Site pictogram Wat te DOEN

Ongehoorde domheid

 

Bij Ongehoord Nederland, Omroep ON, heeft het bestuur de directie vervangen. Voor de oningewijden: het bestuur heet tegenwoordig vaak raad van toezicht. De manier waarop dat gebeurde verdient geen schoonheidsprijs en kan nog tot een akelig juridisch gevecht leiden.

Ook al wordt dat door het bestuur en hun supporters ontkend, het heeft sterk het karakter van een coup: een door een georganiseerde groep medewerkers aangestuurde vervanging omdat men het niet eens is met het beleid.

Of het nu een coup is of niet, in dit stuk een poging aan te tonen dat dat beleid goed was en de richting die ON nu inslaat desastreus gaat uitpakken. Het uitgangpunt daarbij is dat ON een massamedium is dat de politieke oppositie ondersteunt. Om te beginnen een is daarvoor een uiteenzetting nodig over de omstandigheden waaronder de oppositie en massamedia opereren.

Politiek

Politiek is strijd om de macht. Die strijd speelt zich af tussen klassen.

Een klasse is een groep burgers binnen het bestuurlijk maatschappelijk geheel – de natiestaat – met een gemeenschappelijk bestaans-belang en een gemeenschappelijke cultuur. Klassen zijn zelden homogeen en zijn opgedeeld in subklassen met een eigen sub-belang en een eigen subcultuur. De taak van de politiek is (sub)klassen te organiseren zodat die aan de macht kunnen komen of blijven. Dat stelt hoge eisen aan de leiding van een politieke beweging.

Om te beginnen moeten die begrijpen hoe het machtsveld waarbinnen zij aan de macht wil komen functioneert. Dat bepaalt het uitgangspunt: Hoe moet de macht veranderd worden in haar doeleinden en werking? Dat inzicht bepaalt op haar beurt de mogelijke strategieën en tactieken.

Een politieke beweging – in parlementaire democratieën meestal een politieke partij – vertegenwoordigt een (sub)klasse of een samenwerkingsverband van (sub)klassen. Omgekeerd kunnen meerdere politieke bewegingen dezelfde of overlappende (sub)klassen vertegenwoordigen. Een dergelijke verbrokkeling zal de mogelijkheid van politiek succes aantasten en moet voorkomen of bestreden worden.

In de moderne parlementaire democratie zal de politieke partij of coalitie van partijen die aan de macht is, de illusie moeten wekken dat zij werkt in het algemeen belang. Dat wil zeggen dat de belangen van alle burgers van de staat zo evenwichtig mogelijk behandeld worden. Vanuit het perspectief van de klassen die de partij of coalitie vertegenwoordigt. Dat is de kern van het beroemde “zonder last of ruggenspraak”.

Het uitdelen van cadeaus aan de eigen achterban is niet toegestaan.

In de loop van de recente geschiedenis bevorderde de heersende elite de ontbinding van gemeenschappen. Het middel bij uitstek was identiteitspolitiek waardoor het geringe politieke besef van de burgers verder afnam en het individualisme toenam. Er ontstond een steeds grotere verdeeldheid. Ieder individu vormde als het ware zijn eigen klasse en kon zich moeilijke aansluiten bij een grotere beweging of zich thuis voelen bij een bepaalde politieke richting. De keuze bij verkiezingen werd meer op de persoon van de leider gericht, in plaats van op de politieke ideeën van de partij en de vaardigheden bij het verwezenlijken daarvan.

Het algemeen belang, het belang van het volk, raakte buiten beeld.

Massamedia

In de moderne parlementaire democratie moeten miljoenen burgers bereikt worden. Daarom is iedere politieke beweging afhankelijk van massamedia. Het is de enige mogelijkheid voor communicatie met het volk.

Bijeenkomsten en demonstraties spelen slechts een rol als onderwerp voor de massamedia. Daarbij worden oppositionele bijeenkomsten en demonstraties bemoeilijkt en doodgezwegen, terwijl demonstraties en bijeenkomsten die de politiek van de heersende elite ondersteunen aandacht krijgen en getolereerd of zelfs ondersteund worden.

