Site pictogram Wat te DOEN

Draaigeluiden uit het graf van Popper.

‘Een politicus mag best met mate ‘draaien” luidt de kop boven een artikel van Harrie van Rooij  op VK-OPINIE 15/05/12. Onderaan wordt vermeld dat hij filosoof en communicatieadviseur is. Ik vrees dat hij meer draait in de richting van het laatste. Hij eindigt met:

Het is als met de vegetariër die zich moet verantwoorden voor het feit dat hij leren schoenen draagt, terwijl de onbekommerde vleeseter zich nergens druk om hoeft te maken. Die uitkomst voelt nogal cynisch aan. Dat politici keuzes maken in overeenstemming met hun overtuigingen, is een vanzelfsprekende eis. Dat hun keuzes zelf kritisch worden gewogen, is dat evenzeer.

Ik heb dit drie keer gelezen. Dit gaat helemaal niet over draaien. Hij vindt dat iedereen op de zelfde, boven alles verheven waarden van de auteur moet worden afgerekend: O o o, de arme vegetariër moet zich verantwoorden en de smerige vleeseter niet.

Eerder zegt hij:

Het blijft bijvoorbeeld verbazing wekken dat het CDA hard wordt afgerekend op de gedoogconstructie met de PVV, terwijl deze van de VVD afglijdt als rul zand. …Het is een doodzonde om je niet in overeenstemming met je idealen te gedragen. Deze eenzijdige uitkomst is onbevredigend. Want wie vindt dat de samenwerking met Wilders heeft geleid tot internationale reputatieschade en het uitsluiten van bevolkingsgroepen, kan hiervoor met minstens even veel recht van spreken de VVD ter verantwoording roepen. Niet de inconsistentie van een politieke partij zou hier het principiële punt van discussie moeten zijn, maar de afweging of een dergelijke gedoogpartner moreel en politiek gezien aanvaardbaar is.

Is dit nu een argument voor “draaien”, al is het met mate? Feitelijk wordt het CDA haar eerste draai verweten, toen is zij immers afgeweken van haar principiële punt. Het gaat dus weer om consistentie. Hij doet huilie huilie over het feit dat de VVD niet afgerekend wordt op haar samenwerking met de PVV omdat daar die draai niet is (waar)genomen.

Teruglezend naar het begin komen we tot de eigenlijke kern van zijn kromme redeneringen.

Maar wie zegt nu eigenlijk dat je consequent moet zijn? Nou eh… iedereen eigenlijk. De ijzeren wet die hier werkzaam is, is de wet van de uitgesloten derde. Het regent óf het regent niet. Het gestelde en zijn tegendeel mogen niet tegelijkertijd waar zijn; anders kun je nergens op bouwen. Het is een oerbeginsel in recht, wetenschap en politiek.

Heeft deze man echt filosofie gestudeerd? Nu ja, dat zal wel, de filosofiebeoefening aan het ZULO heeft nooit een erg goede naam gehad. De oplettende lezer zal de fout in zijn weergave van het oerbeginsel makkelijk kunnen waarnemen: Het gaat om het woordje “tegelijkertijd”. Inderdaad, tegelijkertijd kan iets niet waar of onwaar zijn. Maar achtereenvolgens wel. Dat heet ook wel “voortschrijdend inzicht” en het kan wel eens leiden tot de conclusie dat men “over zijn schaduw heen moet springen”, of, in de wetenschap, dat een stelling gefalsificeerd is. Hoor ik draaigeluiden uit het graf van Popper?

Het komt er op neer dat het hele idee dat er gedraaid wordt van tafel moet. Dat is vooral de spin van doctors en hijgerige journalisten. Je hebt doelen en middelen. In de politiek betekent dat dat je een programma hebt dat je wil verwezenlijken, een werkelijkheid en de kennis daarvan die verandert (en dat kan en moet van invloed zijn op je doelen) en onderhandelingen waarin je daar zo veel mogelijk van probeert te realiseren. Wat je je als journalist of willekeurige burger mag afvragen is of partij X voldoende van zijn punten heeft weten te realiseren om het niet realiseren van andere punten te kunnen rechtvaardigen. Los daarvan staat de vraag of je het programma van X onderschrijft. Dat  heeft dan alleen betekenis voor de vraag of je het jammer vindt of juist niet dat X doelstellingen realiseert. Al het andere is gelul. Daarin kun je niet wonen, dat is bekend.

Ik blijf ondertussen met de vraag zitten waarom zo’n krom stuk door de VK gepubliceerd wordt.

Mobiele versie afsluiten