Site pictogram Wat te DOEN

Waarheen, Forum voor Democratie?

De verkiezingstoespraak van Thierry Baudet, het interview met Otten in de NRC, het boek “Europees Realisme” van Derk Jan Eppink en de inleiding van Baudet daarin, het maakt me allemaal niet gerust op de koers van de FvD.

Zoals velen stemde ik FvD vanwege #stemzeweg, maar ik was geen liefhebber van het conservatisme en patriottisme van Baudet. Zijn optreden als politicus kan ik wel waarderen. De mogelijke koerswijziging zoals gesuggereerd door Otten geeft mij weinig hoop op een positieve reden om FvD te stemmen. Inmiddels is er, mogelijk vanwege de door Otten voorgestelde koerswijziging, een crisis uitgebroken in de FvD. De uitkomst daarvan is nog schimmig, maar zowel de lijn Baudet als de lijn Otten kennen zo hun problemen.

De “lijn” Otten

„Ik vind wel dat we wat sterker onze eigen cultuur mogen hebben. Dan zal het voor nieuwkomers makkelijker zijn om daarin te integreren. Nu weten ze niet goed wat er van hen wordt verwacht.”

Ik lees hier in de eerste plaats een grove onderschatting van de cultuurstrijd die zich afspeelt in. In de tweede plaats wordt hier het “grenzen dicht” ontkracht.

“… Ik deug nog meer dan jij. Jij wil vijftigduizend vluchtelingen binnenhalen? Ik honderdduizend. Wij willen een veel rationeler beleid.” … neemt dat onvoldoende terug.

“Mijn invalshoek is: mensen rekruteren via een nieuwe partij zodat in Nederland politieke verandering gerealiseerd kan worden. Ik wil echte financiële en fiscale veranderingen. En ik denk: ongeacht waar je vandaan komt, ongeacht ras, iederéén wil minder belasting betalen. Wat kan mij het verder schelen?”

Dat iedereen minder belasting wil betalen lijkt me beslist niet waar. Het gaat er in de eerste plaats waar het aan uitgegeven wordt en waaraan niet. De panacee van de liberale nachtwakersstaat is definitief passé. “echte financiële en fiscale veranderingen?” dat klinkt wel heel … beperkt. En ook wel braaf. Het “ongeacht waar je vandaan komt, ongeacht ras” klinkt weer als een ontkenning van de cultuurstrijd die voor Thierry centraal staat en die velen in beweging heeft gebracht.

Er zit weinig systeemkritiek in Otten, ook voor wat betreft de EU verwacht hij kennelijk ander beleid te kunnen realiseren binnen de bestaande structuren. Hij positioneert zich hiermee feitelijk als rechtervleugel van de VVD. Jammer.

Het Europese Realisme van Derk Jan Eppink

De semi-autobiografie van Derk Jan leest vlot weg en geeft een goed overzicht van het voortdurende falen van de EU en de NL buitenlandse politiek in de afgelopen 20 jaar. Onderhoudend en vooral nuttig voor wie het nog niet wist. De insidersblik voegt daar wel meerwaarde aan toe.

De conclusies op de laatste paar bladzijden — de politieke voornemens van Derk Jan — stellen teleur. Zoals gebruikelijk bij het forum is een federatie “onmogelijk” en “economische samenwerking van natiestaten” de oplossing. Met als bewijs dat de geschiedenis heeft uitgewezen dat de natiestaten in het verleden niet tot een geheel te smeden waren en dat de concurrentie “Europa tot een leidend continent maakte”. Ten eerste was er natuurlijk het Romeinse rijk en later de Katholieke kerk die toch wel een soort van redelijk succesvol imperium vormde, waarbij overigens de verschillende volkeren (en culturen) een behoorlijke autonomie behielden. Daarnaast ging die leiding niet uit van het “continent” maar was er in diverse fasen sprake van dominantie van Spanje, Engeland, Nederland, Frankrijk of Duitsland. Die wisselingen gingen allerminst vreedzaam of vanzelf en gingen bovendien gepaard met natievorming, d.w.z. dat voorafgaand daaraan de naties waar we nu op teruggrijpen helemaal niet of in ieder geval niet op die manier bestonden. En zijn de eerste en tweede wereldoorlog niet net als veel voorgaande oorlogen een strijd tussen natiestaten om de hegemonie? Vanaf de 17e tot begin 20e eeuw waren het ook nog eens koloniale imperia.

