Op pagina 30 van “1984” schrijft George Orwell: ‘Who controls the past,’ ran the Party slogan, ‘controls the future: who controls the present controls the past.’ Dat staat in dit fragment:
The Party said that Oceania had never been in alliance with Eurasia. He, Winston Smith, knew that Oceania had been in alliance with Eurasia as short a time as four years ago.
But where did that knowledge exist? Only in his own consciousness, which in any case must soon be annihilated. And if all others accepted the lie which the Party imposed— if all records told the same tale—then the lie passed into history and became truth. ‘Who controls the past,’ ran the Party slogan, ‘controls the future: who controls the present controls the past.’ And yet the past, though of its nature alterable, never had been altered. Whatever was true now was true from everlasting to everlasting. It was quite simple. All that was needed was an unending series of victories over your own memory. ‘Reality control’, they called it: in New-speak, ‘doublethink’.
In naam van de vrijheid van meningsuiting en “de democratie” wordt tegen een verbod op het ontkennen van belangrijke historische gebeurtenissen, met als belangrijk voorbeeld de holocaustontkenning, gefulmineerd. Een regelmatig gehanteerd argument is het beroep op de risico’s die dat opent voor een totalitair regime dat wel zal bepalen wat de waarheid is. Dat is onjuist. Totalitaire regimes zullen altijd de historische waarheid naar hun hand willen kunnen zetten en daar slagen ze meestal vrij goed in. Of de in de daaraan voorafgaande democratie de waarheid beschermd is maakt niet uit. Voor totalitaire ideologieën is het noodzaak de historie in overeenstemming met hun wereldbeeld te brengen; of ze nu aan de macht zijn of niet. Juist naarmate ze er onder democratische condities beter in slagen hun leugens als waarheid te verkopen wordt de kans groter dat ze aan de macht komen.
Het is dan ook in de democratische samenleving dat het van belang is (grove) leugens uit het politieke debat te weren teneinde totalitaire tendensen zo min mogelijk kans te geven. Als die eenmaal aan de macht zijn is het te laat. Uit de historie zijn genoeg voorbeelden bekend van verdraaiingen die een rol gespeeld hebben bij het aan de macht komen van een totalitair regime vanuit een democratisch startpunt. De “Protocollen van de wijzen van Zion” en de Reichstag-brand zijn bekende voorbeelden. Met als kanttekening dat die eerste in veel Arabische landen en daardoor ook bij bepaalde groepen migranten wederom een rol in de propaganda speelt.
Het tweede argument waarom grove waarheidsontkenning of –verdraaiing of dat nu om wetenschap of geschiedenis gaat volgens de voorstanders zou moeten worden toegestaan, is dat in een open maatschappij de burgers zelf kunnen bepalen wie ze geloven en het de taak van de waarheidskenners is om leugens tegen te spreken en door te prikken. Waarna de burger als vanzelf de kant van de waarheidsspreker zal kiezen. Dit getuigt van een grote naïviteit over de kwaliteit van het publieke debat en de deelnemers daaraan.
Zelfs als de omstandigheden redelijk optimaal zijn en de gemiddelde burger zich van beide kanten informeert is het de vraag waar de waarheidsspreker zijn autoriteit op kan baseren. Als we even kijken naar het heden in plaats van de historie dan zien we dat in veel zaken het geloof in bredere zin een grote invloed heeft op wat men voor waar wenst aan te nemen of niet. De meeste mensen zijn op een bepaalde manier vooringenomen, is het niet door expliciete indoctrinatie vanaf een kansel, dan wel door hun eigen ervaringen en belangen. Zo zijn er belangrijke groepen die vasthouden aan de idee dat 9/11 het werk van de US inlichtingendienst was. Als we op “NLP” (Neuro Linguistic Programming) zoeken in Google dan komen er zeer veel positieve hits en alleen als men de moeite neemt om de Wiki goed te lezen of “criticism” toevoegt weet men dat het pseudoscience is. De ontkenning van de klimaatverandering is ook een bekend voorbeeld, waarbij zelfs een genuanceerd tegenbetoog weinig kans maakt. In de US heeft er in diverse staten tot in de jaren 2000 een strijd gewoed waarbij onderwijs in de evolutietheorie zoniet verboden dan wel bemoeilijkt werd, en in ieder geval pogingen werden gedaan creationisme op een gelijk niveau in het curriculum op te nemen. Mede dank zij gerechtelijke uitspraken (verboden dus) is dit nu voorbij. Recentelijk kan men het frame dat Zwarte Piet rascisme zou zijn als voorbeeld nemen. In al deze gevallen blijkt er een flinke groep niet bevattelijk voor de waarheid, zelfs als die met enige slagen om de arm gepresenteerd wordt en de argumenten nauwkeurig weerlegd worden. Zoals we aan de voorbeelden kunnen zien geldt het niet alleen voor belangrijke historische gebeurtenissen in engere zin, maar ook voor (natuur)wetenschappelijke ontdekkingen uit het verleden.
Misschien nog belangrijker is dat er geen sprake is van “optimale omstandigheden”; een neutrale debatstructuur. De publieke media zijn niet neutraal, hebben een bepaalde kleur en zijn verbonden met bepaalde politieke en zakelijke belangen. Iemand die in de Telegraaf iets leest zal niet gauw de tegenmening in de Volkskrant tot zich nemen. En als die twee dezelfde boodschap brengen (bijvoorbeeld dat het associatieverdrag met Ukraine prima is) wordt het nog wat lastiger. We zouden ons ook kunnen afvragen waarom een minister die onjuist informeert gestraft kan worden en publieke, politieke uitlatingen van anderen daarvan uitgesloten zouden zijn. De consequenties kunnen in sommige gevallen minstens zo erg zijn. Iemand voor fascist uitmaken gaat heel gemakkelijk, en zonder kennis van zaken. Daardoor voelt een aantal personen zich gelegitimeerd om geweld te gebruiken. Diezelfde belangen kunnen door middel van gekochte meningen het debat vergaand uit het lood trekken, zoals bijvoorbeeld in de klimaatdiscussie gebeurt. We zien dat vervalsingen of verdraaiingen een politiek belang dienen. Het zijn geen onschuldige meningsverschillen.
Betekent dat dan dat deze waarheden eeuwig zijn en op geen enkele manier betwist zouden mogen worden? Voor veel geschiedkundige feiten zou dat inderdaad zo moeten zijn. Slechts op details zouden correcties mogelijk zijn. Maar bijvoorbeeld een regelmatig terugkerend argument dat de Holocaust wel enigszins te rechtvaardigen zou zijn omdat de Joden een gevaar voor de maatschappij waren (gebaseerd op de fabricatie van de Protocollen van Zion) is natuurlijk geen onschuldig detail. Naarmate de tijd verstrijkt is minder nieuw onderzoek mogelijk waarmee nieuw licht op de feiten geworpen kan worden. Het zou vreemd zijn als men het verloop en de uitkomst van het Beleg van Wenen (1529) anders zou weergeven of zou ontkennen, al zou dat sommige stromingen goed uitkomen. Voor wetenschappelijke waarheden geldt slechts dat er wetenschappelijk onderzoek nieuwe feiten heeft aangetoond die de discussie rechtvaardigt.
Juist om de democratie en het daarbij behorende debat te beschermen dienen vervalsingen en verdraaiingen van belangrijke zaken verboden en bestreden te worden!