eisen gesteld kunnen worden. Dit stelt een ondergrens aan de arbeidscondities omdat er uiteindelijk ruimte moet zijn voor voortplanting, zorg en opvoeding en misschien ook enige scholing. Indien daar geen mogelijkheden voor zijn rest alleen nog de aanvoer van buitenaf. We zien dus dat de gemiddelde werknemer in een slechtere positie zit dan de slaaf. De verhouding tot de meester – de “werkgever” – is feitelijk dezelfde, men is voor de arbeid aan hem onderworpen en aangezien de arbeid het leven mogelijk maakt, is er even weinig kans op ontsnapping als de gemiddelde gewone slaaf heeft. De enige mogelijkheid tot lotsverbetering is collectieve actie en dat heeft wel wat opgeleverd. Dat werd vaak in wetten vastgelegd waardoor alle werkgevers er aan gebonden werden. Uiteindelijk leidde die wetsbescherming dan weer tot het uitwijken naar plekken waar die niet of minder was.

Het is dan ook zeer de vraag of de “bevrijding van de slavernij” door de burgeroorlog niet in feite strijd was om meer goedkope arbeidskracht op de markt te krijgen en een systeem te beëindigen dat regelmatig goed werkte voor alle betrokkenen. Misschien is Black Lives Matter een teken van onvrede met de bevrijding van de slavernij.

Zoals gezegd; terwijl de slavenhouder direct betrokken is bij de reproductie van de arbeidskracht – het verkrijgen van nieuwe slaven – treft de inhuurder – soms wel kapitalist genaamd – de arbeidskracht kant en klaar aan op de arbeidsmarkt. De markt heeft een object-effect, of dat nu een pak melk of een werknemer betreft. Men treft iets kant en klaar aan dat men kan gebruiken of niet en waarvan men kan bepalen of men de prijs er voor wil betalen of niet. Hoe dat artikel daar terecht komt, interesseert de koper niet. De mens wordt daarmee een ding, waarmee men geen relatie hoeft aan te gaan. Dit nu is het fameuze “fetisjkarakter van de waar”. Ontegenzeggelijk een zeer belangrijk inzicht van Marx.

De titel is een variant op I, Robot van Isaac Asimov. De perfecte arbeidskracht.

Een interessant artikel waar de illustratie uit afkomstig is:

Slave Consumption in the Old South: A Double-Edged Sword

Lees ook

De gelukkige slaaf,

De meeste mensen willen een tevreden slaaf zijn,

Loonarbeid versus Slavernij

Mobiele versie afsluiten