Met die culturele eenheid van naties valt het regelmatig tegen, zelfs in een klein land als Nederland. Aan de andere kant strekt die culturele eenheid zich veel verder uit dan de natiestaat zoals men kan zien als men populaire films en series, computerspellen en winkelstraten bekijkt.

Het idee van Eppink dat de waaromvraag, “de zoektocht van de mens naar zichzelf” (p169), de belangrijkste bijdrage van Europa(?) aan de mensheid(?), wetenschap, filosofie zou zijn doet wat vreemd aan. Die vraag is allereerst een religieuze vraag: “waarom zijn wij op aarde” en heeft voor wetenschap en filosofie weinig betekenis. Hoe werkt iets, wat is het nut van iets, wat is de oorzaak, zijn vragen die het Westen verder hebben gebracht.

Nog problematischer is de visie op “economische samenwerking tussen natiestaten in een vrije en open markt”. Het beeld van nationale economieën dat hieraan ten grondslag ligt is ronduit naïef. De economische macht is globaal, gedeeltelijk nog regionaal (continentaal) georganiseerd. Individuele natiestaten kunnen daar, tenzij ze toevallig over unieke belangrijke hulpbronnen beschikken weinig invloed op uitoefenen. Maar zelfs als dit niet het geval zou zijn wordt de mate van harmonisatie van wet- en regelgeving voor een open economisch verkeer zwaar onderschat. Belastingen, eigendomsrechten, technische en veiligheidsnormen, arbeidsvoorwaarden zullen in belangrijke mate geharmoniseerd moeten worden, d.w.z. blijven. Deze harmonisatie onderbrengen in een ondoorzichtige kluwen van samenwerkingsorganisaties en verdragen zal geen vooruitgang zijn ten opzichte van de EU en eerder een verdere toename van controle- en wetgevingsproblemen en kosten leiden. Het is vreemd dat Eppink, die onderdeel is geweest van de bureaucratische onderhan­delings­machine voor vrij economisch verkeer die de EU de facto is een dergelijke politiek voorstaat. Ook het standpunt tegen een Europees leger is niet goed te begrijpen. Dat de huidige retoriek van een Verhofstad dat leger om de verkeerde redenen wil hebben wil nog niet zeggen dat het een onzinnig idee is. Aparte legers zijn alleen te verdedigen als die ingezet moeten worden tegen naburige natiestaten. Dat kan toch niet de bedoeling zijn.

Het is duidelijk dat we niet verder moeten met de EU waarvan — ondanks het “ever closer union” geluid dat voortdurend gehoord wordt — duidelijk is dat het nooit de bedoeling is om werkelijk een democratische federatie te vormen, waarin een Trump verkozen zou kunnen worden die probeert een einde te maken aan de belangrijkste uitwassen van het neoliberale vrijhandelsprogramma en de poging tot wereldheerschappij die daarmee gepaard gaat.

Terug naar de natiestaat is echter een rampzalig romantisch verlangen; er moet wel degelijk een federatie komen. Niet meteen in de volle omvang van de huidige EU; daarvoor zijn niet zozeer de culturele, maar de economische en institutionele verschillen te groot. Die federatie kan dan associaties aangaan, zelfs met open grenzen, met veel andere huidige leden van de EU. Enige transfer van rijk naar arm om werkelijke aansluiting mogelijk te maken is daarbij geen slecht idee. Afijn daarover is meer te lezen in Coup Europa.

Voor Derk Jan en zijn medevertegenwoordigers zou de eerste taak moeten zijn om coalities te smeden met andere EU-kritische partijen, die van hun nationalisme te genezen en tot binnen en buitenparlementaire activiteit te brengen om een nieuwe Noordwest Europese democratische federatie te realiseren.

De vraag is wat er van realisme overblijft als er zo weinig begrip van economie en internationale krachtsverhoudingen aanwezig is. Misschien is naïvisme dan een betere aanduiding. Zie ook:  Lieve nationalisten, denk nog eens na!

 

Voor de liefhebber: Waarheen, Waarvoor Mieke Telkamp 1971

Mobiele versie afsluiten