Site pictogram Wat te DOEN

Privacy is in het voordeel van kwaadaardigen

B1-Microfilm-CabinetsDe media staan bol van de verontwaardiging met de “onthullingen” van Snowden. Wat overheden, de VS voorop, allemaal misdoen met het spioneren op en verzamelen van gegevens over hun en elkaars burgers, bedrijven en leiders. Ook bedrijven als Google, Facebook en internet-advertentiebureaus krijgen stevig onderuit de zak. Ondertussen blijkt het nog steeds niet mogelijk de verspreiding van kwaadaardige programmatuur en ongewenste berichten effectief te bestrijden. En is het internet nog steeds een vrijplaats waar oproepen tot geweld niet is aan te pakken, kinderporno handzaam kan worden uitgewisseld, (vuurwerk)bommen of handleidingen daarvoor te vinden zijn, en op grote schaal auteursrecht wordt geschonden, hoe men over de status van die rechten zelf ook mag denken. En dat geldt natuurlijk ook voor de hedendaagse mobiele “telefonie”.

Waar de burger volgens deze lieden recht heeft op “totale privacy” hebben overheden en dienstverleners de plicht tot “totale transparantie” en zijn zij gelijktijdig meer dan ooit op fouten aanspreekbaar. Het omgekeerde, de gesloten overheid en de transparante burger, is overigens net zo onzinnig. Het probleem begint met het karakter dat men aan beide actoren toeschrijft. Zowel de overheid als de burger worden gezien als altijd zelfbewust, rationeel en netjes handelende subjecten gezien. Maar de overheid is een zeer complex apparaat dat met iedere poging om zaken intern te reglementeren zodat alles op ieder moment te verantwoorden is oncontroleerbaarder en onberekenbaarder wordt. Bovendien wordt de burger door deze zaken extra belast. Ook die moet aan steeds ingewikkelder protocollen meedoen en daar ook direct of via belastingen voor betalen. Een strak gereglementeerde overheid is alleen mogelijk als dictatuur, waarin de vrijheden zeer beperkt en eenduidig zijn en bestraffing van overschrijding vrijwel automatisch. Over de rationele aanspreekbaarheid van de gemiddelde burger zullen we het maar niet hebben.

De meeste verontwaardiging mondt uit in het willen verbieden, ontmantelen of nog verder reglementeren van deze praktijken. Men ziet niet in dat als de staat of andere organisatie zich niet informeert, deze ook niet kan handelen, of alleen met grote vertraging. Naarmate voor verzamelen of uitwisselen van informatie gedetailleerder en meer per geval toestemming moet worden verleend is de kans groter dat de informatie al verdwenen of niet meer relevant is voordat de toestemming verleend is. U komt in Groningen bij de eerste hulp met een of andere acute klacht. Helaas moet uw huisarts in Amsterdam eerst toestemming geven om uw dossier in te mogen zien. Ondertussen bent u overleden omdat u toevallig niet goed reageert op de behandeling die inmiddels begonnen was. En dat stond in dat dossier.

Een ander deel van de verontwaardiging eindigt in de wens om organisaties te verplichten op ieder gewenst moment alle informatie beschikbaar te maken. Deze wens zal de besluitvaardigheid ondermijnen en de mechanismen waarmee besluiten genomen worden nog informeler maken en naar de achterkamertjes verleggen dan dat dat nu al het geval is.

Is er dan niets aan de hand? Gaat alles zo goed? Waar komt al dat wantrouwen vandaan?

Het gaat helemaal niet goed, maar de oorzaken liggen elders. Individuele functionarissen worden niet meer verantwoordelijk gesteld voor hun daden. Het is altijd “de organisatie” die faalt en slechts in uitzonderlijke, meestal strafrechtelijk te vervolgen handelingen degene die uiteindelijk de handeling verricht of diens directe meerdere. Dit wordt versterkt door het aanstellen van leidinggevenden die niets van datgene weten wat ze aansturen en het (intern) sturen van overheden en andere publieke organisaties volgens “vrije” marktprincipes. Bij “reorganisaties” (=bezuinigingsoperaties) zijn het de uitvoerenden met kennis die of “outsourced” worden waarna er geen kennis binnen het apparaat is om de activiteit te controleren, ofwel de uitvoerenden worden domweg verder afgeknepen terwijl het “controle apparaat” op de eigenlijke activiteit uitdijt, ofwel men kiest voor een “lump-sum” benadering waarbij het geld zonder verdere controle de deur uit gaat. Dit proces ondermijnt terecht het vertrouwen in deze organisaties.

Het roepen om meer privacy of meer transparantie zal deze ontwikkelingen echter versterken in plaats van keren. Als het ergens om gaat dan is het “transparantie van de verantwoordelijkheid” De zekerheid dat de juiste personen op de juiste manier zullen worden afgerekend op hun fouten, en beloond worden voor wat ze goed doen.

De eigenlijke fout in het systeem is niet dat er informatie wordt verzameld en gebruikt maar dat dat op onverantwoorde wijze gebeurt. De directie die mensen als Snowden of Manning aan de knoppen zet die te weinig besef hebben waarvoor iets gedaan wordt en vanuit hun private idee over privacy menen voor klokkenluider te mogen spelen heeft zelf kennelijk geen besef wat er op het spel staat. Het privatiseren van kerntaken van de staat, behalve informatie verzamelen bijvoorbeeld ook het uitoefenen van geweld door partijen als Blackwater (heet nu Academi), dat is pas misdadig. En voor degenen die menen dat toch duidelijk sprake is van wetsovertreding of dat voldoende wettelijke basis ontbreekt: de regulering die overtreden wordt is het probleem en niet de oplossing. Die moet gevonden worden in het herstel van de betrouwbaarheidsrelaties tussen de mensen in de organisatie. En dat kan nooit de marktrelatie opdrachtgever-opdrachtnemer zijn. Pas als dat hersteld is kan de relatie met de burger hersteld worden. Ook dan zal het voorkomen dat er fouten gemaakt worden en er spionnen het apparaat binnendringen. Een perfecte wereld bestaat niet. Klokkenluiden is belangrijk, maar alleen voor concrete misstanden, en niet de hele hocuspocus van transparantie en privacy er bij.

Privacy, in de zin van het verbieden of sterk beperken van het verzamelen van informatie en het gebruiken daarvan werkt in het voordeel van de kwaadaardigen

Als toegift: Mensen die zich druk maken om drones of andere bewapende robots, of die nu al of niet “zelf beslissen”: evenals in de tijd van de atoombom is het degene die op de knop drukt die verantwoordelijk is. Ik heb minstens zo veel vertrouwen in de nauwkeurigheid van de uitvoering door bots als door mensen bestuurde vliegtuigen die met de hand bommen afwerpen. In degenen die op de knoppen drukken heb ik minder vertrouwen dan vroeger.

Mobiele versie afsluiten