In de afgelopen 50 jaar zijn de geschreven media, in de eerste plaats kranten, in belang sterk afgenomen. Het gesproken woord, – vooral visueel ondersteund – is dominant geworden. Het (politieke) geheugen van de kiezer, maar ook van de bestuurder en de politicus wordt daarmee steeds verder verzwakt. Het gaat nog slechts om het hier en nu. Plannen voor de toekomst zijn slechts mooie sier. Of ze ook uitgevoerd kunnen worden is niet belangrijk.

Men hoeft nergens meer een actieve herinnering aan te hebben.

De dominantie van het gesproken woord heeft ook tot gevolg dat discussie – het serieus met elkaar in gesprek gaan – onmogelijk wordt. Om serieuze zaken te bespreken is schriftelijke communicatie noodzakelijk. Zodat eenduidig vastligt wat de inbreng van gesprekspartners is. Een zeer kwalijk neveneffect van het ontbreken van deze mogelijkheid is de ontaarding van een gesprek in persoonlijke aanvallen. Niet de te bespreken zaak is van belang maar de vermeende morele kwaliteiten van de gesprekspartner. Die dan ook geen partner meer is, maar tegenstander.

Massamedia zijn nooit neutraal maar altijd gekoppeld aan een politieke stroming. Het spreekt vanzelf dat de politieke stroming die aan de macht is, dominant aanwezig is in de massamedia. Zeker als die dominantie al langer duurt. Als er sprake is van een coalitie valt die stroming niet samen met een partij, maar is zij te herkennen aan een gedeeld politiek programma. Er is dan geen noodzaak voor individuele deelnemers aan de coalitie voor een eigen kanaal voor massacommunicatie.

Partijen die serieuze oppositie willen bedrijven zullen daarom genoodzaakt zijn eigen massamediakanalen te ontwikkelen.

Vrijheid van meningsvorming

In oppositionele kringen denkt men de achterstand in aandacht van de massamedia – in dienst zijn van de heersende elite – op te lossen door vrijheid van meningsuiting te eisen. Een vreemde zaak want iedereen heeft die vrijheid. Men kan altijd zijn mening uiten.

Het gaat helemaal niet om uiten, maar om gehoord worden!

Dat wil zeggen dat de mening zodanig geuit kan worden dat die van invloed kan zijn op de politiek en uiteindelijk op de macht. De macht, of in ieder geval de oppositie, moet die mening te horen krijgen, waarmee die mening, als die wordt overgenomen uiteindelijk invloed heeft op de politieke werkelijkheid. In een democratie betekent dat, dat die mening ook bekendheid moet krijgen bij het volk.

Het gaat om vrije meningsvorming, niet om vrije meningsuiting.

Dit probleem wordt nog groter doordat die zogenaamde vrije meningsuiting gezien wordt als een persoonlijk bezit. Van het opgeblazen, van zijn eigen gelijk overtuigde ik. Op die grond wordt totale vrijheid van meningsuiting verlangd: alles moet gezegd kunnen worden. Of het nu waar is of niet.

Toegegeven, waarheid in politieke zin – en daar gaat het om – is zelden eenduidige vast te stellen. Onwaarheid is dat wel, mits men beschikt over een betrouwbaar geheugen. Met een actieve herinneringen aan en respect voor goed gedocumenteerde feiten. Zoals hiervoor uiteengezet ontbreekt het daaraan.

Een politiek, gebaseerd op onjuiste feiten is rampzalig.

De voorbeelden daarvan vliegen ons dagelijks om de oren. En die voorbeelden worden door de mainstream media verkocht met “feiten” die “achteraf” onjuist blijken. De oppositie die zich op juiste of in ieder geval betere feiten baseert wordt daarbij permanent beschuldigd van onjuistheid, van nepnieuws. Er wordt permanent gepoogd censuur te plegen op oppositionele massamedia.

Dit betekent dat oppositionele massamedia het zich niet kunnen permitteren om onjuistheden (leugens) publiek te maken.

De leiding van een massamedium heeft de plicht om erop toe te zien dat medewerkers geen onzin verspreiden, ook niet als privépersoon. En ze daarop aan te spreken als dat nodig is. Maar ook binnen de organisatie heeft de leiding de plicht om erop toe te zien dat de interne discussie – die er zeker moet zijn – ter zake blijft en niet vervuild wordt met onvoldoende onderbouwde meningen (een eufemisme voor leugens). Personen die daar die daar mee doorgaan zijn niet geschikt.

