Empathie verdringt de ratio
Het eerste hoofdstuk eindigde met de stelling dat de natuurlijke aanleg van mannen en vrouwen tot gevolg heeft dat mannen aangewezen zijn om de maatschappij te vormen. Zij moeten die besturen, de orde handhaven en haar als geheel beschermen tegen de boze buitenwereld. Die natuurlijke aanleg ging noodzakelijkerwijs gepaard met een groter leervermogen, gericht op het uit waarnemingen juiste gevolgtrekkingen maken als basis voor reacties. In de delen daarna wordt beschreven hoe de ratio zich aan het losmaken is van de man; als mannending ten onder aan het gaan is. De ratio is dan wel ontspoord en losgeraakt maar is nog steeds het fundament van het menselijk bestaan.
Bij die ontsporing speelt het om zich heen grijpen van empathie een belangrijke rol. IN het eerste hoofdstuk is kort beschreven dat het bij empathie gaat om de vrouwelijke waarde van zorg voor datgene wat niet of niet goed genoeg voor zichzelf kan zorgen. Ratio is universeler en voor grotere maatschappelijke eenheden bruikbaar. Empathie werkt alleen binnen de directe leefomgeving: in het directe persoonlijke contact met levende wezens.
Sinds het begin van de twintigste eeuw wordt empathie meer en meer in de publieke media – waaronder reclame – misbruikt door met beelden het voelen uit te breiden tot de hele stad, land en zelfs de hele wereld. Door het kijken naar empathie opwekkende beelden wordt negatieve verontwaardiging of positief verlangen opgewekt. Daarmee wordt politiek bedreven. Een frontale aanval op de ratio.
Met het ontstaan van het moderne feminisme en de daarvan afgeleide identiteitspolitiek die in de sociale wetenschappen en daaraan verwante instituties aan de macht zijn is dit proces in een verder versneld. De afgelopen tien jaar gaat het om een overstroming van de wereld met empathie en daarop gebaseerde morele oordelen over alles en iedereen. Bijvoorbeeld in de vorm van de “roep” om inclusie, safe spaces, genderneutraliteit en tegen grensoverschrijdend gedrag en “discriminatie”. Realisme, de koele, op ratio gebaseerde blik om naar mens en maatschappij te kijken is taboe.
Modern feminisme en overige identiteitspolitiek ontkennen de natuurlijke rolverdeling en willen die ongedaan maken. Empathie moet een dominante rol krijgen in het ordenen en besturen van de samenleving. In advertenties en functieprofielen wordt het belang van sociale vaardigheden benadrukt ten koste van bestuurlijke of inhoudelijke vaardigheden. In doelstellingen van organisaties wordt inclusie opgenomen. Dat daarmee de werkverhoudingen op hun kop worden gezet en medewerkers niet meer door hun meerdere kunnen worden aangestuurd tonen de incidenten rond grensoverschrijdend gedrag.
In het onderwijs is het gevolg dat uitdrukking van het eigen welzijn en gevoel voorrang krijgt boven het verwerven van kennis. Ratio wordt bij jongens onderdrukt, zonder dat dit bij meisjes meer tot ontwikkeling komt. Het is niet mogelijk om tot een evenwichtige uitwisseling van ratio en empathie tussen mannen en vrouwen te komen. Empathie staat ratio in de weg.
Het is niet zo dat mannen totaal geen empathie hebben en vrouwen geen enkele ratio. Maar een gelijkwaardige verhouding is onmogelijk. Of de ratio is dominant zoals bij de meeste mannen en een enkele vrouw, of de empathie is dominant zoals bij de meeste vrouwen en een enkele man. Die uitzonderlijke enkeling zou zijn mogelijkheden moeten kunnen ontplooien, maar het mag niet als norm gesteld worden en is niet van bovenaf te regelen dat zo iemand daartoe in staat wordt gesteld. Evenals veel andere talenten zal het voorkomen dat die door sociale omstandigheden niet tot ontwikkeling kunnen komen.
Wat is er eigenlijk mis met de yin en yang? De eenheid in verscheidenheid. Niets toch?
