De bankiers leven in een amoreel universum, schreef u al, en nu blijkt dat in andere sectoren ook het geval?
“Veel mensen doen het gewoon zonder moraal, die zijn conformistisch en staan liever niet stil bij dit soort kwesties. Anderen compartiseren het: ze hebben wel degelijk een moraal, maar niet op het werk. Ik heb in de City mensen ontmoet die diep religieus waren, maar de waarden van hun kerk, synagoge of moskee volledig buiten beschouwing lieten bij hun professionele handelen. Dan waren ze bij wijze van spreken soldaten, dan droegen ze een bankiersuniform en deden ze dingen die ze anders nooit zouden doen. Daar voelden ze zich happy bij. Topman Blankfein van Goldman Sachs wees op de rol van banken in de economie en zei: We’re doing God’s work. Iemand moet de zwakke dieren opruimen. Banken die niet goed functioneren, verdienen het te sneuvelen.”
Maar dan breekt de moraal toch weer in, misschien niet in het dagelijks handelen, maar wel in het uiteindelijke doel daarvan. Het amorele handelen krijgt een morele betekenis.
“Ja, en ik denk dat daar de echte botsing plaatsvindt. Buitenstaanders zien dat het amorele systeem leidt tot immorele uitkomsten, maar zij hebben tijdens hun studie economie, zeker als dat aan een Angelsaksische topuniversiteit was, geleerd dat het resultaat van hun werk toch moreel is omdat het bijdraagt aan economische groei. En dat is waar het allemaal om draait. Dat is hun dogma. Daarin zijn ze heel kwetsbaar, want als dat dogma niet klopt, als het leven níet draait om het vergaren van almaar meer spullen, vervalt de rechtvaardiging van hun amorele systeem.”
Er wordt nog maar over één ding gemoraliseerd en dat is dat we vooral niet mogen moraliseren Waarom gebruikt u het woord amoreel en niet immoreel?
“In de eerste plaats omdat men dat in de City zelf doet. Daar is het een compleet gangbare term. Maar ook omdat er verschil is. The Wolf of Wall Street, van de film, is een makelaar die aandelen in niet bestaande bedrijven verkoopt. Dat is immoreel, crimineel gedrag: de wet zegt 120, hij gaat 180. Amoreel is: ik ga 120, er staat ook 120 op de borden, maar ik zit wel in een woonwijk.”
Dat lijkt me ook immoreel.
“Het gedrag is amoreel, de uitkomst immoreel.”
Ik blijf dit een vreemde redenering vinden. Misschien geïnspireerd door de verdediging van Eichmann in Jerusalem dat hij “slechts zijn werk deed”, zoals beschreven door Hannah Ahrend. Maar bij mijn weten vergoelijkt zij die “banaliteit van het kwaad” niet door het amoreel te noemen. Moraliteit is de basis van ieder maatschappelijk handelen. Het hangt van de sociale omgeving af wat moreel en immoreel is, en Luyendijk maakt duidelijk dat binnen de sociale werkomgeving hun handelen moreel wordt goedgekeurd. Sterker nog: men bewijst er de mensheid een dienst mee. Ongeveer het hoogste morele goed dat er bestaat. Dat was ongeveer zoals Eichmann over zijn werk dacht.
De fout van Luyendijk blijkt meteen al als hij het voorbeeld van de woonwijk noemt. Als voorbeeld al fout want ik moet de woonwijk nog zien waar 120 op de borden staat. Maar zelfs dan: wetten zijn gestolde morele oordelen en niet andersom. Het is onjuist dat alles wat wettelijk is toegestaan moreel in orde is. Precies andersom: omdat de wetgeving of de rechtspraak gecorrumpeerd is door de banken moet die nodig aangepast worden. Zoals je ook zou doen als er per ongeluk toch een bord met 120 in een woonwijk zou staan.
En zoals de Israëlische (of Neurenbergse) rechters de normen van de Nazi’s en de daarvan afgeleide wetten niet erkennen zijn wij, “de maatschappij” in haar wetgevende bevoegdheden, niet verplicht om de normen van de bankiers te erkennen en mogen wij onze eigen bredere, meer algemene morele maatstaven ten grondslag leggen aan onze beoordeling van de bankiers. Hun gedrag is vanuit dat perspectief immoreel, vanuit hun eigen perspectief moreel ok, maar nimmer amoreel.
Bestaat er eigenlijk wel zoiets als amoreel? Ik denk van niet. Ook mensen die zeggen zich bij hun handelen niet in morele waarden geïnteresseerd te zijn hebben in feite een bijzondere, solipsistische moraal: dat maak ik zelf wel uit. Dergelijke godheden dienen nooit een verantwoordelijke functie te krijgen. En direct te worden afgevoerd naar een heropvoedingskamp.