Het is met weinig vreugde dat ik mij in dit debat stort. Ik verzoek allen die dit lezen eerst even hun sentimentele modus uit te zetten. Aan het eind kan ie weer aan. Hopelijk heb je er dan geen behoefte meer aan.
Ik probeer eerst een aantal uitgangspunten:
(1) Er zijn maar weinig staten die niet gegrondvest zijn op daden van geweld tegen bepaalde groepen, stammen of volken op enig moment in hun geschiedenis. De vraag is niet of je dergelijke daden als legitieme redenen voor verzet tegen de bestaande situatie kunt aanvaarden, maar hoe lang dat mag. In het huidige tijdsgewricht van algemene historische versnelling zal die termijn korter zijn dan vroeger. Die termijn is niet in een algemene formule te bepalen. We zouden normen moeten ontwikkelen waarmee dat bepaald kan worden. Maar het niet kunnen erkennen van de status-quo van een bepaalde historische overwinning leidt tot een oneindige keten van wraak en geweld.
(2) Het gaat niet aan daden uit het verleden met de normen van heden te (ver)oordelen.
(3) (1) en (2) betekent niet dat deze daden daarmee achteraf goedgekeurd worden of vergeten moeten worden. Ze mogen alleen niet meer als argument gebruikt worden voor (politiek) handelen of in het verlengde daarvan het hanteren van geweld. Het is als met schaken. De sterkere speler heeft de mindere al tien keer verslagen. Maar die wil zijn verlies niet erkennen en wil telkens nog een potje spelen om nu eindelijk eens te winnen.
(4) Het heeft pas zin te denken aan het beëindigen van fysieke strijd als beide partijen bereid zijn volmondig te erkennen dat strijd niet het middel is om geschillen te beslechten. Zolang een van de partijen zegt de vernietiging van de ander na te streven is het zinloos daaraan te willen denken.
(5) Terreur (het kiezen van (groepen) burgers als schild of als object van aanval) is onder alle omstandigheden immoreel. Het vallen van burgerslachtoffers dient te worden toegerekend aan hen die de burgers als doel kiezen of zich tussen hen verschuilen. Het verzwakt de morele positie als er excuses door de terreur bestrijdende partij worden aangeboden aan de slachtoffers die als schild hebben gediend. Groepen die deze methoden gebruiken kunnen zonder meer worden uitgesloten van welke soort van diplomatie dan ook en mogen zonder terughoudendheid bestreden worden. Dat wil niet zeggen dat er niet ook met deze groepen gepraat kan worden om ze er toe te bewegen hun terreur te staken. Natuurlijk verdienen methoden waarbij geen slachtoffers onder burgers vallen de voorkeur.
(6) Veel minder kwalijk is het gericht proberen om vijandelijke leiders te liquideren of om door middel van geweld op strijders informatie van militair belang te verkrijgen (het z.g. martelen).
Zoals u ziet is het helemaal niet nodig de strijdende partijen bij de naam te noemen om een helder beeld van de situatie te krijgen.
En dan nu de propaganda.
Men roept wel eens dat één beeld meer zegt dan 1000 woorden. Een misleidende uitspraak. Want 1000 woorden hebben een verband. Het is niet zo gemakkelijk een leugen van 1000 woorden te vertellen. Een beeld zegt op zichzelf niets. Alleen doordat er bij staat wat het is krijgt het een betekenis. Als er bij het hieronder veel gebruikte beeld staat:
1 “Omgekomen toen de school onder het geweld van een modderlawine instortte.”
2 “Omgekomen tijdens een Israëlische beschieting nadat tien tot de tanden
gewapende Hamasstrijders hun toevlucht tot de kelder van de school hadden
genomen en de leerlingen in het daklokaal hadden opgesloten.”
3 “Omgekomen door een slecht gericht schot van de Israëlische strijdkrachten”
4 “Levend begraven door vijf Hamas-strijders”
5 “Levend begraven door vijf Israëlische soldaten”
6 “Levend begraven door de Joden”
7 “Levend begraven door de Islamieten”
8 ”Door Hamas gemanipuleerd beeld van een pop onder het puin”
9 ”Door Hamas gebruikt beeld van omgekomen meisje in de modderlawine in Bolivia”
Dan betekent het beeld iedere keer iets anders. Maar inderdaad: beelden werken primair. Het lijkt alsof dat kind een langzame en gruwelijke dood gestorven is. Daar zouden we iets tegen willen doen. Op het moment dat “iemand” een bepaalde titel aan het beeld toevoegt weten we ook wie of wat er schuldig aan is. En kunnen we daar “iets aan doen”. Volgens mij (maar ik kan het best mis hebben) is Goebbels zoniet de uitvinder dan toch degene die dit soort manipulaties vervolmaakt heeft: “De propagandist moet zijn eigen waarheid construeren. Alles wat goed is voor de partij is waar. Zou dit samenvallen met de feitelijke waarheid, des te beter; anders moet het worden aangepast.” Er lijkt me alle reden toe om het beeld zoals het nu gebruikt wordt te behandelen als een oproep tot haat en geweld. Waar blijft justitie ?
Bij wijze van oefening onderstaand plaatje:
Op de plaats waar ik dit plaatje heb gevonden (overigens zonder vermelding van de maker) staan er vlaggetjes in A en B. dezelfde vlaggetjes staan ook op de schouder van de beide strijders. Als u denkt te weten welk vlaggetje waar staat mag u hier naar de oplossing kijken. En voortaan oppassen met beelden en emoties.
Voor degenen die er nog wat over willen doordenken is er mijn Kerstgedachte.