Een groot deel van de wereldgeschiedenis was fysieke macht, onderwerping en strijd het uitgangspunt. Eerst van mens tot mens, daarna van groep tot groep, van staat tot staat, van rijk tot rijk. Het was een gegeven dat geërfd werd van de menselijke dierennatuur en zo onderdeel werd van de maatschappelijke verbanden waarin hij zich organiseerde. Vrede betekende wel een tijdelijk einde van de strijd maar vooral omdat de overwonnenen zich hadden neergelegd bij hun nederlaag of in het ergste geval totaal waren afgeslacht. Het behoren tot een groep of staat betekende niet dat men binnen de groep als gelijkwaardig werd beschouwd. Men was vaak in meerderheid onderworpen als slaaf of lijfeigene of werd op andere wijze blootgesteld aan de willekeur van de heer. Zo af en toe waren er verlichte despoten die iets minder hardhandig te werk gingen. Of gingen de machtigen als collectief iets minder ruw met elkaar om. Er konden dan culturen ontstaan die meer oog hadden voor andere omgangsvormen. Er waren godsdiensten en andere morele leiders die een zeker fatsoen predikten. Ook waren er zeer geïsoleerde gemeenschappen die in een soort communistische vrede konden leven. Dan had je het wel gehad.
Pas met de opkomst van het christendom en de daaruit voortkomende verlichting begon het idee van zoiets als burgerschap enige gestalte te krijgen. Praktisch gesproken is er pas vanaf de Franse Revolutie sprake van werkelijke vooruitgang in dit opzicht. Toen werd ook het begrip wereldburger langzaam zichtbaar. Pas anderhalve eeuw later, na de tweede wereldoorlog, wordt dat min of meer de norm voor en binnen een groep staten die we nog steeds met “het westen” aanduiden.
Een van de grootste misvattingen die hierover bestaat is dat omdat “wij” dit de norm vinden “zij” dat ook vinden of nog erger: dat omdat wij dat vinden iedereen automatisch wereldburger is. Overal ter wereld zijn er nog belangrijke resten aanwezig van de voorgaande periode waarin men nogal verschillende normen aanlegt voor wie tot de groep behoort en wie daarbuiten valt. Het is niet alleen onwenselijk om iedere bewoner van de planeet tot wereldburger te verklaren, het is gevaarlijk. Men geraakt in onmacht om zich te verweren tegen gevaar van buiten indien men dat buiten ontkent. Het kan dan heel makkelijk gebeuren dat het kleine beetje beschaving dat we verworven hebben wordt weggespoeld.
Er is een groep mensen die zich alhier onder leiding van hun hoofdman professor M.Haai manifesteren en die zich er sterk voor maakt om deze norm toch aan de werkelijkheid op te leggen. En ons zo aan ongekende rampspoed bloot wil stellen uit naam van "de rechtvaardigheid". Iedere westerling wordt door hun persoonlijk aansprakelijk aansprakelijk gehouden voor ieder onrecht dat een oosterling ooit is aangedaan. Deze westerling mag dan de mond gesnoerd worden om wat dan ook over misstanden, fouten of anderszins kritisch te beschouwen toestanden bij de oosterling te zeggen.
Eenieder die de nobelheid van de wilde of zijn geschiktheid voor het wereldburgerschap ook maar in de geringste mate in twijfel trekt is een verzameling drogredenen, een pathologische leugenaar, een racist of misschien wel een fascist en moet onmiddellijk worden afgemaakt.
Voor het geval je het met bovenstaand niet eens bent uit ik hun strijdkreet: "Bewijs het!"