Site pictogram Wat te DOEN

Museum van de Waarheid 3 – Media, onderwijs en wetenschap

 

Museum van de Waarheid is januari 2022 als boek verschenen en hier te koop.
Dit blog is de oorspronkelijke versie van een hoofdstuk.

Dit is het derde deel van drie over het Museum van de Waarheid
Het eerste deel: Museum van de Waarheid 1 – Inleiding
Het tweede deel: Museum van de Waarheid 2 – Werkelijkheid en Waarheid

Media

Tot halverwege de twintigste eeuw  werden media door de eigen politieke richting in stand gehouden. De lagere klassen waren politiek redelijk georganiseerd en konden media goeddeels zelf onderhouden. Media die aan de macht verbonden waren hadden ook toen meer middelen en mogelijkheden dan media van de oppositie, maar hun dominantie was in allerlei opzichten beperkt ten opzichte van de moderne situatie. Bovendien speelde mondeling, intermenselijk contact nog een rol; politieke meningsvorming vond ook plaats in de openbare sfeer van drinkgelegenheden, partij- en massabijeenkomsten. De invloed van het bedrijfsleven via reclame was beperkt.

In de twintigste eeuw brachten de nieuwe communicatiekanalen radio en televisie  verandering in deze situatie. Hoewel in de vorige fase ook al hoofdzakelijk sprake was van eenrichtingsverkeer tussen schrijver en lezer of spreker en toehoorder was de schaal nog dusdanig dat verkeer in omgekeerde richting mogelijk was. Ook de financiering door de eigen achterban bracht zekere democratische verplichtingen met zich mee. Het publieke bereik van een politicus of opiniemaker was beperkt.

Door de noodzakelijke investeringen in techniek en het beheer daarvan, een als gevolg daarvan toegenomen professionalisering van de auteurs en andere creatieven, en het veel grotere bereik werd de interactie tussen luisteraars en kijkers en de politiek nagenoeg eenrichtingsverkeer. De financiering vond goeddeels plaats door de staat of het bedrijfsleven. Dit leidde dit tot een ondemocratische invloed op de inhoud die in de loop van de jaren steeds groter werd.

Internet leek daar vanaf 1990 verandering in te brengen. Inderdaad kan iedereen op sociale media zijn mening geven of een blog publiceren maar de situatie is daarmee niet verbeterd. Integendeel, het vergemakkelijkte het verblijf in de eigen waarheidsbubbel. Macht is per definitie geconcentreerd, bijvoorbeeld op het niveau van de natiestaat. Democratische discussie en uiteindelijk controle dient op datzelfde niveau plaats te vinden. De centrifu­gale krachten in de sociale media zijn echter vele malen groter dan de centripetale krachten. Op platforms van grote omvang is sprake van moderatie. Deze moderatie was in de eerste plaats om verboden uitingen, met name oproepen tot geweld te weren maar ontaardde in censuur van oppositie tegen de macht onder het mom van “fake-nieuws” en complotdenken. De enkele platforms van enige betekenis die een serieus oppositioneel geluid laten horen worden regelmatig in hun voortbestaan bedreigd en beschikken over veel minder middelen voor professionele inhoud. Afgezien daarvan zijn de meesten maar beperkt kritisch over de bestaande orde als geheel.

Onderwijs en wetenschap

Burgers worden niet zomaar in het maatschappelijke debat opgenomen. Ze moeten de nodige intellectuele vaardigheden meester worden en zich de brede consensus waarop het maatschappelijk geheel rust eigen maken. Voor deelname aan de meningsvorming die verder gaat dan toehoren en kiezen is nog meer scholing en zeker ook levenservaring noodzakelijk. Een voorwaarde voor dat debat is dat er kennis over de toestand van de maatschappij geproduceerd wordt en publiek beschikbaar is.

Naast de ouders is het lager en middelbaar onderwijs verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de intellectuele capaciteiten van de burger. De gamma-afdeling van universiteiten en hogere scholen leveren kenniswerkers af die de toestand van mens en maatschappij in kaart brengen en auteurs voor de publieke communicatie van die kennis en de politieke ontwikkelingen; kortom, intellectuelen die deel kunnen nemen aan de discussie. Zo is actieve deelname aan de democratische meningsvorming slechts voor een kleine groep weggelegd.

Drie ontwikkelingen hebben de kwaliteit van onderwijs en daarmee van burgerschap,  (gamma)wetenschap en intellectuelen in de afgelopen vijftig jaar drastisch omlaag gehaald.