Bij de mainstream media loopt iedereen netjes in het gareel. Men wordt vroeg of laat gecanceld als men dat niet doet. Oppositionele media kunnen zich niet permitteren om dat anders te doen. Al was het alleen maar omdat het grote publiek niet zit te wachten op onderling gekrakeel.

Op dit moment is de belangrijkste meetlat voor zorgvuldige communicatie de strijd tussen Israël en de door Iran aangestuurde terreurbewegingen.

Het blijkt dat kennis van de geschiedenis van deze strijd – essentieel voor het beoordelen van de situatie – bij zowel mainstream media als omroep ON en De Andere Krant afwezig is. Het antisemitische karakter van de aanval waartegen Israël zich verdedigt blijft buiten beeld.

Bij de mainstream media betekent dat, dat zij kritiekloos de berichtgeving van HAMAS overnemen en, een enkele uitzondering daargelaten, de tolerantie van de macht tegenover de pro HAMAS demonstraties niet afkeuren.

De medewerkers die de directie van ON hebben afgezet menen dat men neutraal moet blijven. Ze vergeten dat Israël een onderdeel is van het Westen, van Europa, van de Europese cultuur en onze volledige solidariteit verdient. Bovendien laten zij antisemieten openlijk aan het woord. Ze hebben geen idee wat antisemitisme eigenlijk is. Daarover is veel te zeggen, maar dan zou dit stuk nog langer moeten worden. Ik volsta met te verwijzen naar een stuk van Martien Pennings

Ook strategische overwegingen kunnen de vrijheid medewerkers beperken. Als er bijvoorbeeld een mogelijkheid komt om een alternatieve meerderheid in het parlement te organiseren zal die kans in het algemeen gesteund moeten worden. Dat betekent dat kritiek op de oppositie enige tijd vermeden of beperkt moet worden.

Interne discussie

In iedere vorm van democratie is interne discussie van groot belang. Bij die interne discussie zullen de grenzen van de waarheid ruimer zijn. Hoe de mensenwereld in elkaar zit of zou moeten zitten – het onderwerp van politiek – is dynamisch en niet eenduidig vast te stellen. Die interne discussie dient niet voor de publieke arena gevoerd te worden, maar in aparte media en vooral binnen politieke bewegingen zelf. De resultaten daarvan dienen dan via massamedia verspreid te worden en kunnen tot een publieke discussie leiden. En zo uiteindelijk tot coalitievorming en macht.

Ongehoorde Domheid

De grootste oppositiepartij, de PVV, heeft nagelaten de eigen aanhang goed te organiseren en heeft eveneens nagelaten om tenminste een krant in het leven te roepen.

Het FvD is vanuit de andere kant begonnen als denktank, publicitair orgaan en discussieplaats. Na de overgang naar een politiek partij werd het organiseren van de bevolking belangrijk en werd verbinding gezocht en verkregen met diverse bestaande en later opgerichte partijloze oppositionele media.

De initiatiefnemers van omroep ON, Arnold Karskens en Joost Niemöller, hadden geen binding met partijen. Het ging er om oppositie in brede zin aan het woord te laten komen. Al snel werd duidelijk dat er een verschil van mening bestond over de strategie. Voor Karskens was de functie van propagandakanaal voor de oppositie het belangrijkste, discussie was van ondergeschikt belang, het ging er om de politieke oppositie goed aan het woord te laten komen.

Het voortbestaan van omroep ON staat permanent onder druk. Nog meer dan andere oppositionele massamedia zoals X of GeenStijl, omdat ON publiek gefinancierd wordt. Dat betekent dat de leiding nog strakker moet zijn om aanstootgevende berichtgeving te voorkomen.

Geen enkele organisatie kan op grotere schaal succesvol kan zijn zonder een eenduidige en strakke leiding. En dat geldt nog sterker voor politieke organisaties. Zogenaamde “vrijheid blijheid” of “alles moet gezegd kunnen worden” staan succes in de weg en zullen altijd tot splitsing of erger leiden.

Wat ook de motieven zijn, de steun die het bestuur – de “raad van toezicht” – heeft gegeven aan de interne oppositie is een grote fout die het overleven van ON op het spel zet en in ieder geval het bereik onder het grote publiek ernstig aantast.

Dat dit bovendien niet openlijk als verschil van inzicht over het beleid maar als een disfunctioneren van Karskens aan de orde werd gesteld maakt de zaak nog veel erger en schadelijker.

Mobiele versie afsluiten