Regelmatig raak ik in discussies verzeild waarin mij wordt voorgehouden dat het allemaal heel simpel is. Dat we verder geen wetten of moraal nodig hebben maar dat de simpele gulden regel (doe niet een ander aan waarvan je niet wilt dat het je zelf wordt aangedaan) volstaat. Ik nam dat altijd een beetje voor kennisgeving aan, hoewel ik mij er ongemakkelijk bij voelde. Sinds ik mij wat meer ben gaan afvragen wat "principeloosheid" nu eigenlijk betekent kwamen meer concrete bezwaren bij mij op. Uiteraard ben ik niet de eerste die bezwaren krijgt tegen de gulden regel.
De gulden regel is een vorm van wederkerigheid, en wel een negatieve vorm. Je kunt zeggen dat morele en rechts-stelsels direct of indirect gebouwd zijn op vormen van wederkerigheid. Uitmondend in een "voor de wet zijn allen gelijk". Dat kan ook heel goed positieve wederkerigheid zijn, bijvoorbeeld "oog om oog, tand om tand" of "tit for tat". Grootste probleem van de negatieve wederkerigheid van de gulden regel is dat hij niet werkt als je niet met gelijkgestemden werkt. Een eenvoudig voorbeeld is dat van de masochist die graag geslagen wordt, jou op grond daarvan gaat slaan.
Maar zelfs met die uitbreiding tot andere vormen van wederkerigheid ben je er niet. Simpele toepassing van wederkerigheden, waaronder de "gulden regel" abstraheren van tijdsverloop en maatschappelijke context. Intermenselijke transacties zijn zelden of nooit eenmalig en geïsoleerd maar maken deel uit van een levenssfeer waarin die zich periodiek herhalen. Ook een transactie (of daad) zelf kent een zeker tijdsverloop waarin aanpassing door waarneming en ervaring mogelijk is. Het onschuldige oude vrouwtje blijkt opeens een mes tussen haar kleed uit te trekken. Al deze zaken zullen in een moreel stelsel verwerkt moeten worden. Het wordt daardoor een complex en zich in de historie ontwikkelend geheel dat niet zomaar genegeerd kan worden onder het aanroepen van de "gulden regel".
Kijk ook nog even naar mijn "nieuwjaarswens": Sneeuw