Die emmer was behoorlijk groot. Ik ben een tolerant en geduldig mens. Onder leiding van de onvolprezen Philippe Remarque is die tot de rand toe volgelopen. Niet zonder herhaalde pogingen om enig begrip van de kant van de redactie te krijgen. Te prijzen valt dat Remarque mijn mails beantwoordde. Jammer dat hij ze niet eerst goed las. Hij schijnt te denken dat ik er op uit ben om alleen mijn eigen mening in de krant te lezen. Ik heb geschreven dat ik graag zou zien dat kranten weer meer een eigen kleur krijgen en niet in navolging van de politiek alle mensen te vriend willen houden. Dat is wel iets anders en het was slechts een vrome wens voor de wat verdere toekomst. Mijn kritiek was heel wat eenvoudiger.
Om te beginnen zou er een eind moeten worden gemaakt aan de framing, beter gezegd het schelden, dat in mijn waarneming vooral de rechterzijde treft. “Nar”, “populistisch”, “extreem-rechts”, “racistisch”, “haatzaaien”, “fascisme”,”islamofoob” het zijn termen waarvan vaste columnisten en tijdelijke opinieurs zich vrijelijk mogen bedienen. Om te beginnen duidt dit op een tekort aan algemene ontwikkeling bij de desbetreffende scribenten. Het gebruik van dergelijke adjectieven is een teken van zwakte en kan slechts in bijzonder duidelijke gevallen toegepast worden. Is het geval wat minder duidelijk dan is enig bewijs noodzakelijk, maar dat wordt niet gegeven. Overigens duiken deze termen ook in journalistieke nieuwsberichten regelmatig op.
Een tweede, verwante wens is om degenen die uiteindelijk de ondergang van de Westerse beschaving, meestal gepersonifieerd in de joden/Israël op de agenda hebben staan niet meer aan het woord te laten. Ook niet met een enkele kritische alinea ernaast in een kadertje. Dit wordt de lezer door de strot geduwd onder het mom van de vrije meningsuiting. Ik vrees dat met dit argument Joseph Goebbels in 1930 ook die ruimte zou hebben gekregen om maar eens een Godwin te gebruiken. Het zijn over het algemeen gewiekste propagandisten die het nog net in het nette houden. Twee recente voorbeelden:
In “Met een tweet Israël bestoken” (Robert-Jan Friele, 15 oktober 2014) wordt in zogenaamd neutrale maar in feite bewonderende bewoordingen over de boycot-terreur van de organisatie BDS geschreven.
“Is dit de haatimam?” (Stieven Ramdharie, 11 april 2015), krijgt al-Khamees alle ruimte om over twee pagina’s vrijwel onweersproken zijn gang te gaan, begeleid door foto’s met een hoog knuffelgehalte.
Wat is de meerwaarde van het toestaan van deze zaken? Zouden er veel mensen een abonnement op de Volkskrant nemen omdat Wilders er regelmatig voor racist wordt uitgemaakt? Of kost het eigenlijk alleen maar abonnees doordat mensen zoals ik daar op een gegeven moment genoeg van krijgen? Is het welbewust de koers van de redactie? Ik heb wel een suggestie om de scribenten op te voeden: Bij iedere overtreding verplicht een redevoering van Hitler zelf aanhoren of een hoofdstuk uit “Mein Kampf” lezen. (Voor mensen die de Duitse taal onvoldoende machtig zijn eerst een spoedcursus). Eventueel af te wisselen met wat minder prettige soera’s uit de Koran. En three strikes is out natuurlijk.
Schrijven over godsdienst, atheïsme, de vrije wil en het bewustzijn heeft mijn speciale aandacht. Dat is geen toevallige hobby; het is het fundament onder het mensbeeld en daarmee een belangrijk uitgangspunt in de politieke discussie. Ook daar scoort de Volkskrant een onvoldoende. In de eerste plaats omdat er geen vorderingen in worden gemaakt. Door de jaren heen vindt een vervelende herhaling van zetten plaats, waarbij degenen die het vrij zwevende individu dat geloof als een persoonlijke keuze beschouwt op de troon zetten de overhand hebben. En dat ondanks de overdreven en ook weer onkritische aandacht die aan personen als Lamme (“de vrije wil bestaat niet”) en Swaab (“Wij zijn ons brein”) krijgen. De oprisping van twee pagina’s die Wilma de Rek 11 april 2015 over de non-valeur “Swijnenberg, de Vrolijke Atheïst” ten beste kan geven moet hier ook vermeld worden. Ik hoopte dat met “Geen vrije wil? Wat een denkfout” (Interview met Daniel Dennett door Peter Giesen, 17 nov 2011) een stap in de goede richting gezet zou worden, maar kwam van een koude kermis thuis toen Marcel Hulspas in “Het ‘ik’ als illusie” (9 nov 2013) zijn totale onbegrip van Dennett’s denken met één ster gelardeerd in een hoekje van de boekbesprekingen mocht etaleren.
Behalve correspondentie met de redactie, journalisten en ombudspersonen, bij elkaar een heel dossier, heb ik vanaf 2008 de volgende blogs geschreven over de Volkskrant:
- Van blinddoek naar oogklep
- Grunberg vliegt een keer te veel uit de bocht.
- Nieuw bij de Volkskrant: Wetenschap gekaapt door Gutmensch
- Leeglopen in de Volkskrant
- Natasha Gerson weet niet wat een drama is.
- De publieke functie van de Volkskrant.
Groeten aan Sylvia Witteman, Martin Sommer, Aleid Truijens, Peter de Waard, Peter de Wit, Peter van Straten, Chris Rutenfrans en anderen die mij er lang bij hielden. Ik zal jullie missen.