Zoals duizenden met mij werd ik zeer aangegrepen door de dood van Martin Bril. Iemand die ik niet persoonlijk kende. Daar wil ik het verder niet over hebben. Ik heb niets zinnigs toe te voegen aan wat anderen daarover gezegd hebben.
Wat doet de dood van een ander met mij? Is de vraag die weer in mij opkwam. In de eerste plaats door het enorme contrast met de dood van mijn ex in januari waarbij ik ook na gedegen zelfonderzoek geen greintje gevoel kon waarnemen. En alleen wat meeleefde met de ook niet overdreven rouw van onze kinderen. Ik vroeg me af hoe gevoelens zozeer kunnen verdwijnen dat zelfs de dood er geen echo meer van oproept.
Het zal wel niet heel erg origineel zijn om rouw te definiëren als het “treuren om een onherstelbaar verlies”. Je hebt dan rouw van de 1e orde: het is jouw directe verlies, de 2e orde: het is het verlies dat een naaste van je lijdt en daarmee ook enigszins jouw verlies, van de 3e orde, het verlies dat een naaste van een naaste van je lijdt, enzovoorts. Het verlies hoeft niet de dood van een mens te betreffen. De dood van een (huis)dier kan ook rouw opwekken. Maar ook het ophouden van het bestaan van een gewaardeerde zaak, bijvoorbeeld het verdwijnen van een landschap, gletcher of gebouw of van een gewaardeerde activiteit, bijvoorbeeld Koot & Bie, kan oorzaak zijn van rouw. Wat dat betreft is de dood van Martin Bril voor mij (en vele anderen) bijzonder omdat hij door zijn schrijven zodanig een persoon was geworden dat zijn dood meer betekent dan dat hij stopt met schrijven. Dat is mij bijvoorbeeld met Frank Zappa niet overkomen. En ik denk dat het met Bob Dylan ook niet gaat gebeuren. Verliezen op de beurs roepen bij mij geen rouwgevoelens op. Ook al zijn ze waarschijnlijk onherstelbaar.
Al eerder hield ik me er mee bezig in Actieplan voor zelfdoding. Met mijn hyperanalytische instelling wil ik een poging doen om dit verder in kaart te brengen in een rouwbaarheidsfactor.
Enkele dimensies uit de losse pols:
- De levensfase (geldt ook voor objecten en activiteiten). Hoe voltooider (of: overhoogtepunt heen) hoe minder rouw.
- De persoonlijke nabijheid/betrokkenheid. Dichter bij = meer rouw.
- De aanloop naar de dood. Langer = minder rouw.
- De nabijheid van nabestaanden (in relatie tot de rouw die de nabestaanden zelf voelen).
- De waardering voor de persoon of diens activiteiten.
Maar misschien zijn er nog meer gevoelens dan rouw rondom de dood. Er zullen velen zijn die met mij bij het overlijden van een ouder meer opluchting dan rouw voelen. De rouw was er dan eerder, toen hij niet meer was wie hij geweest was. De dood van een vijand kan worden bejubeld. Een vergiftigde muis roept meer angst voor vies en besmetting op dan iets anders. Een onbekend verkeersslachtoffer de angst dat het jouw of één van de jouwen overkomt. Een soldaat in Uruzgan woede om de onzinnigheid er van. Bij het stuk vlees op mijn bord krijg ik meer eetlust dan iets anders.
Vraagje: wat heeft berouw met rouw te maken. Voor mij heeft betreuren heel weinig met treuren te maken. Maar dat zal te maken hebben met het misbruik dat er van deze term gemaakt wordt.