In Reorganisatieplan EU: 10 essentiële ingrepen stelt Rutger van den Noort: “Als Europeaan en wereldreiziger voel ik een grote verwantschap met de landen om Nederland heen”. Maar onder punt tien stelt hij: “Landen worden soeverein. De gedachte dat de EU het leven gaat bepalen van burgers moet weg. Landen moeten de volledige soevereiniteit terugkrijgen op alle wetgeving.” Dat komt eigenlijk neer op een NEXIT, maar dat gaat hem te ver. Wat is er eigenlijk op tegen om als Europeaan zo veel mogelijk onder dezelfde wet te leven als je mede-Europeanen? Een gedeeltelijke autonomie is voldoende om de Nederlandse identiteit binnen Europa te bewaren.
Ik denk dat de meeste mensen niet wensen dat de staat, of dat nu een Nederlandse is of een Europese “hun leven bepaalt”. Dat is desondanks wel het geval. Een mens volgt een bepaalde door de staat goedgekeurde opleiding; heeft zich aan wetten te houden en wordt zelfs “geacht die te kennen”; werkt bij instellingen of bedrijven of de overheid zelf die zich ook weer aan wetten moeten houden, bijvoorbeeld arbeidswetgeving; betaalt belastingen, ontvangt subsidies of maakt gebruik van gesubsidieerde diensten; wordt beschermd (nou ja) door het geweldsmonopolie van die staat.
De vraag moet luiden hoe en door welke instanties je je leven zou willen laten beheersen. Op voorhand de huidige Nederlandse overheid prefereren boven een Europese Federatie of een gemeentebestuur is niet te verdedigen. Zo is de Nederlandse staat met zijn complete braafheid aan de EU behoorlijk hinderlijk. Amsterdam is al jaren overgeleverd aan een taxiterreur vanwege een zogenaamd door de EU gedwongen liberalisatie. Het is wonderlijk dat dat in bijna geen enkele andere stad in de EU voor lijkt te komen. De verdenking ontstaat dat dit neoliberaal wanbeleid ook zonder die EU wel door zal gaan. Op welk niveau dan ook, het gaat er in de eerste plaats om dat er integere kundige bestuurders zitten die de belangen van de bevolking dienen en die bevolking beschermen en niet het eigenbelang of dat van de grote bedrijven.
We moeten op een pragmatische manier nagaan op welk niveau zaken het beste geregeld kunnen worden, dat kan een land, een federatie of gemeente zijn. Kosten, effectiviteit en de relatie met de rest van de wereld zijn daarbij belangrijke overwegingen. Nederland zal bijvoorbeeld geen serieuze autonome buitenlandse politiek of eigen defensie kunnen hebben. Daarbij heeft meer centrale regelgeving ook positieve kanten. In de jaren 90 is de landelijke ruimtelijke ordening min of meer afgeschaft waardoor gemeenten gingen “concurreren” met het aanleggen van bedrijventerreinen en woningbouwprojecten met plaatselijk desastreuze gevolgen. Dergelijke verschijnselen doen zich ook voor in de EU, bijvoorbeeld een race to the bottom met belastingen. Een verzameling losse staten die “samenwerken” zal dit aanwakkeren.
Veel zaken die in het tienpuntenplan van Rutger staan spreken aan. Maar een samenwerkingsverband, een EU‑light, zal onvoldoende blijken om die te realiseren, zeker als men ook de rol van het Europese parlement wil versterken (punt 8 van Rutger). Een sterker EU-parlement staat haaks op het idee dat “alle Europese verdragen en verordeningen worden goedgekeurd door alle nationale parlementen” (punt 10).
In punt 7 wordt gesteld dat de EU “zichzelf is kwijtgeraakt in de harmonisatie van alle mogelijke wetten”. Dat wordt veroorzaakt door het streven naar harmonisatie en niet naar eigen wetgeving. Dat betekende eindeloos gesteggel over een “richtlijn” met alle mogelijke uitzonderingen en vluchtroutes die dan door de landen in wetten vertaald moesten worden, die behoorlijk konden verschillen en waar dan weer toetsing op moest plaatsvinden of het wel klopt en dan eventueel aanwijzingen of procedures als dat niet zo bleek te zijn. En dat alles heen en weer vertaald in de 24 talen van de EU. Neem wat dat betreft een voorbeeld aan de voorlopers van de EU, het Romeinse rijk en de katholieke kerk, die wetten uitvaardigden. En dan alleen in het latijn.