De eerste is de politieke wens om iedereen een zo belangwekkend ogend diploma in handen te drukken. Vanaf invoering van de Mammoetwet (1968) is de kwaliteit van het onderwijs in alle geledingen in een dalende lijn gekomen. Alleen de exacte wetenschap­pen zijn daarvan in belangrijke mate gevrijwaard gebleven. Dat blijkt ook uit het feit dat het aantal studenten in deze richting is achterbleven.[1]  Het niveau van algemene ontwikkeling (talen, literatuur, geografie, geschiedenis, maatschappijwetenschap) is gedaald.

Het verdwijnen van een brede maatschappelijke consensus heeft tot gevolg dat onderwijs minder neutraal is en steeds meer door de partijen die aan de macht zijn wordt inge­kleurd. Dit geldt niet alleen min of meer voor de hand liggende vakken als maatschap­pijleer en economie maar strekt zich uit tot taal, geschiedenis en zelfs rekenen. Meer mensen hebben zogenaamd hoger of universitair onderwijs genoten, maar juist daar geldt dat bij de gammavakken een nog sterkere mate een toename van ideologische inkleuring, die regelmatig het karakter krijgt van censuur op ongewenste meningen. Tenslotte heeft de alom om zich heen grijpende concentratie en bedrijfsmatig inrichten van het bestuur desastreuze gevolgen voor het onderwijs. Ook het (wetenschappelijk) onderzoek wordt meer en meer gestuurd vanuit de afnemer, de staat, en is steeds minder een zo neutraal mogelijke beschrijving van de maatschappij. Ook biologische (waaronder medische) en zelfs natuurkundige wetenschap staan onder toenemende druk van de gewenste uitkomsten.

Conclusie

Zowel de passieve als de actieve burger is veel slechter toegerust om deel te nemen aan de democratische discussie. En dat geldt ook voor de parlementaire oppositie die echt iets anders wil: de zogenaamde populisten. De consensus binnen de huidige elite laat steeds minder ruimte voor alternatieve inzichten. In combinatie met individua­lisme, het verder opgepompte gevoel van eigenwaarde dat aangetast zou worden als men zijn ongelijk zou moeten bekennen, maakt dat iedere vorm van discussie onmogelijk. De consensus waarbinnen de democratische discussie plaatsvindt heeft zich inmiddels dermate vernauwd dat er van discussie geen sprake meer is. De “mainstream media” (MSM) verspreiden voornamelijk een soort overheidsvoorlichting en laten vrijwel uitsluitend politici en intellectuelen die binnen de “nieuwe” consensus vallen aan het woord; het “nieuws” dompelt zich bij voorkeur in het lief en leed van de enkeling. Naast de nodige reclame natuurlijk. Bij de meerderheid van de burgers is het vertrouwen in de MSM onverminderd groot en dat maakt de kans dat met verkiezingen ooit andere ideeën over de inrichting van de maatschappij aan de macht komen steeds kleiner.

De toestand kan goed geïllustreerd worden aan de status van een huis-“intellectueel” als Leo Lucassen, die ondanks dat zijn “inzichten” regelmatig door serieus te nemen intellectuelen weerlegd zijn nog steeds welkom is bij de MSM en een “wetenschappelijke” carrière mag maken die uitmond in een lidmaatschap van de Koninklijke Academie van Wetenschappen. Zijn tegenstanders worden, voor zover ze nog een serieuze positie hebben onder druk gezet en dwars gezeten.

Dit alles overziend ben ik genoodzaakt mijn pogingen om de discussie over de inrichting van onze samenleving open te breken op een laag pitje zetten en enige inzichten voor een betere inrichting daarvan te conserveren in een Museum van de Waarheid. Zoals eerder aangegeven dient een dergelijk museum niet simpelweg waarheden ten toon te stellen maar paden daarnaartoe te bevatten. Het zal een soort spel moeten worden, waarvoor bijvoorbeeld Sid Meyer’s Civilisation als inspiratie kan dienen. Mocht er een enkele lezer zijn die meent een bijdrage aan de ontwikkeling te kunnen leveren dan kan hij dat in een reactie hieronder kenbaar maken. Ik neem dan met het daarbij verstrekte mailadres contact op.

Lees het tweede deel: Museum van de Waarheid 2 – Werkelijkheid en Waarheid
en het eerste deel: Museum van de Waarheid 1 – Inleiding

[1] Het is schokkend dat de universiteiten in hun zelfrapportage 2000-2020 geen aandacht besteden aan de ontwikkelingen per studiegebied.

Mobiele versie afsluiten