Vanaf het moment dat het de bedoeling werd dat de “gastarbeiders” zich hier zouden mogen vestigen, nu al meer dan veertig jaar geleden, was er een probleem met het opnemen van migranten in de samenleving. Lang was er de politiek van de “multiculturele samenleving” waarin er van uit werd gegaan dat onder verschillende culturele vernislaagjes eenzelfde solidaire, fatsoenlijke burger schuil ging. Uiteindelijk drong het door dat deze politiek onmogelijk was en werden en worden halfslachtige pogingen ondernomen om alsnog enige integratie tot stand te brengen. De resultaten zijn bedroevend zodat er nog steeds aanzienlijke groepen niet-geïntegreerden zijn die daar ook weinig aanstalten toe maken. Het probleem is minder omvangrijk dan in sommige andere Europese landen maar wel substantieel.
De eisen voor geslaagde integratie zijn niet zwaar genoeg en belangrijker, er is onvoldoende druk om te integreren. Bij de nieuwkomers, de zogenaamde vluchtelingen, is die druk misschien iets groter, maar de eerste indicaties van de resultaten zijn weinig hoopgevend. Het kader is formalistisch: een (sub)minimale taalvaardigheid en een papieren gelofte als ik het goed heb. En dan is er nog het probleem van de illegalen.
Het begint duidelijk te worden dat een verdere toestroom van migranten, onder welke titel dan ook, ongewenst is; uitgezonderd mensen die aantoonbaar over een goede instelling en nuttige kwalificatie beschikken. Het afsluiten van die toestroom is een ander onderwerp, het gaat nu om degenen die hier al verblijven inclusief degenen die ooit het staatsburgerschap hebben verkregen.
Als integratie onmogelijk blijkt en terugsturen geen optie blijft alleen de mogelijkheid van segregatie over. Het afzonderen van de onaangepasten. Voor een belangrijk deel wordt deze segregatie ook door de groep zelf nagestreefd, men woont graag bijeen. Het probleem is dat men zonder dat men aan de verplichtingen van goed staatsburgerschap voldoet wel meent de rechten van een staatsburger te hebben of zelfs rechten — bijvoorbeeld gebedsruimten in publieke instellingen of het dragen van een hoofddoek in een publieke functie — die daar bovenuit gaan. Er is sprake van contractbreuk; men komt het “contract social”, een noodzakelijke fictie van onze vrije democratische samenleving, niet na. Eigenlijk zijn er geen goede redenen om deze contractbreuk niet serieus te nemen en bij plichtsverzuim de rechten in te perken. Het is een vreemde figuur dat iemand die de taal niet machtig is en dus geen kennis kan nemen van het debat wel stemrecht heeft.
Ik laat de juridische haarkloverij die zo langzamerhand iedere oplossing van maatschappelijke problemen in de weg staat voor wat die is en poneer tegenover het niet nagekomen fictieve contract de reële mogelijkheid van het inperken van de rechten. Het is duidelijk dat alleen al het dreigen met het inperken van die rechten een belangrijke stimulans kan zijn om te integreren. Die inperkingen moeten dan wel hard zijn en behalve immateriële rechten zoals het kiesrecht en bewegingsvrijheid vooral sociale, materiële rechten omvatten: op uitkeringen, woongenot en zorg. De eisen aan een geslaagde integratie en met name de eigen inspanning daarin zullen nog harder moeten zijn dan de inperkingen. Daarnaast kan hulp bij remigratie als alternatief worden aangeboden. Tegenover de ingeperkte rechten kan een zekere mate van zelfbestuur staan; het binnen de erkende sociale eigen ruimte laten gelden van eigen wetten.
Een gesegregeerde samenleving — het bestaan van verschillende deel-samenlevingen binnen een staatkundige entiteit — is in feite een multiculturele samenleving waarin erkend wordt dat cultuur niet iets is dat los gezien kan worden van samenleven. Zij is alleen aanvaardbaar als aan de individuele burgers voldoende mogelijkheden worden geboden aan de beperkingen van ondergeschikte delen te ontsnappen door integratie of remigratie.
Het gaat om een harde keuze: of je integreert, wordt een normale burger van deze staat; of je gaat in een enclave wonen waar je binnen grenzen en zo veel mogelijk voor eigen rekening je eigen godsdienst, normen en waarden tussen gelijkgestemden kunt uitleven; of je vertrekt naar een land waar je dat kunt doen.
Simpel gezegd: het moet veel minder aantrekkelijk worden onaangepast in Nederland te verblijven.