Site pictogram Wat te DOEN

Decolleté Maxima was belangrijkste statement naast saaie Troonrede


Met een bescheiden maar onmiskenbaar decolleté leek de als regel zedig geklede Koningin Maxima antwoord te geven aan de niqaabdraagsters die geen mannelijke lusten willen opwekken en dichter bij Allah willen zijn. In die zin was Maxima’s decolleté te zien als een opgestoken middelvinger naar de fundamentalistische en fanatieke moslima’s. ‘Kijk naar mij’, lijkt Maxima te zeggen met haar commentaar op de niqaab. ‘Kijk naar mij’, want dit is het rondborstige Nederland. Maxima’s statement had geen overeenkomstige parallel in de troonrede.

De multiculturele samenleving met al haar ongemakken werd in de troonrede slechts omfloerst benoemd met verwijzingen naar vrijheid, veiligheid en democratie:

“75 jaar later lijken vrijheid, democratie en een sterke rechtsstaat vanzelfsprekende waarden. Maar wie de wereld beschouwt, realiseert zich hoe bijzonder het is te leven in een land waarin mensen zich veilig kunnen voelen. Waarin vrijheid samengaat met verdraagzaamheid en verantwoordelijkheidsgevoel. En waarin mensen nog altijd iets voor een ander overhebben. Hoewel in het publieke debat en op sociale media tegenstellingen soms de boventoon lijken te voeren, is de dagelijkse realiteit voor de meesten van ons anders. Nederland blijft een land van vrijwilligers en van verstandige compromissen in het brede midden”.

Deze keer geen oproep tot tolerantie. Er zit zelfs een stuk realiteitszin in de tekst. “Voor de meesten van ons”, wijst erop dat de regering erkent dat het voor een deel van de bevolking niet geldt. Het is onduidelijk welk deel daar mee wordt bedoeld. Ik neem de vrijheid om daar het grootste deel van de moslimse bevolking onder te verstaan. ‘Nederland is je land niet’, wordt er onderwezen op salafistische weekendscholen. Tolerantie ten opzichte van andersgelovigen, anders-geaarden en andersdenkenden, is niet wat Allah wil. Uit onderzoeken van Ruud Koopmans weten we dat een meerderheid van de aanhangers van de islam de westerse idealen verwerpt en de voorkeur geeft aan de verboden en geboden uit de Koran.

De geciteerde tekst van de Troonrede verwijst naar het sociaal kapitaal van Nederland. De vindplaatsen daarvan zijn steeds minder te vinden in de grote steden waar te zien is dat de islam haar eigen sociaal kapitaal heeft en dat steeds brutaler uitdraagt. In de afgelopen maanden heeft het kabinet laten zien zich te willen verzetten tegen instituties die gerelateerd kunnen worden aan de fundamentalistische islam. Halsema heeft als burgemeester van Amsterdam laten weten niet met salafisten om tafel te willen zitten. Het wordt echter steeds duidelijker dat de overheid nauwelijks middelen heeft om een vuist te maken. Grondwettelijke rechten, de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van vereniging en de vrijheid van meningsuiting blokkeren effectief beleid dat gericht is op het uitbannen van ondemocratisch gedachtegoed, religieuze intolerantie, beperking van de rechten van vrouwen en de uitwassen op het terrein van (drugs)criminaliteit en inkomensfraude. Om bij dat laatste te blijven Turkse fraudeurs deden met succes beroep op discriminatie omdat alleen hun bevolkingsgroep werd onderzocht. Deze vorm van onderzoek werd als onrechtmatig en discriminerend gezien en met beroep op de wet verhinderd.

De draagkracht onder de Nederlandse bevolking voor de multiculturele samenleving neemt snel af. In de troonrede valt daarover in directe zin echter niets te vernemen. Er is geen herkenbaar beleid. Onder de kabinetten Lubbers gold nog dat de islam een eigen zuil moest vormen omdat de katholieke en protestantse zuilen succesvol waren geweest in het emanciperen van hun achterban. Daarna werd geloof gehecht aan het Amerikaanse integratiemodel dat bij de derde generatie echte Amerikanen zou opleveren. Niemand keek hoe de integratie van moslims elders in de wereld nooit een succes was.

Het huidige beleid valt te kenschetsen als een vorm van pappen en nathouden en hopen dat het goed komt. Bij dat laatste wordt te vaak op naïeve wijze geloof gehecht aan al die islamitische woordvoerders en imams die blijven beweren dat het allemaal goed komt en de ware aard van de islam verbergen.

Het komt niet goed. Dat zou het uitgangspunt moeten zijn voor het beleid ten aanzien van islamitische migranten en vluchtelingen. Denemarken heeft als eerste voor dat uitgangspunt gekozen. Klaas Dijkhoff en Lodewijk Asscher zijn er wezen kijken, maar Dijkhoff werd breed aangevallen toen hij vertelde dat hij ook wel die kant op wilde.

Het kabinet laat het grootste probleem op de lange termijn onbesproken in de Troonrede. Dat is slecht nieuws. De sociale tegenstellingen blijven groeien en het bagatelliseren van wat zich op de sociale media afspeelt is een vorm van de kop in het zand steken.

Mobiele versie afsluiten