Cornelis Haga lijkt volgens de school nogal een vriend van de islam maar is gewoon een staatsman en diplomaat. Zoals gebruikelijk vooral geïnteresseerd in handel |
Het gaat er hard aan toe. Burgemeesters van de grote steden uiten hun bezorgdheid, de minister van onderwijs doet het, inlichtingen-diensten alarmeren en uitgerekend Asscher liet als leider van de PvdA in de Volkskrant optekenen dat het Haga Lyceum dicht moet en dat de wet moet worden aangepast. Ondertussen laat de bevolking zich ook niet onbetuigd en vindt in meerderheid dat de onderwijsvrijheid maar beter uit de grondwet kan worden gehaald.
Ook de andere kant laat zich niet onbetuigd. Het bestuur van het Haga Lyceum uitte zich agressief en brutaal en liet, door mij in nette termen samengevat, dat de overheid hen de kont kon kussen. Zij krijgen de volle steun van hun leerlingen en ouders daarvan. Maar ook extreme figuren als imam Fawaz Jneid en consorten melden zich om hun steun aan het bestuur te betuigen en de overheid te veroordelen. De hakken gaan in het zand en het bestuur heeft al voor de vlucht naar voren gekozen met het plan in alle grote steden een lyceum te openen. Na decennia van gedogen, pappen en nathouden, sussen, theedrinken, relativeren en bagatelliseren, lijkt de overheid eindelijk bereid om de al te opzichtige strevingen van de islam naar een parallelle samenleving een halt toe te roepen. |
In feite gaf burgemeester Halsema al eerder het startschot toen ze meedeelde dat ze anders dan haar voorgangers niet bereid was om met salafisten aan tafel te gaan zitten. De problemen met Haga lijken het gevolg te zijn van haar beleid om het salafisme een halt toe te roepen. Als het goed is houdt Halsema na de mislukte hearing van gisteren, vanavond een nieuwe hearing. Gezien de stemming onder de moslims gisteravond zullen die niet komen om naar Halsema te luisteren en haar dwingen naar hen te luisteren. Er is geen enkel bewijs, het is een prima school, de wet geeft ons alle mogelijkheden en de overheid deugt niet, zullen de voorspelbare argumenten zijn. Behalve ouders zullen zoals dinsdagavond als is gebleken, moslims uit het hele land aanwezig zijn om hun broeders en zusters bij te staan en te steunen. Het zal de clash zichtbaar maken. Eindelijk trekt de overheid grenzen en zullen moslims daar tegen in opstand komen.
Ondertussen proberen ‘gematigde’ zegslieden als El Forkani te redden wat er te redden valt en dringen aan op het terugtreden van het bestuur. De-escalatie om de boel te redden waarvan de overheid zegt dat ze daar geen brood meer in ziet. Vanuit de meer extreme hoek wordt de reddingspoging als anti-islam gezien. Ik verwacht dat daar ruime steun voor zal zijn. Als de islam wordt aangevallen moeten moslims in het geweer komen.
De islam is geen kandidaat om aanspraak te maken op de voorrechten die samenhangen met de vrijheid van godsdienst. Bij die vrijheid gaat het om het individu, die mag geloven wat hij wil, mag veranderen van godsdienst en recht heeft recht op respect voor zijn overtuiging. Die waarden brengt de islam niet mee. Integendeel, als enige ware religie heeft ze in feite geen respect voor andere overtuigingen.
Het recht op religieus gebonden onderwijs komt voort uit de godsdienstvrede. Het kon worden toegestaan omdat religies instemden met de scheiding van kerk en staat en zich schikten in een democratisch bestel en de daarmee samenhangende wetgeving. Ze waren daarmee de vrijheid van godsdienst waard. De islam past niet in dat patroon. In principe wil ze de scheiding van kerk en staat opheffen, de democratie afschaffen en de wetgeving vervangen door de sharia.
Tariq Ramadan, schrijver van het handboek voor de islam in Europa: ‘Westerse moslims en de toekomst van de islam’, schrijft voor dat moslims zich dienen in te zetten om in de samenleving waar ze verblijven datgene te veranderen wat nog niet in overeenstemming is met de islam. Wie daar oog voor heeft kan dat waarnemen. Nagenoeg dagelijks zijn moslims als bestuursfluisteraars op weg naar afspraken met lokale en landelijke bestuurders, politie, onderwijs en media om te pleiten voor aanpassingen die in het belang van de islam en van moslims zijn. Het onderscheid tussen gematigden en salafisten daarbij is in feite het verschil in geduld en te volgen strategie. De actieve salafisten kiezen voor de hardere lijn en worden steeds brutaler.
Bij het overgrote deel van de bevolking is het geduld al lang op. De overheid begint in te zien dat er ander beleid nodig is om de ontwikkeling van een parallelle islamitische samenleving tegen te gaan. Het is de vraag of het in ontwikkeling zijnde beleid om de fanatieke islam niet langer te faciliteren, voldoende is.
Er dient een fundamenteler gesprek met de islam plaats te vinden. De kernvraag: is de islam bereid zich aan te passen aan de Europese godsdienstvrede, moet door de islam beantwoord worden. Het uit de weg gaan van die vraag schept voor de islam blijvende gelegenheid om parasitair verder te gaan en integratie tegen te werken. Denemarken en Oostenrijk zijn op dit ogenblik voorbeelden van een meer fundamentele aanpak. In het belang van de bevolking kan Nederland niet achterblijven als ze wil voorkomen dat het van kwaad tot erger wordt.