Wetboek van Strafvordering gaat op de schop. Dat lijkt goed nieuws voor iedereen die af en toe in verbijstering details verneemt over de wijze waarop onderzoek naar strafbare feiten bemoeilijkt wordt door regels waarbij iedere overtreding kan leiden tot vrijspraak of een minimale veroordeling. Niets blijkt minder waar, zoals uit het informatieve artikel in de Volkskrant blijkt. En dan houden de geïnterviewden zicht vermoedelijk nog in. Ze kunnen zich als deelnemers aan het huidige systeem niet te veel permitteren.
Het op de schop gaan betekent namelijk niet meer autonomie voor de politie en een eind aan de onevenredige bevoordeling van verdachte. Het gaat slechts om stroomlijning: hier en daar zal misschien een procedure vereenvoudigd worden, maar het is waarschijnlijk dat er rapportageverplichtingen bij komen. Misschien moeten de koffiepauzes van rechercheurs ook wel afgetekend worden.
Dat vermoeden wordt gevoed door de werkwijze:
Op het ministerie van Veiligheid en Justitie werken er 25 mensen aan, voornamelijk wetgevingsjuristen en beleidsambtenaren; bij het OM 25 mensen, bij het Platform Bijzondere Opsporingsdiensten (BOD) 13 en bij de adviescommissie advocatuur 20. Er is intensief overleg met officieren van justitie, rechters en advocaten. Ook wetenschappers dragen bij en doen, indien nodig, onderzoek.
Kunnen we vertrouwen hebben in deze groep? Voor het grootste deel mensen die hun eigen vlees keuren; die al jaren met de bestaande praktijk hun brood verdienen? Iedereen die wel eens dergelijke gezelschappen aan het werk gezien heeft weet dat daar weinig goeds uit kan komen. En dan worden in bovenstaand de stuurgroepen of andere managementlagen die op enig moment hun goedkeuring moeten geven en allemaal hun eigen toko overeind willen houden buiten beschouwing gelaten. En de belangengroepen, de advocatuur voorop, die dan nog eens officieel een advies mogen geven. Dit circus is opgetuigd door brekebeen van der Steur, maar een willekeurige ander zou het niet veel beter gedaan hebben. Zo rolt het nu eenmaal al jaren in Nederland.
Dat de huidige wetgeving opsporing, vervolging en veroordeling enorm bemoeilijkt behoeft eigenlijk geen betoog. Dat wordt ook goed duidelijk gemaakt in het artikel. De hoofdschuldige aan deze zaak is het “juristendom”. Die iedere onterechte veroordeling of zogenaamde schending van de privacy aangrijpen om de regelschroeven nog een tandje strakker te zetten. Voor wat betreft die onterechte veroordeling met de illusie dat daarmee “tunnelvisie” bestreden zou worden. Maar zou die niet eerder toenemen? Als men bij iedere handeling moet bedenken wie en hoe daarvoor toestemming moet komen; of en wat daarover moet worden opgeschreven dan vergaat je wel de lust om meer richtingen te rechercheren. Kijken die mensen nooit detectives? Tatort, Frost, Morse om er een paar te noemen gaan over mensen die zich weinig van de regels aantrekken — en daar vaak problemen mee krijgen — en daardoor juist scoren. Het is misschien fictie, maar er zit vast een kern van waarheid in. Die regelzucht is het verdienmodel van het juristendom. Met recht heeft het weinig te maken.
Het is niet waarschijnlijk dat het zal gebeuren, maar het is misschien mogelijk om het wetboek echt op de schop te nemen. Dat zou dan moeten gebeuren door drie tot vijf personen die door de Tweede Kamer worden gemandateerd en een opdracht meekrijgen waarin de uitgangspunten zijn vastgelegd. Personen die naast enige deskundigheid vooral boven de materie staan en zich niet meer hoeven te bewijzen. Werk aan de winkel voor @thierrybaudet, @PieterOmtzicht, @FleurAgemaPVV, @peterkwint en nog een paar deugende Kamerleden die ik vergeten ben. Kijk eens over die partijmuurtjes heen!
Lees ook De loden regel