Site pictogram Wat te DOEN

Gökmen T en het blijvend gevaar van narcistische gekrenktheid bij moslims

Bij de terroristische moorden door Gökmen Tanis en de moordzuchtige steekpartij door Malek Fostok beriepen beiden zich op de islam als motief. Maar dat overtuigt niet echt wanneer de vraag wordt gesteld wat de feitelijke oorzaak van hun daden was. Gökmen T. was in afwachting van een hoger beroep voor een veroordeling wegens verkrachting die hij ontkende. Malek F. was afgewezen voor een verblijfsstatus. Een manier om naar hun daden te kijken is het narcistisch motief dat voortkomt uit gekrenktheid.

GeenStijl wees al een paar jaar geleden op de hoog-narcistische karakterstructuur bij veel moslims. Het essay is nog steeds lezenswaardig. Zelf schreef ik een blog waarin ik betoogde dat het narcisme in de islam nog steeds niet voldoende herkend wordt. Dat is nog steeds zo.

Woede behoort tot de kenmerken bij narcistische gekrenktheid. Die woede kan alleen gedoofd worden die woede los te laten op de omgeving van de narcist. Malek F. stond als een ‘verwarde man’ te boek nadat hij zijn woede losliet op zijn huisraad door die naar buiten te smijten. Het was niet genoeg. Daarna poogde hij met een mes een aantal mensen te vermoorden. Gökmen T. was woedend wegens een in zijn ogen onterechte veroordeling voor verkrachting en verwondde tijdens het voorarrest een gevangenisbewaker. Tijdens het afwachten van het hoger beroep sloeg hij aan het moorden om zijn narcistische woede te bekoelen.

De houding die Gökmen T vandaag aannam in de hoorzitting ter voorbereiding van de strafzaak laat in alle opzichten zijn pathologisch narcisme zien. Vanuit een superieure houding onthoudt hij de rechtbank haar recht om over hem te oordelen. Hij erkent de feiten, maar niet zijn schuld. Voor het laatste doet hij beroep op zijn religie die zou rechtvaardigen dat er wraak genomen mag worden als moslims worden vernederd of gedood. Ook de grondregels van de aan de islam verwante tribale cultuur staan wraak op willekeurige slachtoffers toe mits zij behoren tot de stam waarop men wraak wil nemen. Bij Gökmen T. leidt de schuldprojectie tot instandhouding van zijn superioriteit waarmee hij psychisch zijn inferieure bestaan en inferieure daden laat verdwijnen. Iets dergelijks was al eerder te zien bij Mohammed Bouyeri die van Gogh vermoordde en waarbij narcistische krenking ook een rol speelde. Na een gefrustreerde carrière en afwijzing van de subsidie voor zijn plannen radicaliseerde hij.

Narcisme is sterk verweven met de islam en herkenbaar bij vele moslims. Dat leidt lang niet altijd tot terrorisme en geweld. Bekir E, die het moslimmeisje Humeyra vermoordde liet zijn door narcistische krenking opgeroepen woede los op het voorwerp van zijn woede. Ook bij eremoorden is vaak sprake van narcistische gekrenktheid. Het toont aan dat de pathologische verschijningsvorm van narcisme het grootste gevaar bevat en dat dit bij de minder sterke vormen van narcisme zelden tot terreur of narcisme leidt.

In Nederland wordt het gevaar van narcisme in de islam en bij moslims nog steeds onvoldoende ingezien. Het is een nauwelijks te bestrijden plaag die zich in allerlei varianten voordoet. Menig bestuurder is slachtoffer van narcistische moslims. Met hoffelijkheid en vleierij tonen ze hun charmante kant om van de gekietelde bestuurder (minister, politiecommissaris, burgemeester, wijkagent, wethouder) steun te krijgen voor hun plannen. De man of vrouw in kwestie kan laten zien dat hij niet discrimineert, niet islamofoob is en de wetten op vrijheid van godsdienst handhaaft. Ze bezoeken iftars en ondersteunen het beleid van de islamisten om schoolklassen in de moskee te ontvangen of ruimte te maken voor de bouw van een moskee en die van subsidie te voorzien. De narcist krijgt graag zijn zin en manipuleert er op los. ‘Gelukkig ben u geen PVV’r, zal hij zeggen en daarmee kietelt hij niet alleen het ook bij bestuurders veel aanwezige narcisme, maar zaait ook verdeeldheid in de samenleving. De bestuurder laat graag zien dat hij tegen de PVV is.

Het beroep op religie bij gewelddaden en terrorisme is echter het meest verontrustend. Het verwijzen naar de vernedering en dood van moslims doet ook beroep op het narcisme dat de islam eigen is en spreekt aanhangers van die godsdienst aan. Het is erg, zeggen ze dan, maar het ligt niet aan ons. De islam wordt aangevallen en dat rechtvaardigt wraak. Dat wordt binnen de islam niet consequent afgewezen.

Waar de islam op logische gronden kan worden aangetast, geldt dat niet voor het aan de islam inherente narcisme dat zich niet laat controleren. Wie in Nederland verstrikt is geraakt in een relatie met een narcist, krijgt standaard het advies om uit die relatie weg te gaan omdat een geharde narcist niet beïnvloedbaar is. Een narcist doet niet aan schuld, erkent die nooit en projecteert die op de ander. ‘Het is jouw schuld dat ik woedend werd.’ Zo is het ook met de relatie tussen de Nederlandse bevolking en de islam.

De Nederlandse samenleving heeft geen wapen tegen het islamitisch narcisme in zijn dagelijkse vorm (nogal een aan te treffen op de werkvloer) en zijn gewelddadige vorm. Hooguit leert ze narcistische krenking van de islam en moslims te vermijden. Zo laat ze zich sturen door de narcistische islam dat altijd weer een beroep kan doen op discriminatie en racisme, een beroep dat voortkomt uit narcisme.

Mobiele versie afsluiten