Nu steeds meer Sid-fans dit van hem overnemen zijn de neuroten wakker geworden en hebben de tegenaanval ingezet met een stuk in de Volkskrant van 26 augustus en een door Korving en Tielbeke in de Groene van 6 september (verder: K & T). Er was weliswaar al eerder wat gemompel maar het feit dat er een heuse discussie op NPO’s Buitenhof aan werd gewijd laat zien dat de zaak nu op scherp gezet wordt. De fans waren niet tevreden over Sid en hij kreeg een herkansing op TPO waarbij hij zich bezig houdt met eerder genoemd stuk in de Groene. Een zeer doortimmerd stuk.
Hij begint met de mededeling dat cultuurmarxisme geen complottheorie is. Nu stond dat inderdaad boven de kop van het genoemde artikel, maar in de tekst gaat het vooral om een strategie en dat is iets anders. Voor zover er sprake is van een complottheorie is dat label er min of meer zelf door de bedenker William S. Lind opgeplakt: ‘Deze kleine groep mensen heeft de intellectuele, culturele en politieke hegemonie verworven en richt ons nu te gronde’. Dat Andrew Breitbart het als een aha-erlebnis ervaren heeft wijst ook op een complotachtige uitstraling.
Niet heel interessant, want of het nu om een strategie gaat of om een complot, de vraag is wat “cultuurmarxisme” nu eigenlijk inhoudt. K & T laten precies zien hoe Lind cultuurmarxisme verzonnen en aan de man gebracht heeft. De belangrijke vraag wat cultuurmarxisme met Marx of marxisme te maken heeft wordt niet expliciet gesteld maar wel beantwoord. Namelijk niets. Dat is een belangrijke constatering omdat cultuurmarxisme dan evengoed cultuurietsisme genoemd had kunnen worden. De keuze voor –marxisme had een duidelijke politieke bedoeling, namelijk om het hele gedachtegoed van Marx en zijn (op)volgers in de prullenmand te kunnen gooien. De uitspraak van Sid dat “Het blijft een feit dat marxisten in het Westen de kapitalistische democratieën van binnenuit moesten bekritiseren.” toont dat nog eens. Inderdaad, dat was een terechte conclusie van Gramsci, maar die conclusie dekt absoluut niet wat de vermeende cultuurmarxisten gedaan hebben. De generatie 68 en opvolgers hebben zich namelijk massaal van het marxisme afgekeerd en dat geldt tot op grote hoogte ook voor de Frankfurter Schule. Dat wordt in het stuk van K & T ook wel duidelijk. Er heeft zich vanaf ongeveer 1930 een stroming ontwikkeld die Freudomarxisme genoemd werd maar ook die heeft zich redelijk snel en uiteindelijk totaal van het Marxisme (en ook van Freud) afgewend, uitmondend in een lofzang op de schizofrenie door Deleuze en Guattari. Deze stroming had overigens niet de mars door de instituties als doel, maar de bevrijding, of, beter, de ontremming van de mens. Als er al een dergelijke mars heeft plaatsgevonden heeft de uitkomst daarvan niets met Marx te maken.
Sid: “Kijk naar het racisme van de maatschappij, kijk naar het kolonialisme, het kapitalisme, het fascisme’. De strijd van het westers marxisme en de radicale agenda is verpakt in dit type buzzwords.”
Er is inderdaad alle aanleiding om het kapitalisme te bekijken. Het eigenaardige is echter dat degenen die van cultuurmarxisme — let op de listige vervanging door “westers marxisme” — beschuldigd worden daar bijzonder weinig ideeën over hebben. Bij Groen Links of de SP, aan de sociale faculteiten hebben ze het nauwelijks over kapitalisme, het is geen buzzword. Racisme en fascisme zijn dat wel, en vooral culturele identiteit en een verbod op discriminatie. Daar hebben marxisten zich niet erg mee bezig gehouden. Gramsci heeft serieus over fascisme geschreven. Hij was dan ook als leider van de communistische partij door Mussolini gevangen gezet. Wat hij er over schrijft heeft weinig te maken met de wijze waarop Gutmenschen het als etiket op hen onwelgevallige personen plakken.
Die Gutmenschen zijn ook niet uit op revolutie of zelfs maar een serieuze hervorming, toch wel iets dat bijna alle marxisten als noodzakelijk zien. Ze eisen vooral meer verboden van onze huidige machthebbers om hun morele “inzichten” te beschermen. En meer migranten.
Sid: “We zien hier hoe de linkse ideologie afstapte van het denken in arbeidersklassen en toeging naar het definiëren van nieuwe minderheidsgroepen.”
Voor iedereen met basiskennis van het marxisme is duidelijk dat als je “klassen” “vervangt” door “minderheidsgroepen” je afscheid neemt van het marxisme. En dat is dan ook precies wat er gebeurd is. Als we al iets zien dan is dat dat het niets meer met marxisme te maken heeft.
Cultuurrelativisme is daarvoor een prima term: om “minderheidsgroepen” althans theoretisch tot eenheid te brengen dienen zij in hun eigen waarde, hun eigen waarheid, gelaten te worden. En dat kan alleen als hun cultuur even veel waard is als die van ons.