Bewustzijn en ratio
De revolutie van Spinoza had als gevolg dat er een eind kwam aan het idee dat bewustzijn in de vorm van een ziel of geest los van het lichaam kon bestaan. De weerstand tegen dit idee is vele male groter dan de weerstand tegen het idee dat er geen aanspreekbare god meer is en duurt tot op de dag van vandaag voort. Regelmatig wordt daarbij de kwantummechanica te hulp geroepen om te bewijzen dat er “iets” absoluut ongrijpbaars en onverklaarbaars is aan het menselijk bewustzijn en met name aan de vrije wil. Bernardo Kastrup (uitgebreide kritiek hier) is een nieuwe loot aan de stam van het idealisme die zelfs zo ver gaat dat materie alleen in het bewustzijn bestaat. Dat zou dan een soort Matrix zonder hardware waar de virtuele entiteiten existeren zijn. Het is duidelijk dat deze verwarde ziel Spinoza niet gelezen heeft of er in ieder geval niets van begrepen heeft. Hij verwisselt bewustzijn en kennis met de onkenbare substantie die ook voortbestaat als die niet door een bewustzijn wordt waargenomen. Dat deze wetenschappelijke charlatan aandacht krijgt in de pers is niet verwonderlijk. Er is bij moderne gelovigen een permanente behoefte aan bewijs voor het bestaan van een geest of ziel los van het menselijk lichaam.
Aan de andere kant zijn er “wetenschappers” als Victor Lamme, die het bewustzijn – en daarmee de mens – reduceren tot een geheel gedetermineerde automaat, die niet leert, niet zelfstandig kan beslissen, en nergens voor verantwoordelijk is. Dat alles vooral op basis van waarnemingen van hersens door middel van scans. Het is het enige punt waarop Kastrup gelijk heeft: een hersenscan zegt niets over het bewustzijn.
Het bewustzijn – zelfs in haar empathische modus, – werkt en leert op basis van de binaire oorzaak> (geen) gevolg ratio. Evenals binaire elektronische gegevensverwerking.
Artificiële Intelligentie neemt de ratio over
In dezelfde periode dat Spinoza en andere filosofen van de Verlichting hun denkbeelden ontwikkelden nam abstract, wiskundig denken sterk toe. Of daarbij sprake is van een oorzaak > gevolg relatie of dat een onderliggende stroming – de toename van wereldhandel is een goede kandidaat – oorzaak is, is niet van praktisch belang. De ontdekking dat de aarde om haar as en om de zon draait was een belangrijke klap voor het christendom en opende de weg naar het op wetenschappelijke wijze toepassen van oorzaak-gevolg denken. In de negentiende eeuw was het geloof dat alles logisch en ordelijk te verklaren was zeer groot. Einsteins relativiteitstheorie en kwantummechanica maakten daar een eind aan.
Alan Turing ontdekte in 1937 dat het oorzaak-gevolg denken als een aaneenschakeling van logische operaties in een machinaal proces kon worden ondergebracht door de instructie voor de volgende stap af te laten hangen van de uitkomst van de vorige. Dit is het fundament van de revolutionaire informatietechnologie, die alles wat er daarvoor aan automatisering en machinalisering bereikt was tot dwergenproporties reduceerde. Daarmee kan menselijke intelligentie, die gebaseerd is op de ratio overgebracht worden op machines. Die overdracht van het mannending aan de machine is een belangrijke stap in het tot willoos object maken van de mens.
Al in de vijftiger jaren ontstond het idee van Artificiële Intelligentie. Tot in de jaren tachtig speelde het ontwerpen van algoritmes die de menselijke intelligentie moesten nabootsen de hoofdrol. Dat werd geen succes. Pas toen de capaciteit van computers voldoende was toegenomen werd begonnen met zelflerende systemen die het leervermogen van de menselijke hersenen volgden. Het menselijke leervermogen is een evolutionair proces waarbij door trial and error vaste oorzaak-gevolg relaties ontstaan. In artificiële intelligentie is de mogelijkheid dat het resultaat van een leerproces later toch nog veranderd groter. Tezamen met de nog steeds toenemende reken- en geheugencapaciteit is dit de grondslag voor het succes van moderne AI. Het einde van deze ontwikkeling is nog niet in zicht.
Het blijkt voor de hedendaagse mens – ook de sociale wetenschapper – zeer moeilijk om de in het vorige deel aangeduide evolutionaire systeemtheorie machtig te worden en dat als denk- en schrijfinstrument te benutten. Te vrezen is dat dat AI door de informatie die wordt aangeleverd tijdens het leerproces ook niet gaat lukken. Vermoedelijk zal het een voortzetting van de kapitalistische ratio worden.
Alle afleveringen staan bij elkaar op Ratio is een mannending