Site pictogram Wat te DOEN

De ‘ontwildering’ van de mens is mislukt

Dit is een reactie op een stukje uit Peter Louter’s Thilo Sarrazin en de dwingende politieke correctheid in Duitsland (citaat onderaan).

Het is duidelijk dat het spreken over fysieke component van intelligentie of andere sociale hoedanigheden van mensen (misdadige aanleg, homoseksualiteit), of die nu verder genetisch nog achterhaald worden of niet, op grote weerstand stuit bij vooral “linkschmensen”. Maar of er een eenduidige verbinding tussen cultuur en menselijke fysica gelegd kan worden waag ik te betwijfelen.  Cultuur komt tot stand door maatschappelijk handelen en communiceren door de eeuwen heen.

“Bevolkingspolitiek” is van oudsher een belangrijke veroveringsmethode van culturele systemen geweest, maar dan gaat het in de eerste plaats om culturele voortplanting door middel van opvoeding en indoctrinatie van het nageslacht: Gaat heen en vermenigvuldigt U. Omdat de verlichting de conclusie op zichzelf toepast dat de mensheid zou moeten krimpen, maakt het zich kwetsbaar voor deze politiek door andere culturele systemen waarin het baren een heilige plicht is. En zou zij daar op termijn aan ten onder kunnen gaan. Daar zou op zijn minst eens over moeten worden nagedacht.

De discussie over genetica en de ophef daaromheen is niet nieuw. Literair gezien zijn er recent  Houellebecq’s “Elementaire deeltjes” en “Mogelijkheid van een eiland”. Daarnaast is er de controverse rond Sloterdijk in 1999 waar ik nu een stukje van Thomas Assheuer uit “die Zeit” over laat volgen, dat ontleend is aan “Regels voor het Mensenpark” (Boom, 2000) waarin Paul Scheffer ook een goede bijdrage levert met daarbij een historisch overzicht.

De ‘ontwildering’ van de mens is mislukt
Thomas Assheuer , die Zeit, 2 september 1999
….
Sloterdijk motiveert zijn pleidooi voor gentechnische selectie met een duistere diagnose. In de escalerende moderne beschaving, zegt hij, groeit het barbaarse potentieel. De ‘alledaagse bestialisering van de mens in de media van het ontremmend amusement’ neemt toe. ‘De era van het moderne humanisme (…) is voorbij, omdat de illusie niet langer stand kan houden dat grote politieke en economische structuren georganiseerd zouden kunnen worden naar het vriendschapsmodel van het literaire genootschap.’ De ‘ontwildering’ van de mens is mislukt en de ‘toekomst van de humaniteit’ is bij de oude ‘humaniseringmedia’ in slechte handen. Als het kromme hout van de humaniteit alleen nog goed is voor het poppenmuseum van de Verlichting, is de vraag hoe men de ‘huidige tendens tot verwildering de baas’ wordt. ‘Wat is nog in staat de mens te temmen, als het humanisme als school van het temmen van mensen faalt?’ Als de ‘eerdere inspanningen om zichzelf te temmen in hoofdzaak toch alleen maar tot een greep naar de macht over al het zijnde hebben geleid’?
Het humanisme, zegt Sloterdijk, maakte zelf deel uit van het geweldsprobleem waarvoor het nog steeds de oplossing meent te zijn. Het humanisme richt de mens af en perkt hem in – tot op dwergenformaat. ‘Domesticatie van de mens (is) het grote Ongedachte waarvoor het humanisme vanaf de Oudheid tot in het heden de ogen afwendde.’ Het ‘telen van kleine huisdieren’, aldus citeert Sloterdijk de sociaal-darwinistische Nietzsche, brengt argeloze mensen voort, jammerlijk en verachtelijk, met een pleziertje voor de dag en een pleziertje voor de nacht. Daar kruipen ze nu. ‘Met behulp van een knappe verbinding van ethiek en genetica’ zijn de mensen erin ‘geslaagd zichzelf klein te telen.’ In de argeloze en toch verwilderde mens bereikt het ‘tot huisdier maken’ van de soort haar planetaire doodsmoment.


Uiteraard dient Sloterdijk hem van repliek:

(die Zeit, 9 september 1999)


Maar het zou me een lief ding waard zijn als u me de tekst van de door u gerecenseerde voordracht ter controle kon doen toekomen. Mijn verlangen naar deze controle is gemakkelijk te verklaren: ik heb bij mij thuis een versie van de door u fabuleus gedemoniseerde tekst liggen die vele malen bleker is dan uw triomfantelijke referaat. Normaal gesproken zoek ik de mensen die mij beter begrijpen dan ik mijzelf liefst zelf uit, maar ik geloof dat ik in uw geval een uitzondering moet maken. Graag zou ik uw exemplaar met het mijne vergelijken om te zien of wij dezelfde tekst voor ons hebben. In de mijne staat bijvoorbeeld dat Nietzsches visioenen van het telen van mensen hysterisch en inadequaat waren en dat zijn concept van de Übermensch voor ons geen betekenis meer kan hebben, maar dat hij niettemin – net als Plato -heeft bijgedragen tot het zichtbaar worden van bepaalde ‘pastorale’ aspecten in vragen die betrekking hebben op de voortplanting, opvoeding, medicalisering en optimalisering van menselijke wezens. Een ander voorbeeld: in mijn exemplaar staat dat met het oog op de huidige doorbraken in de biotechnologie een morele codex geformuleerd moet worden (ik zeg wat omvattender, voor de ‘antropotechnieken’) – en ik voeg er, tot uw begrip, aan toe dat in zo’n codex, onder andere, de grens getrokken moet worden tussen legitieme, genmedische optimalisering voor individuen en illegitieme biopolitiek voor groepen. U hebt kennelijk een surrealistische versie voor u liggen, omdat u leest dat er een pleidooi wordt gehouden voor een alomvattend, elitair nieuw telen van de soort. In mijn oren klinkt dat naar sciencefiction, gecombineerd met biologische gotiek en sociologische griezelromantiek.

Peter Louter:
==In zijn bespreking van Sarrazin’s boek meent Güntner dat met het weglaten van paragraaf 8, waarin commentaar op de genen van de (onintelligente) migranten wordt gegeven, er een waardevol boek overblijft dat de broodnodige discussies kan voeden. Ik ben dat niet met hem eens. Het is een brisant onderwerp gezien het verleden. Het laat mensen al steigeren als ze het woord zien. En dat is jammer. Bij het wegnemen van de rode waas voor de ogen die het woord verwekt, zou men tot zich door kunnen laten dringen dat de moderne evolutionaire biologie veel heeft te zeggen over bijvoorbeeld de relatie tussen cultuur en genen. Het is kennis die van groot belang is voor de keuzes in beleid.==
Satuka 21-09-2010 19:54 / over genen:
== het noemen van een relatie tussen genetische eigenschappen en cultuur zo gevoelig ligt. Ik denk dat dat een onderwerp is waarover niet zorgvuldig kan worden gepraat zonder de nodige kennis van zaken. En hoeveel mensen hebben dat? Ik vraag me af of hij zich dat niet heeft gerealiseerd. En ik vraag me ook af of op dat terrein op korte termijn iets te vinden is dat kan bijdragen aan de integratie. Ik durf in dit verband eerlijk gezegd niet eens te spreken van “het oplossen” van de problemen. Snap je? ==

Mobiele versie afsluiten