Samengevat: “cultuurmarxisme” is een frame voor een aantal niet erg duidelijk afgegrensde en geanalyseerde verschijnselen zonder verklarende waarde en heeft als doel eventuele nuttige kennis van marxisme bij voorbaat tegen te gaan.
Bijna grappig is Sid’s mening dat het stuk van K & T “een eclectische indruk maakt”. Zijn kritiek is een schoolvoorbeeld van eclecticisme met bij elkaar geraapte uit hun verband gerukte citaten. Je zou bijna van een verwarde man spreken, maar ik houd het even op nepintellectueel.
Mijn eerste kritiek op cultuurmarxisme: “Cultuurmarxisme”? Trap er niet in!
Update: Nee we mogen niet spreken van “cultuurmarxisme”
PvanLenth meent in Mogen we wel spreken over cultuurmarxisme? dat ondanks mijn kritiek “cutluurmarxisme” wel degelijk een zinnige en toegestane term is. De belangrijkste reden volgens hem:
“Over dat afhaken van het marxisme zou kunnen worden gesteld dat deze mensen toch maar mooi wèl erdoor waren beïnvloed. Je kan natuurlijk wel achteraf zeggen dat je niet meer gelooft in het pad dat Marx uitzette, maar daarmee is nog niet gezegd dat je ook het geloof opgaf in de idealen die Marx verwoordde.”
Om te beginnen is dit een argument van het slag: “als je in christelijke naastenliefde blijft geloven (een typisch kenmerk van cultuurrelativistische goedmensen) blijf je altijd een christen, ook al geloof je niet (meer) in God of Jezus.” Daarbij komt dat Marx zijn idealen nooit “marxistisch” heeft genoemd, maar socialistisch of communistisch. En er zijn vele anderen die dergelijke idealen hebben verwoord, waarbij ook de anarchisten niet vergeten moeten worden.
Marx en zijn opvolgers delen bepaalde zorgen over waar het met de wereld naartoe gaat met de nieuw-realistische, conservatieve, patriottische, alt-right achtige oppositie. Hij heeft daarover het nodige zinnigs te vertellen, dat de stuurlieden van die oppositie niet goed uitkomt, omdat die, als het er op aankomt, niets van kritiek op het kapitalisme (dat is niet het zelfde als anti-kapitalisme) willen weten. De bedenker van het cultuurmarxisme was in dienst van een door rechtse ondernemers gefinancierde “thinktank”.
PvanLenth geeft min of meer toe dat je iets alleen een marxisme mag noemen “als het echt de door Marx uitgedragen beginselen uitdraagt” Dat is ietwat kort door de bocht want het gaat in de eerste plaats om inzichten, kennis, wetenschap en ook om inzichten die opvolgers, voortbouwend op zijn inzichten hebben voortgebracht. Dus niet om “beginselen” in de zin van idealen of morele stellingnames. Dan dient men te spreken van socialisme. Communisme is inmiddels dermate vervormd door Stalin en Mao dat dat niet meer lijkt op wat Marx ooit beschreef in het Communistisch Manifest.
Misschien is in bovenstaand niet duidelijk genoeg verwoord wat de essentie van marxisme is. Die essentie is een kritiek op het kapitalisme. Niet in de eerste plaats op personen of groepen maar op het kapitalistisch systeem zelf. Van die essentie is bij cultuurmarxisten geen flintertje over. Mensen als Naomi Klein en Pikkety hebben er weinig van begrepen, voor zover je die al zou kunnen indelen bij de “cultuurmarxisten”.
Het uitgangspunt van Marx en zijn opvolgers is dat kapitalisme een relatie tussen mensen is: een productieverhouding in de vorm van loonarbeid. En dat die verhouding een (belangen) tegenstelling tussen “kapitaal” en “arbeid” omvat die leidt tot “klassenstrijd”. Deze begrippen staan tussen aanhalingstekens omdat die tijdens de ontwikkeling van het kapitalisme van inhoud (“vorm”) veranderen en de analyse die Marx daarvan in de tweede helft van de 19e eeuw maakte nu niet meer geldig en dus niet meer bruikbaar is. Uiteindelijk gaat het om een systeem waarin de kapitalist evenzeer zit opgesloten als de arbeider. Dat Marx zich in “Das Kapital” vaak minder vlijend over kapitalisten uitlaat moet gezien worden in het licht van de zeer krasse “arbeidsvoorwaarden” uit die tijd, naast het feit dat de kapitalist toen nog vaak een aanwijsbaar persoon was die in de buurt van zijn kapitaal (fabriek, mijn) aanwezig was.
Hedendaagse marxisten zoals Harvey schieten in het up to date brengen van de begrippen zwaar tekort. En degenen die als cultuurmarxisten worden aangeduid heb ik nog niet op enig inzicht in dit gedachtengoed kunnen betrappen.
Zou men de term “cultuurmarxisten” vervangen door “cultuurkapitalismecritici” dan is meteen de onzin duidelijk. Voor “cultuurmarxisten” is er geen “probleem met het kapitalisme” maar is er sprake van een concrete vijand: de boze witte hoger opgeleide man.