Vrijhandel, het alfa en omega van de huidige EU, maar ook belangrijk in Rutgers voorstel (punt 4: “Dit betekent niet dat de andere drie vrijheden (goederen, diensten en kapitaal) in het gedrang komen.”), kan alleen bestaan op een vlak speelveld. Op allerlei terreinen, zoals arbeidswetgeving, belastingen, civiel recht, intellectuele eigendom, warenwetgeving moet de zaak “geharmoniseerd” worden. Bilaterale of multilaterale afspraken op dit terrein zullen geen verbetering inhouden ten opzichte van de EU. Onderhandelingen en handhaving zullen bij toegenomen autonomie van de deelnemers alleen maar ondoorzichtiger en ondemocratischer worden. Inderdaad is er een grote reset nodig (punt 10) maar die zal niet lukken op de wijze zoals daar aangegeven. Hoe kan het goedkeuren van verdragen, richtlijnen of wetten door 27 landen apart ooit iets opleveren, behalve een totaal onwerkbare wollige brij?
Dat de EU in zijn huidige omvang kan voortbestaan (punt 2, 6) als verzameling autonome staten (punt 10) lijkt bijzonder lastig en ongewenst. Een federatie met al deze deelnemers is een onmogelijkheid. De noodzakelijke samenwerking en harmonisatie is alleen mogelijk tussen staten die op voorhand het nodige gemeen hebben. Een totale reset is daarvoor noodzakelijk, maar dan een die veel verder gaat dan het 10 puntenplan van Rutger. Een die leidt tot een Europese Federatie van beperkte omvang waar andere landen zich met een verdrag mee kunnen associëren. Willen associés volwaardig deelnemen aan de federatie, daar naar toe groeien, dan is enige transfer van middelen van ontwikkeld naar minder ontwikkeld onvermijdelijk. Uiteraard onder strikte voorwaarden en controle. Het lijkt er op dat de onduidelijk geformuleerde “nieuwe solidariteit” (punt 6) dat uitsluit.
En dan is er de identiteit. Ik voel mij minstens zo verbonden met Bach, Wittgenstein, Marx en Musil, om wat grote namen uit het verleden te noemen, als met Rembrandt en van Gogh. Ik heb hoe dan ook weinig affiniteit met het militaire, maar van Tromp, de Ruijter en anderen moeten ze afblijven. Nu ben ik een intellectueel dus dat telt niet. Ik constateer dat de populariteit van Engelstalige popmuziek minstens zo groot is als de Nederlandse. Het zelfde geldt voor publieksfilms. Serieuze computerspellen zijn hoe dan ook Engelstalig. En ik krijg de indruk dat de belangstelling voor buitenlandse voetbalclubs sterk aan het groeien is ten koste van Nederlandse. Als je beweert Europeaan te zijn, zoals Rutger en ondergetekende, dan is het ook prettig als er een serieus te nemen entiteit “achter” die identiteit staat en niet een of ander vaag samenwerkingsclubje. Je wil dat die uitspraak meer respect teweeg brengt dan “Dutch Windmills”, dat je leger meer voorstelt dan “pang pang”. Wat is eigenlijk het probleem om in de eerste plaats Europeaan te zijn? Als we zo nodig van patriottisme moeten spreken, laat dat dan een Europees patriottisme zijn.
In punt 5 wordt voorgesteld Brussel en Straatsburg te sluiten en de zetel naar Genève te verplaatsen. Het is ondenkbaar en slecht voor de Europese identiteit als de hoofdstad buiten het samenwerkingsverband komt te liggen. Een federaal district is een gebruikelijke oplossing. Dat zou best in Zwitserland kunnen, maar alleen als Zwitserland deel uit gaat maken van het verband. Die kans op toetreding tot een hogesnelheids-federatie lijkt mij groot.
Het tot stand brengen van het tienpuntenplan van Rutger is een groot probleem. Dat van een Noordwest Europese Federatie nog groter. Het zou erg helpen als de diverse EU-kritische EXIT partijen van strategie zouden veranderen en een EU-thanasie bovenaan de agenda zouden zetten. Met aansluitend de oprichting van een (Noordwest) Europese Federatie. Dit zou ook het verwijt dat men nationalistisch is teniet doen, waardoor de aanhang vergroot zou kunnen worden. Ik zie dat nog niet snel gebeuren, maar zelfs bij een substantiële meerderheid in kernlanden zal het moeilijk langs een democratische weg kunnen. Vandaar mijn gedateerde fantasie Coup Europa. Daarin een wat nauwkeuriger beschrijving hoe een Noord Europese Federatie er uit zou kunnen zien.